4.3. Diagrammen

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 4

Getal & ruimte 

Paragraaf 4.3 

Diagrammen  

herhaling 

Hoe bereken je het gemiddelde?

1. Door getallen te delen door elkaar
2. Door getallen min elkaar te doen
3. Door alle getallen op te tellen en te delen door het aantal getallen
4. Gemiddelde? Kan je dat eten?

Schrijf 13,4 miljoen in cijfers

1. 1340000000000
2. 13400000
3. 13400000000000000
4. 134000000

Bereken het gemiddelde
van deze cijfers:

Rond af op 1 decimaal

5,4

6,5

7,1

4,5

8,1

Hoe vaak telt het
cijfer 5,8 mee?

1. 1x
2. 4x
3. 0x
4. 3x

Ongeveer de helft van de Nederlanders woont in de Randstad.
Hoeveel Nederlanders wonen er in de Randstad?
Schrijf je antwoord met alleen cijfers

1. 87500000
2. 875000000
3. 80000000000
4. 17500000

Bereken het gemiddelde.
Rond af op 1 decimaal.
Schrijf de hele som op.

Japan telt 126,3 miljoen inwoners. daarvan is Koreaans. Hoeveel Koreanen wonen er in Japan?
Schrijf je antwoord op in cijfers!

​1000​​7​​

Er wonen ongeveer 7,7 miljard mensen op aarde. Schrijf 7,7 miljard in cijfers.

1. 7 700 000 000 000
2. 7 700 000 000
3. 7 770 000 000
4. 7 777 000 000 000

Uitleg: diagrammen

Soorten diagrammen

Diagrammen

• Tekeningen met informatie
• Die informatie noemen we gegevens
• Uit de gegevens kan je conclusies trekken
• Een conclusie is een samenvatting van de gegevens in de diagram  
• Conclusie trekken? Gegevens lezen! 
• Titel - Gegevens in diagram - Legenda 

• Legenda  
• Hoeveel procent

       katten?

Even oefenen

Hoeveel procent van alle Nederlanders gebruikt dagelijks Whatsapp?

%	100
aantal

Oefenen:

• Opgave 37.

• Welke conclusie trek jij uit het diagram?

• Bereken hoeveel gebruikers de vaatwasser 1x per week aanzetten

Samen aan de slag! 

Opgave 38. 

Frans zegt: 

'Ruim 90% va n de gebruikers zet de vaatwasser meerdere keren per week aan.' 

Heeft Frans gelijk?

Zelfstandig aan de slag!

Alle opdrachten met een stip maken

van paragraaf 4.3 en 4.4

Lesdoelen

Aan het eind van deze les:

1)  kan je gegevens aflezen uit een diagram

2) kan je een conclusie trekken uit gegevens die je in een diagram ziet 

2) weet je wat een cirkel- en een staafdiagram zijn