Woche 22 V2

1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Kleding

Slide 2 - Woordweb

3. Markenkleidung oder No-Name?
Beantworte die folgenden Fragen.

Slide 3 - Tekstslide

Ich bekomme Taschengeld und muss meine Kleidung selbst bezahlen.
A
ja
B
nein

Slide 4 - Quizvraag

Hier kaufe ich meine Kleidung.

Slide 5 - Open vraag

Markenkleidung ist wichtig.
A
ja
B
nein

Slide 6 - Quizvraag

Diese Marken trage ich gern.

Slide 7 - Woordweb

3. Markenkleidung oder No-Name?

Wir lesen gleich den Text "Markenkleidung oder No-Name?" aus "Dein Spiegel". Schaue dir den Titel, den Text und das Bild an. 
Was weißt du schon über das Thema des Textes?

Slide 8 - Tekstslide

1. Vorkenntnisse aktivieren
Titel - Text - Bild
Das weiß ich schon über das Thema/den Text:

Slide 9 - Open vraag

3. Markenkleidung oder No-Name?
Aufgabe: Lies den Text und schreibe schwierige Wörter auf.

Slide 10 - Tekstslide

3. Markenkleidung oder No-Name?
Emil
Ich weiß, Markenklamotten kosten mehr als normale Klamotten. Ich mag aber gern Puma. Die Schuhe sind bequemer als andere Turnschuhe und sehen am coolsten aus. Das Puma-Zeichen ist wichtig für mich, aber ich bekomme leider nur ein Paar Puma-Schuhe pro Jahr, nämlich zu meinem Geburtstag. 
Klamotten
Klamotten komt 2x terug in deze tekst. 

Aanwijzing: tekst gaat over 'Markenkleidung'. Markenkleidung = merkkleding > Kleidung = kleding
Markenklamotten = merkkleding > Klamotten = kleding
bequemer
bequemer (bequem)

Dit woord zegt iets over de Puma-schoenen. Emil vertelt dat hij Puma een tof merk vindt. Hij vindt de Puma-schoenen cooler dan andere sneakers. Hieruit kun je opmaken dat 'bequem' een positieve betekenis heeft. 

Bequem = comfortabel
leider
leider

Emil heeft verteld dat hij graag Puma-schoenen draagt. Hij vindt het merkteken van Puma heel belangrijk (wichtig). Hij krijgt (bekomme) één paar schoenen per jaar op zijn verjaardag. Het woord 'leider' geeft aan wat hij hiervan vindt. Hij vindt dit jammer. 

leider = helaas

Slide 11 - Tekstslide

Emil mag keine Markenklamotten.
A
richtig
B
falsch

Slide 12 - Quizvraag

Emil bekommt zu seinem Geburtstag immer Schuhe.
A
richtig
B
falsch

Slide 13 - Quizvraag

3. Markenkleidung oder No-Name?
Tim
Ich gehe nicht so gern shoppen. Das ist voll langweilig. Aber Secondhand kaufen finde ich super! Ich finde die Klamotten origineller als die Mode in Markenläden. 
langweilig
Tim vertelt dat hij shoppen niet graag doet. Met het woord 'langweilig' geeft hij aan wat hij precies van shoppen vindt. Als je niet weet dat 'langweilig' 'saai' betekent, kun je wel achterhalen dat het woord een negatieve betekenis heeft. 
aber
aber

De derde zin begint met het woord 'aber' (= 'maar'). Hierna volgt een tegenstelling: tweedehandskleding vindt hij wel heel erg leuk!

Slide 14 - Tekstslide

Tim findet shoppen gehen toll.
A
richtig
B
falsch

Slide 15 - Quizvraag

Tim trägt gern gebrauchte Kleidung.
A
richtig
B
falsch

Slide 16 - Quizvraag

3. Markenkleidung oder No-Name?
Marlene
Ich gehe jede Woche mit meinen Freundinnen shoppen. Ich muss aber alles mit meinem Taschengeld zahlen und Markenklamotten sind oft sehr teuer. Eine neue Levis-Jeans kostet mindestens 120 Euro. Aber ich mag Markenklamotten lieber als No-Name. Mit Markenklamotten finde ich mich einfach schöner und die Qualität ist oft besser. 
teuer
Marlene vertelt dat ze elke week met vrienden gaat shoppen. Ze moet haar kleding zelf betalen (Taschengeld). Dan vertelt ze iets over merkkleding en dat dat 'teuer' is. Doordat je voor het lezen van de tekst eerst al nagedacht hebt over het onderwerp, heb je misschien bedacht dat merkkleding duur is. In de zin erna wordt nog een voorbeeld gegeven: ... 120 Euro... 

'teuer' = 'duur' 

Slide 17 - Tekstslide

Marlene geht gerne shoppen.
A
richtig
B
falsch

Slide 18 - Quizvraag

Marlenes Eltern bezahlen ihre Kleidung nicht.
A
richtig
B
falsch

Slide 19 - Quizvraag

3. Markenkleidung oder No-Name?
Sarah
Schöne Klamotten sind wichtig für mich. Aber Stil und Qualität sind wichtiger als die Marke. Ein einfaches schwarzes Hemd finde ich besser als ein teures T-Shirt mit einem banalen Logo. 80 Euro für einen Pulli oder 160 Euro für eine Jacke? Nein, danke, das finde ich blöd...
wichtig
'wichtig' zegt iets over 'schöne Klamotten'. 
De tekst gaat over 4 jongeren die vertellen wat (merk-)kleding voor hen betekent. In deze context betekent 'wichtig' dus 'belangrijk'. 
einfaches
einfaches (einfach)

Dit woord zegt iets over het zwarte Hemd. Het zwarte hemd wordt in de tekst vergeleken met een t-shirt met een logo. In die vergelijking is een zwart hemd eenvoudig/simpel. 

einfach = eenvoudig/simpel

Slide 20 - Tekstslide

Sarah findet Qualität nicht so wichtig.
A
richtig
B
falsch

Slide 21 - Quizvraag

Sarah gibt nicht gerne viel Geld für ihre Kleidung aus.
A
richtig
B
falsch

Slide 22 - Quizvraag

Slide 23 - Tekstslide

De volgende les ga ik werken aan:

Slide 24 - Open vraag