Brein en bewegen GMK les 6 Parkinson

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

doelen
herhalen epilepsie
Wat het sympatisch- en parasympatisch stelsel doen
Hoe de balans van de autonoom stelsel bij Parkinson is verstoord
Wat dopamine en acetylcholine zijn

Wat On-off fenomeen, freezing en drug-holiday betekenen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De neuroloog schrijft bij een patiënt voor de eerste keer een middel voor om insulten te voorkomen. Wat heeft de voorkeur? Behandeling met
A
1 geneesmiddel uit de groep anti epileptica
B
2 geneesmiddelen uit de groep anti epileptica
C
1 geneesmiddel uit de groep benzodiazepine
D
weet ik niet

Slide 3 - Quizvraag

er wordt altijd gestart met monotherapie, werkt dat voldoende dan volstaat behandeling met 1 middel. Is het middel niet effectief dan wordt er een ander anti epilepticum gestart. Het eerste middel wordt afgebouwd.
Benzodiazepines worden alleen ingezet om een aanval te stoppen
Parkinson

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dopamine is een overdrachtsstof voor het
A
sympatische systeem
B
parasympatische systeem
C
weet ik niet

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Autonoom zenuwstelsel
  • Sympathisch
  • dopamine

  • Parasympatisch
  • acetylcholine

 

Slide 6 - Tekstslide

Sympathisch
 Overdrachtsstof dopamine
Parasympatisch
 Overdrachtsstof acetylcholine
In de vorige les hebben we gezien dat het sympathisch zenuwstelsel energieleverend is. De neurotransmitter die hier belangrijk is, is dopamine. Het parasympatisch zenuwstelsel zorgt voor het herstel en hier is een belangrijke neurotransmitter acetylcholine.
Ze zijn allebei onderdeel van het autonoom zenuwstelsel.

Bij gezonde mensen is
  • acetylcholine in evenwicht met dopamine 


Bij Parkinson 
  • te  weinig dopamine 



Slide 7 - Tekstslide

Wanneer een cel wordt geactiveerd wordt de cel daarna weer tot rust gebracht: er is een mooi evenwicht
Wanneer een spier wordt aangespannen door het sympatisch stelsel, dan zorgt het parasympatisch stelsel er daarna voor dat de spieren weer ontspannen.
Bij een parkinson patient is er te weinig overdrachtsstof om de spieren goed aan te spannen. De spieren worden door de overdrachtsstof van het sympatisch stelsel beïnvloed. Dit zorgt er ook voor dat een parkinson patiënt geen mimiek in zijn gezicht heeft. Je mimiek wordt aangestuurd door heel veel zenuwen en kleine spiertjes. Wanneer deze niet meer actief zijn dan kan je dus geen emotie laten zien.

Het trillen van een parkinson patiënt heeft ook met de verstoorde balans te maken. Dit mechanisme is ingewikkelder te verklaren. Hier gaan we nu niet op in

dopamine toevoegen
Probleem:
  • Dopamine kan niet door de bloed hersen barrière.


Slide 8 - Tekstslide

Een makkelijke oplossing zou zijn het toedienen van dopamine.
Er is alleen een probleem: dopamine kan niet door de bloedvaat wand in de hersenen, het kan dus niet de plek bereiken waar het juist nodig is.
Het zorgt bij toedienen alleen maar voor bijwerkingen.
Een oplossing hiervoor is het toedienen van levodopa. Levodopa kan namelijk wel door de hersenen worden opgenomen. We hadden al gezien dat levodopa een bouwstof is van dopamine. Door levodopa toe te dienen kan er meer dopamine gemaakt worden. Alle levodopa buiten hersenen werkt niet tegen Parkinson. Levodopa moet in hersenen worden omgezet in dopamine.
Probleem levodopa wordt afgebroken door enzymen. Zonder hulpstof wordt het meeste levodopa afgebroken door enzymen buiten de hersenen BIJWERKINGEN!
Oplossing: een hulpstof toevoegen die de enzymen tegenwerkt
Sinemet®:
 Levodopa + carbidopa
Madopar®:
 Levodopa + benserazide
Enzym: decarboxylase
Levodopa wordt dus altijd in combinatie met een enzymremmer als hulpstof gegeven. Deze enzymremmers zijn carbidopa en benserazide. Ze remmen het enzym decarboxylase dat levodopa vroegtijdig (voor het passeren van de BBB) afbreekt.
Vaste combinaties:
Levodopa + carbidopa (Sinemet®)
Levodopa + benserazide (Madopar®)
Sinemet en madopar kunnen niet onderling worden uitgewisseld

Slide 9 - Tekstslide

Een cel wordt geactiveerd door een overdrachts stof of neurotransmitter. De ene neurotransmitter zet de cel aan tot activiteit de andere neurotransmitter remt de cel juist af.
Voor het sympatisch stelsel is dopamine een overdrachts stof
Om een overdrachtsstof aan te maken heeft het lichaam verschillende bouwstoffen nodig. Zonder deze bouwstoffen kan de transmitter niet gemaakt worden
Voor de transmitter van het sympatisch stelsel is levodopa een bouwstof.
Zonder levodopa kan het lichaam geen overdrachtsstof aanmaken voor het sympatisch stelsel.
Bij parkinson patiënten is er een tekort aan dopamine.
Het sympatische stelsel wordt dus niet meer voldoende aangestuurd. Vooral in de hersenen speelt dit een belangrijke rol
  • Oplossing:
  • Levodopa toedienen
  • Probleem:
  • levodopa wordt afgebroken door enzymen
  • Oplossing:
  • Hulpstof toevoegen die de enzymen tegenwerken

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

problemen bij langdurig gebruik
  • Gewenning
  • On-off fenomeen
  • Freezing


Oplossing: 
  • drug - holiday



Slide 11 - Tekstslide

Wat betekend ook al weer gewenning?
Een patiënt heeft een steeds hogere dosering nodig om hetzelfde resultaat te krijgen.
On – off fenomeen: de ene dag reageert de patient goed op de medicatie de volgende dag heeft het veel minder effect
Freezing: de patient heeft het gevoel dat de voeten aan de grond geplakt zitten en het lukt niet om te starten met lopen.
Oplossing drug – holiday: de patient stopt tijdelijk met alle medicatie: hierdoor wordt de behandeling als het ware herstart en zijn hopelijk de nadelen verdwenen.  vakantiemodus

Welke vragen heb je?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

maak opdracht 6


voor de volgende les
hoofdstuk 29
29.4 / 29.6 .1 / 29.7

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies