signaalwoorden herkennen die een opsomming aangeven.
Slide 3 - Tekstslide
Vandaag
Bespreken huiswerk opdrachten 18, 19, 20, 21, 22 en 23.
Slide 4 - Tekstslide
Schrijven en formuleren
De komende weken zijn we bezig met:
Hoe je een zakelijke e-mail schrijft
Informeel en formeel taalgebruik.
Je woordgebruik aanpassen aan je publiek.
Hoe je formulier invult
Een informatieve tekst schrijven.
Hoe je goede zinnen schrijft.
Slide 5 - Tekstslide
Vandaag
Hoe schrijf je een zakelijke e-mail.
en wat is formeel en informeel taalgebruik.
Slide 6 - Tekstslide
Vandaag - een zakelijke e-mail
We gaan nu kijken naar een zakelijke e-mail.
Je krijgt daar een paar vragen over.
Steek je vinger op wanneer je het antwoord wil geven.
Slide 7 - Tekstslide
Een zakelijke e-mail
Wat is het onderwerp van deze mail?
Voor wie is de mail bestemd?
Wie heeft de mail gestuurd?
Wat wil Annika bereiken met deze mail?
Slide 8 - Tekstslide
Een zakelijke e-mail
Een zakelijke e-mail schrijf je aan iemand die je niet persoonlijk kent, bijvoorbeeld de directeur van school, of iemand van personeelszaken van de AH of Jumbo voor een baantje. Aan bedrijven en instellingen schrijf je een zakelijke e-mail. In zakelijke e-mails gebruik je beleefde taal.
Voor het schrijven van een zakelijke e-mail zijn regels
Slide 9 - Tekstslide
De regels voor een zakelijke e-mail (blz. 40)
Regel
Voorbeeld
Vul bij Aan…het emailadres in.
h.verbeek@yuverta.nl
Noteer bij Onderwerp:kort waar de mail over gaat.
Inhalen proefwerk
Begin met een zakelijke aanhef.
Beste meneer Verbeek,
Zeg kort en duidelijk wat je wilt bereiken
Ik wil graag met u afspreken wanneer ik het proefwerk kan inhalen.
Zorg dat je taalgebruik zakelijk en beleefd is.
Hopelijk weet u een geschikt moment voor het inhaalproefwerk.
Gebruik een zakelijke afsluiting.
Met vriendelijke groet,
Kevin Nuytens
Slide 10 - Tekstslide
Formeel en informeel taalgebruik
Informeel en formeel taalgebruik blz. 42
Formeel
Spreek met u
Gebruik nette woorden
Schrijf in hele zinnen
gebruik je geen spreektaal
Als je een berichtje stuurt aan een vriend(in) of je ouders, gebruik je informele taal: je schrijft je en jij en je gebruikt emoticons. Je schrijft vaak zoals je spreekt.
In zakelijke e-mails is dat anders. Daar gebruik je officiële taal, formele taal. Let dan op de volgende punten:
Slide 11 - Tekstslide
Aan de slag
Je gaat een e-mail schrijven
Dat doe je op je laptop met het programma Outlook.
Niet iedereen heeft dit programma al geïnstalleerd.
Dat gaan we eerst doen.
Heb je een vraag, steek dan je vinger op......
Daarna krijg je de opdracht.
Slide 12 - Tekstslide
Aan de slag
Wat is er aan de hand!
De kantine van de school is best wel saai en ook wel te klein.
Je wil meer ruimte en ook dat het gezelliger is.
Jij hebt vast wel veel goede ideeën om het gezelliger te maken.
Slide 13 - Tekstslide
Opdracht: Je gaat een zakelijke e-mail schrijven.
Ga naar Outlook, en maak een nieuwe e-mail.
Je schrijft de e-mail aan p.wouters@yuverta.nl
Het onderwerp is : Gezelliger maken kantine
De aanhef is : Beste meneer Wouters, (vergeet de komma niet!)
Schrijf een zakelijke e-mail aan meneer Wouters
Leg uit wie je bent, waarom je de mail stuurt, wat is er aan de hand en schrijf op welke goede ideeën je hebt.
Zorg dat de e-mail overzichtelijk is, en maak nette zinnen.
Blijf beleefd en netjes.
Sluit je e-mail op een zakelijke manier af. (kijk ook naar de regels op blz. 40 van je werkboek)