In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
timer
7:00
Slide 1 - Tekstslide
Van alle kanten bekeken
Lesdoel: Na vandaag weet je wat je moet leren voor de SO.
Leerdoel: Je kunt de beeldbegrippen herkennen en toepassen.
Je kunt de verschillen in perspectief tekenen.
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
VOORSTELLING
Slide 4 - Tekstslide
Autonome kunst
Toegepaste kunst
Slide 5 - Tekstslide
Abstract en figuratief
Slide 6 - Tekstslide
Kunst kan figuratief zijn:
je ziet wat het voorstelt.
Kunst kan ook abstract zijn:
je kunt er niets in herkennen
Slide 7 - Tekstslide
Figuratief
Geabstraheerd
Abstract
VORM
Slide 8 - Tekstslide
Kunst kan dus zowel 2D als 3D zijn en bij beide soorten kun je de drie termen toepassen.
Kun jij ze al herkennen?
figuratief
half abstract / geabstraheerd
non-figuratief / abstract
Slide 9 - Tekstslide
Figuratief = Herkenbaar
Abstract = Onherkenbaar
Slide 10 - Tekstslide
Gedetailleerd
Gestileerd
Slide 11 - Tekstslide
Statisch (in rust, geen beweging)
Dynamisch (beweging makend)
Slide 12 - Tekstslide
LICHT
Slide 13 - Tekstslide
Natuurlijk licht
Kunstmatig licht
&
Slide 14 - Tekstslide
Licht van de zon, maan en bliksem.
Natuurlijk licht
Slide 15 - Tekstslide
Kunstmatig licht
Licht dat gemaakt is door de mens zoals een lamp, kaars, gloeilamp etc.
Slide 16 - Tekstslide
Direct licht
Het licht schijnt direct uit de lichtbron (natuurlijk of kunstmatig) op het object.
Slide 17 - Tekstslide
Indirect licht
Het licht komt niet direct op het object (maar via weerkaatsing).
Slide 18 - Tekstslide
Slagschaduw en eigen schaduw
De slagschaduw is de schaduw van een object op zijn omgeving. Het object van Giacometti is beschenen door één sterke lichtbron.
Het licht komt van links en veroorzaakt scherpe, harde slagschaduw van het 'tafeltje' op het lichte voetstuk van het beeld.
De eigen schaduw is de beschaduwde kant van het object zelf, de kant die niet (of minder) beschenen wordt. Of waar geen direct licht op valt.
Slide 19 - Tekstslide
COMPOSITIE
Slide 20 - Tekstslide
Composities
Symmetrische compositie
Asymmetrische compositie
Slide 21 - Tekstslide
RUIMTE
Slide 22 - Tekstslide
Plasticiteit
Het aanbrengen van schaduwen zorgt dus voor plasticiteit!
Met de volgende voorbeelden zal dit begrip duidelijk worden:
Van een platte getekende cirkel naar een plastische bol.
Van een platte schijf naar een plastische bol.
Hoe teken je dat dan?
Ook een beeldhouwwerk wordt plastisch door schaduwen! DIt doe je dan met verschillen in diepte.
Hier een mooi voorbeeld van plasticiteit in een schilderij van Claude Monet.
Slide 23 - Tekstslide
Overlapping en Afsnijding
Slide 24 - Tekstslide
Wat weet jij nu?
Pak je Laptop - Ga naar LessonUp en log in.
Slide 25 - Tekstslide
Wat weet jij nu?
Pak je Laptop - Ga naar LessonUp en log in.
Slide 26 - Tekstslide
Wat voor soort licht zie je in het schilderij?
Slide 27 - Open vraag
Is het abstracte - of figuratieve kunst?
A
abstracte kunst
B
figuratieve kunst
Slide 28 - Quizvraag
Wanneer je niks op het schilderij herkent noem je dit?
A
Abstract
B
Figuratief
C
Abstraheren
D
Expressief
Slide 29 - Quizvraag
Welk begrip past bij de afbeelding?
A
Overlapping
B
Afsnijding
Slide 30 - Quizvraag
Is het abstracte - of figuratieve kunst?
A
Abstracte kunst
B
Figuratieve kunst
Slide 31 - Quizvraag
Welk begrip of welke begrippen passen bij de afbeelding?
A
Overlapping
B
Afsnijding
C
Overlapping & afsnijding
D
Typografie
Slide 32 - Quizvraag
Toegepaste kunst is kunst die
A
ergens voor dient
B
een gebruiksfunctie heeft, zoals een vaas
C
is om naar te kijken
D
door iemand is gemaakt
Slide 33 - Quizvraag
Wat is het effect
van de afsnijding in deze afbeelding?
A
Het legt op deze manier de nadruk op de acties.
B
Links wordt het plaatje afgesneden en een close-up; je wordt zo meer betrokken bij de figuurtjes.
C
Het wordt door de afsnijding dramatischer.
D
Er is nu sprake van ruimtesuggestie.
Slide 34 - Quizvraag
Is dit een autonoom of toegepast kunstwerk?
A
Autonoom, want het is een standbeeld
B
Toegepast, want het is een speeltoestel
C
Autonoom, want de kunstenaar heeft het zelf bedacht
D
Toegepast, want hij is gevraagd hier iets voor te bedenken.