Hoofdstuk 2 Bevolking & Cultuur

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Ga naar lessonup.io op je Chromebook.
Registreer je met je Google schoolaccount

Toets de code:  amjbn in als toegangscode.

Je ziet nu deze presentatie ook op je Chromebook en kunt deze later ook terugkijken. 

Slide 2 - Tekstslide

Aardrijkskunde; wat heb ik nodig; wat neem ik mee? (1)

Lesboek

Werkboek

A4 aantekenschrift

Spullen vergeten? 
Kan een keertje, 2x of vaker in een periode 
is extra werk in je eigen tijd.

Slide 3 - Tekstslide

Aardrijkskunde; wat heb ik nodig; wat neem ik mee? (2)

Als het goed is heb je deze atlas thuis

Deze atlas moet je in eigen bezit hebben

Voor elke toets (en voor je huiswerk)
heb je de atlas nodig en neem je 
deze mee naar school.

Slide 4 - Tekstslide

We gaan beginnen..!

Met hoofdstuk 2. 

Ga naar blz. 30 + 31 in je lesboek en lees de tekst: Naar Zaanstad

Slide 5 - Tekstslide

Hoeveel mensen telt de wereldbevolking (ongeveer)?
A
5,5 miljard
B
6,5 miljard
C
7,5 miljard
D
8,5 miljard

Slide 6 - Quizvraag

Hoeveel mensen woonden er 100 jaar geleden op de wereld?
A
2 miljard
B
3 miljard
C
4 miljard
D
5 miljard

Slide 7 - Quizvraag

In welk land wonen de meeste mensen?
A
India
B
VS
C
China
D
Zuid-Afrika

Slide 8 - Quizvraag

In welk werelddeel groeit de bevolking het snelste?
A
Europa
B
Noord-Amerika
C
Afrika
D
Zuid-Amerika

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Link

Aan de slag
Maak in stilte de opdrachten op blz. 34 & 35 in je werkboek.

Klaar?
Werk verder aan de opdrachten op blz. 6 & 7 in het werkboek.

timer
15:00

Slide 11 - Tekstslide

Huiswerk bespreken
Welke vragen heb je over de introductieopdrachten?

Slide 12 - Tekstslide

In wat voor "soort" gebieden verwacht je veel mensen.

Slide 13 - Woordweb

Hoge bevolkingsdichtheid

  • Vlakke gebieden
  • Natte gebieden
  • Langs mondingen van rivieren
  • Aan zee
Lage bevolkingsdichtheid

  • Koude gebieden
  • Bergachtige gebieden
  • Droge gebieden

Slide 14 - Tekstslide

Bevolkingsdichtheid
= gemiddeld aantal mensen per vierkante kilometer (km2).

Inwoners
                                    ---------------     = bev. dichtheid
Oppervlakte

Bevolkingsspreiding: kun je niet uitrekenen

Slide 15 - Tekstslide

Bevolkingsgroei
Natuurlijke bevolkingsgroei (zie ook paragraaf 2.2)
= geboorte - sterfte

1. Relatief veel geboortes in arme landen
2. Minder sterfte -> mensen worden ouder.

Slide 16 - Tekstslide

Waarom worden er in arme landen meer kinderen geboren?

Slide 17 - Woordweb

Geboorten
1. Kinderen kunnen voor extra inkomen zorgen (werk)
2. Er wordt minder gebruik gemaakt van voorbehoedsmiddelen.

3. Kinderen overlijden op jonge leeftijd. Als je meer kinderen neemt is de kans groter dat er een paar overleven.
4. Meer kinderen is meer aanzien

Slide 18 - Tekstslide

"Rijke landen"
  • Minder geboortes
  •  Mensen worden gemiddeld ouder wegens betere gezondheidszorg en hygiëne.

Slide 19 - Tekstslide

Groeit de wereldbevolking?
A
Ja, erg snel
B
Ja, maar niet zo snel
C
Nee, die neemt af
D
Nee, die blijft gelijk.

Slide 20 - Quizvraag

Zelf aan de slag
Maak alle opdrachten van § 2.1 
timer
15:00

Slide 21 - Tekstslide

§ 2.2 De bevolking groeit en vertrekt
* Je weet de oorzaken van bevolkingsgroei

* Je begrijpt waarom mensen migreren

* Je kunt een bevolkingsgrafiek tekenen en 'lezen' en de bevolkingsgroei van een land uitrekenen.

Slide 22 - Tekstslide

Bevolkingsgrafiek
Zie bron 7
- Kijk naar de kleurtjes

* Beschrijf de vorm van de grafiek van Uganda en van Japan.

Slide 23 - Tekstslide

Soorten bevolkingsgroei

1. Natuurlijke bevolkingsgroei
(aantal geboorten - aantal sterfgevallen)

2. Sociale bevolkingsgroei
(aantal emigranten - aantal immigranten)  


Slide 24 - Tekstslide


Migratie 2010-2015

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Tekstslide

Wat zijn redenen om te verhuizen?

Slide 27 - Woordweb

Redenen om te migreren
 Pushfactor = wegduwen, om weg te gaan.
Pullfactor = aantrekken, om ergens heen te gaan.

1. Politiek (veiligheid)
2. Economisch (werk/geld)
3. Ecologisch (milieu)
4. Sociale redenen (familie)

Slide 28 - Tekstslide

Politieke migratie
Economische migratie

Slide 29 - Tekstslide

Sociale migratie
Ecologische migratie

Slide 30 - Tekstslide

Huiswerk volgende week
Maak § 2.1 alle opdrachten af.

Maak § 2.2 alle opdrachten

Slide 31 - Tekstslide

Cultuur(gebieden) § 2.3 + 2.4
Leerdoelen:
Je weet op welke manier je een kunt cultuur kunt beschrijven met drie soorten cultuurelementen
Je begrijpt waarom culturen vroeger en nu verspreid en vermengd raken
Je kunt je mening vormen over een onderwerp

Slide 32 - Tekstslide

Wat is "de Nederlandse Cultuur"?

Slide 33 - Woordweb

Cultuurelement
Stereotype
of

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Cultuur
Cultuur is de manier waarop een groep mensen samenleeft. Dit is aangeleerd gedrag.

Zaken die te maken hebben met....
1. Verstand (taal, godsdienst)
2. Regels en Wetten
3. Zichtbare dingen (muziek, sport, voedsel)

Slide 36 - Tekstslide

Verspreiden en vermengen
De 'Nederlandse' cultuur bestaat niet (meer), maar wordt gemixt met andere culturen
Oorzaken:
1. (Sociale) Media
2. Migratie
Er gaat ook altijd cultuur verloren.

Slide 37 - Tekstslide

Cultuurgebieden

Slide 38 - Tekstslide

Cultuurgebieden
Grote delen van de wereld hebben overeenkomsten in cultuur.

= Cultuurgebied

bv. westers, Afrikaans, boeddhistisch, etc.

Slide 39 - Tekstslide

Opdrachten
Maak nu de opdrachten van § 2.3 en § 2.4.

Slide 40 - Tekstslide