Blok 2-4 Spelling 2KGT

Nederlands
                        Klas 2A - 2.4 Spelling
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Nederlands
                        Klas 2A - 2.4 Spelling

Slide 1 - Tekstslide

3 gouden minuten
Na 3 minuten zit iedereen op de plek,
anders nog maar 2 minuten
Telefoon bij binnenkomst in telefoontas
Leg de spullen vast klaar
Nodig: Lesboek + schrift
Time-out nodig-> doorgeven



timer
3:00

Slide 2 - Tekstslide

Stillezen
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Afspraken
  • Je hebt respect voor elkaar en je omgeving
  • Je hebt je spullen en huiswerk op orde
  • Energie teveel? Voor de les en anders time-out aanvragen
  • Focus op de les - concentratie
  • Let op jezelf - leid anderen niet af
  • Steek je hand op bij vragen of iets willen zeggen.

Slide 4 - Tekstslide

Vandaag in deze les:
  • Terugblik op toets - morgen uitslag voor de 6 lln
  • Terugblik vorige les
  • Lesdoel
  • Instructie spelling
  • Aan de slag

Slide 5 - Tekstslide

Terugblik
  • Morgen cijfer voor de lln die ook de capaciteitentoets moesten maken.
  • Vorige les: lijdend voorwerp
  • Toetsweek 1 komt eraan. Hebben jullie voldoende info in de toetsplanner gevonden?
  • Vorige les ging al veel beter. Laten we er samen voor zorgen dat dit zo blijft.

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoel spelling
  • Je weet hoe je klankveranderende werkwoorden in de verleden tijd schrijft.
  • Je weet hoe je de regel van 't kofschip x gebruikt.
  • Je weet hoe je samenstellingen spelt.

Slide 7 - Tekstslide

Spelling
Weet je het nog?
Opdracht 1 - blz. 79
Zet de 8 nummers in je schrift en vul ze in.

Slide 8 - Tekstslide

Spelling
  1. persoonsvorm
  2. stam
  3. ik-vorm
  4. + t
  5. hele werkwoord
  6. 't kofschip
  7. + te
  8. + de

Slide 9 - Tekstslide

Spelling - aantekeningen
Bij sommige klankvaste werkwoorden hoor je hoe je ze moet spellen in de verleden tijd.

Hoor je dit niet, dan maak je gebruik van 't kofschip x.
1. Je neemt de stam van het werkwoord.
2. Kijk naar de laatste letter van de stam.
3. Is het een medeklinker uit 't kofschip x? Dan +te(n).

Slide 10 - Tekstslide

Aan de slag
Blz. 80
Opdracht 2 Schrijf bij ieder werkwoord de vorm op van ik en een ander.
Opdracht 3 
Opdracht 4 alleen pv opschrijven.

Deze opdrachten zijn het huiswerk voor de volgende les.

Slide 11 - Tekstslide

In hoeverre heb jij het idee dat je deze leerstof hebt begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

Ik vond deze les....
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll