Oefening Toets P2 L1

Nadien wil een molen bouwen op de grond van Ilse. Ilse wil eigenaar blijven van de grond en Nadien wil eigenaar worden van de molen. Via welke van de absolute rechten kunnen ze dit bereiken?
A
Erfpacht
B
Appartementsrecht
C
Recht van opstal
D
Erfdienstbaarheid
1 / 16
volgende
Slide 1: Quizvraag
rechtenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nadien wil een molen bouwen op de grond van Ilse. Ilse wil eigenaar blijven van de grond en Nadien wil eigenaar worden van de molen. Via welke van de absolute rechten kunnen ze dit bereiken?
A
Erfpacht
B
Appartementsrecht
C
Recht van opstal
D
Erfdienstbaarheid

Slide 1 - Quizvraag

Stel Ilse vestigt inderdaad het recht van opstal op haar grond en ze verkoopt vervolgens de grond aan Herman. Wat gebeurt er dan met het recht van opstal?
A
Het heeft zaaksgevolg dus het recht van opstal eindigt
B
Het heeft zaaksgevolg dus het recht van opstal blijft bestaan.
C
Herman kan zich gedragen als separatist en en dus eindigt het recht van opstal.
D
Herman kan zich gedragen als separatist en dus blijft het recht van opstal bestaan.

Slide 2 - Quizvraag

Shannon brengt zijn fiets bij de fietsenmaker. Wat is de fietsenmaker van de fiets op dat moment?
A
Bezitter
B
Houder
C
Eigenaar
D
Helemaal niks

Slide 3 - Quizvraag

Leg uit wat het verschil is tussen middellijk en onmiddellijk bezit.

Slide 4 - Open vraag

Welke van de onderstaande opties is geen kenmerk van absolute rechten?
A
Zaaksgevolg
B
Rechthebbende wordt separatist
C
Derdenwerking
D
Geldt ten opzichte van één of meer bepaalde personen.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het enige volledige recht onder de absolute rechten?
A
Eigendom
B
Vruchtgebruik
C
Erfpacht
D
Appartementsrecht

Slide 6 - Quizvraag

Hoe noem je degene die het goed als zekerheid geeft bij Pandrecht?
A
Geldgever
B
Hypotheekgever
C
Pandgever
D
Pandhouder

Slide 7 - Quizvraag

Stelling 1:
Bezit te goeder trouw wordt verondersteld aanwezig te zijn.
Stelling 2:
Een houder kan nooit bezitter worden.
A
Beide stellingen zijn juist.
B
Beide stellingen zijn onjuist.
C
Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist.
D
Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist.

Slide 8 - Quizvraag

Lilly leent met toestemming de telefoon van Eugene. Michael leent de telefoon vervolgens van Lilly zonder dit te vragen. Michael verkoopt deze telefoon vervolgens aan Ferdy. Ferdy weet dat de telefoon van Eugene is, maar koopt de telefoon toch. Wie is nu eigenaar van de telefoon?
A
Eugene
B
Lilly
C
Michael
D
Ferdy

Slide 9 - Quizvraag

Stelling 1:
Vruchtgebruik eindigt bij de dood van de vruchtgebruiker.
Stelling 2:
Eigendomsrecht wordt altijd verkregen door middel van een notariële akte en inschrijving van die akte in het openbaar register.
A
Beide stellingen zijn juist.
B
Beide stellingen zijn onjuist.
C
Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist.
D
Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist.

Slide 10 - Quizvraag

Selma wil niet dat de buren hoge bomen planten in de tuin, want dan krijgt ze niet voldoende licht in haar huis. Welk absoluut recht moet worden gevestigd om hiervoor te zorgen?
A
Erfpacht
B
Recht van opstal
C
Vruchtgebruik
D
Erfdienstbaarheid

Slide 11 - Quizvraag

Wat betekent het dat Pand en Hypotheek ondeelbare rechten zijn?
A
Dat de rechthebbende zich mag gedragen alsof er geen faillissement heeft plaatsgevonden.
B
Het pand-/hypotheekrecht pas vervalt als de gehele vordering, inclusief rente is betaald.
C
Dat het pand/-hypotheekrecht verbonden is aan de zaak en meegaat met de zaak indien deze een nieuwe eigenaar krijgt.
D
Dat pand-/hypotheek afhankelijk zijn van een vordering.

Slide 12 - Quizvraag

Stelling 1:
Appartementsrecht zorgt ervoor dat je eigenaar wordt van je eigen appartement in een flatgebouw.
Stelling 2:
De vergoeding die wordt betaald door de erfpachter bij erfpacht heet retributie.
A
Beide stellingen zijn juist.
B
Beide stellingen zijn onjuist.
C
Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist.
D
Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist.

Slide 13 - Quizvraag

Absolute rechten kunnen o.a. worden ingedeeld in zakelijke rechten en overige rechten. Welke van de onderstaande opties valt onder de zakelijke rechten?
A
Vruchtgebruik
B
Hypotheek
C
Pand
D
Erfdienstbaarheid

Slide 14 - Quizvraag

Stelling 1:
Het recht van parate executie betekent dat je zonder toestemming van de rechter je zekerheidsrecht mag uitvoeren.
Stelling 2:
Als de wortels van de boom van de buren onder jouw terrein groeien mag je deze verwijderen zonder toestemming van de buren.
A
Beide stellingen zijn juist.
B
Beide stellingen zijn onjuist.
C
Stelling 1 is juist, stelling 2 is onjuist.
D
Stelling 1 is onjuist, stelling 2 is juist.

Slide 15 - Quizvraag

Als een eigenaar van een zaak een beperkt recht vestigt op zijn zaak, van welke bevoegdheid maakt de eigenaar dan gebruik?
A
Vervreemden
B
Revindiceren
C
Bezwaren
D
Vruchten nemen

Slide 16 - Quizvraag