Burgerlijke cultuur Theater OVERZICHT heel volledig

Burgerlijke cultuur 
Theater
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
KunstMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 8 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Burgerlijke cultuur 
Theater

Slide 1 - Tekstslide

Wat is jullie bijgebleven van vorige week?

Slide 2 - Tekstslide

Dans uit de Republiek

Slide 3 - Woordweb

Kandelaar/brandende kaars: 
Tijdelijkheid van de tijd op aarde -> de kaars brandt op zoals ook het leven zal eindigen
(leeg) Glas

ijdelheid, tijdelijkheid -> het glas is leeg maar wel mooi en duur. Het gaat er niet om dat het er mooi uit ziet, het is leeg net zoals je leven wat nog zo mooi kan zijn, het is ook eindig.
Boeken:
ijdelheid, tijdelijkheid en zinloosheid van het aardse -> al leer je en weet je nog zo veel, het leven is maar tijdelijk, wees niet te ijdel op je kennis weet dat het eindig is (momento mori)
Schedel:
tijdelijkheid -> je gaat dood, hier staat de schedel symbool voor
Sleutel: 
tijdelijkheid en zinloosheid van het aardse -> de sleutel verwijst naar de hemelpoort
Vondel - Kinder-lyck
Constantijntje, 't zaligh kijntje,
Cherubijntje, van om hoogh,
D'ydelheden, hier beneden,
Vitlacht met een lodderoog.
Moeder, zeit hy, waarom schreit ghy?
Waarom greit ghy, op mijn lijck?
Boven leef ick, boven zweef ick,
Engeltje van 't hemelrijck:
En ick blinck 'er, en ick drincker,
't Geen de schincker alles goets
Schenckt de zielen, die daar krielen,
Dertel van veel overvloets.
Leer dan reizen met gepeizen
Naar pallaizen, uit het slick
Dezer werrelt, die zoo dwerrelt.
Eeuwigh gaat voor oogenblick.
Schedels, die herinneren aan de zekerheid van de dood; rotte vrucht (bederf); bellen (de beknoptheid van het leven en de plotselinge dood); rook, horloges en zandlopers (de beknoptheid van het leven); en muziekinstrumenten staan voor de beknoptheid en de vluchtige aard van het leven. Fruit, bloemen en vlinders worden op dezelfde manier gebruikt. Een gepelde citroen was, net als het leven, aantrekkelijk om naar te kijken, maar bitter van smaak.

Slide 4 - Tekstslide

Theater van de Republiek

Het begin - De rederijkers

Ontwikkeling - Belangrijke invloeden

Ontplooiing - Schouwburg, genres  en opvoeringen

Professionalisering 

Slide 5 - Tekstslide

Het beginDe rederijkers
  • Sinds 15e eeuw belangrijk voor ontwikkeling literatuur:
    --> Verbeteren kwaliteit toneel
    --> Bevordering Nederlandse taal
  • Collectie (rijke) burgers en regenten bijeen in rederijkerskamers
  • Beoefenen van voordrachtkunst; retorica, poëzie voordragen en toneel spelen.
  • Keken vanuit de blik van de burger naar de samenleving
  • Felle kritiek op overheid
  • Retorica = welsprekendheid, de kunst van het spreken in het openbaar

Slide 6 - Tekstslide

Rederijkers in de burgerij
  • Voorheen enkel onder vaste leden, vanaf 1600 toegang voor niet-leden
    --> Start bloei en invloed op theater.
  • Organisatie:
    - De Deken (voorzitter)
    - De Fiscaal (penningmeester)
    - De Prince (erevoorzitter)
    - De Factor (artistiek leider)
  • Leden zelf naam maken

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Invloed op theater
  • Vanaf 1600 verdwijnt het gesloten karakter van de rederijkerskamers, dit komt door het verlangen naar meer openheid
    Gevolg = niet-leden kunnen podium avonden bijwonen tegen betaling. 
          -->  aanleiding voor schouwburg; hele volk heeft toegang tot voorstellingen
  • Verspreiding politieke boodschappen is verleidelijk voor stadsbesturen --> verspreiding naar een wijder publiek
  • Rederijkers hadden een belangrijke invloed op de ontwikkeling van de Nederlandse taal

Slide 9 - Tekstslide

  • Uit Engeland, Italië en Frankrijk
  • Sommigen vluchten uit eigen land ivm vervolgingen wegens hun beroep of geloof
  • Anderen verspreiding populariteit
  • Talenbarrière bracht pantomime om een boodschap over te brengen 
  • Optredens waren een samensmelting dans, theater, zang en spel.

Reizende theatergroepen

Slide 10 - Tekstslide

Italiaanse reizigers - Commedia dell'arte
  • Eerste beroepsacteurs; acteur speelde altijd hetzelfde personage;
    grondleggers professioneel acteren
  • Renaissance toneel uit Italië 
  • Betaalde optredens op straat met tourpodia, in openbare zalen of aan hoven
  • Meerdere disciplines: dans, zang, spelen, mimespelen, voordrachten
  • Gericht op het publiek (direct)
  • Ter plekke geïmproviseerd; bestaande scenario’s. 
  • Handelingen aangevuld met acrobatiek, grappen en muziek. 

Slide 11 - Tekstslide

  • Vaste personages met dezelfde herkenbare uiterlijke kenmerken, vaak overdreven karikaturen en maskers; gebaseerd op realistische mensen
  • karaktertypes in 4 hoofdcategorieën:
    - De dienaren
    - De oude mannen
    - De jonge geliefden
    - De opschepperige kapiteins  
  • Verhaal vol met thema's als: wanhoop, bedrog en onmogelijke liefde. 
    --> Versierd met gepolijste grappen of handelingen (Lazzi's), spektakels en (meestal) een happy-end

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Slide 15 - Video

Engelse en Franse theatergezelschappen
  • Engelse: Elizabethaans theater. Gebaseerd op stukken van belangrijke toneelschrijvers zoals Marlowe of Shakespeare
  • Beiden: Volgens regels uit de klassieke oudheid. Eenheid van:
    Tijd, plaats en handeling
  • Visueel, beweging, muziek
  • Openbaar; stadsmarkten of pleinen
    Engeland eigen theaters zoals the Globe Theatre en the Curtain
The Globe theatre

Slide 16 - Tekstslide

Tableaux-Vivants
  • "Levend schilderij" statische vorm van theater
  • Spelers bevriezen in een bepaalde handeling, personage of situatie
  • Gordijn omhoog -->modellen bijven stil in een scene staan
  • Pantomime (niet gesproken)

Slide 17 - Tekstslide

  • vaak allegorische (abstracte begrippen voorgesteld als personen) of dramatische situaties uit (kunst)geschiedenis, bijbel, literatuur of het dagelijks leven 
  • Soms met begeleiding van een gedicht of muziek. 
  • Nadruk op poses, gezichtsuitdrukking, enscenering, kostuum, make-up en belichting 

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Wat wordt er bedoeld met
"eenheid van tijd"?
A
Voorschrift dat het stuk zelf niet langer mag zijn dan X aantal uur
B
Voorschrift dat in het stuk specifiek ochtend, dag en nacht getoond moet worden
C
Voorschrift dat een stuk in delen is verdeeld die ieder X aantal uur duren
D
Voorschrift dat het verhaal zich binnen een bepaalde tijd (één dag) af moet spelen.

Slide 20 - Quizvraag

Wat wordt er bedoeld met
"eenheid van plaats?"
A
voorschrift dat het stuk in een specifieke ruimte afgespeeld mag worden
B
voorschrift dat de handeling zich op één plaats dient af te spelen.
C
De schrijver kiest uit een lijst van plaatsen waar het stuk zich in af mag spelen
D
voorschrift dat het stuk zich in X aantal plaatsen moet afspelen.

Slide 21 - Quizvraag

Wat wordt er bedoeld met:
"eenheid van handeling (gebeurtenis)"?
A
één handeling dat niet doorkruist wordt door andere verhaallijnen
B
Allerlei kleinere handelingen ondersteunen een grote handeling die voltooid wordt
C
voorschrift dat er een X aantal handelingen verricht moeten worden
D
voorschrift dat er gekozen moet worden uit een lijst van handelingen

Slide 22 - Quizvraag

Principes Aristoteles
  • 5 bedrijven (delen) afgesloten met een Rei
    Rei (koor) --> Verduidelijking van het verhaal
  • Eenheid van tijd, plaats en handeling
  • Klassieke opbouw:
    Protagonist, antagonist, tritagonist, expositie, agnitio, peripetieia, catharsis.
  • Deus ex machina --> Ingreep van een godheid of heilige

Slide 23 - Tekstslide

  • Calvinisten waren niet blij met toneel (en dans)
    Alhoewel: tolerantie naar toneel --> het publiek kon ervan leren, de burger werd een soort "opgevoed" of in goede banen geleidt
  • De schouwburg was in handen van de stad en leverde veel geld op.
  • Theater gelegenheid versterken nationalisme
  • Ariana Nozeman van Berg was de eerste vrouw op Europees toneel.

Functie van toneel

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Video

De schouwburg in Amsterdam
  • In de Republiek behoefte aan een permanent theater en concertgebouw
  • 1617 oprichting Duytsche academie
    Doel: kwaliteit toneel verbeteren en Nederlandse taal bevorderen  
  • Op de plaats van de academie wordt de schouwburg geopend in 1638, ontwerp Jacob van Campen. Openingsvoorstelling; Gysbrecht van Aemstel
    --> Nieuwe toneelproducties (met tussendans en slotballet)
  • Eerste bouw in klassieke vorm (amfitheater) met klassieke achterwand:
    Toneel in 3 delen voor    
  • Langzaam vermindering openbaar theater (op straat)
  • Shows ter betaling, voor iedere burger bereikbaar

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

  • Voorheen ouderwetse theatervorm
  • 1664 --> Modernisering schouwburg; diep toneel met lijst die het toneel afscheidt.
  • Elke scene op hetzelfde toneel
  • Beschilderd achterdoel en coulissen
  • Toneelmachinerieën 
    - Special effects mogelijk 
    - Kunst en vliegwerk
  • Snelle decorwisseling mogelijk
  • Coulissen: toneeldecor aan de zijkant van het toneel. Het is het onderdeel waar de spelers achter vandaan komen. 
Modernisering 

Slide 28 - Tekstslide

Toneelgenres
Tragedie/treurspel
Blijspelen/klucht
Spektakelstuk
Pastorale


Belangrijke namen binnen de schouwburg: Joost van den Vondel, Gerbrand Adriaenszoon Bredero, Pieter Corneliszoon Hooft, Jan Vos

Slide 29 - Tekstslide

  • Toneelstuk met droevige afloop;  waarin een held door eigen hartstocht of door het nood- lot ten onder gaat
  • Volgens voorschriften Aristoteles (klassieke tragedie)
  • Hooggeplaatste personen
  • Joost van den Vondel:
    Gysbrecht van Aemstel en Lucifer  
  • Vaak na afloop opgevolgd met een Klucht
Tragedie en treurspel

Slide 30 - Tekstslide

Gysbrecht van Aemstel - Joost van den Vondel
Historische gebeurtenis toont overeenkomsten met de tachtigjarige oorlog. 
Verhaal: rond 1300 wordt de stad belegerd. De vijand lijkt zich plotseling terug te trekken, maar laat een schip met een lading wilgen takken achter. Stadsheer van Aemstel denkt dat de stad bevrijd is en het schip wordt als winningsbuit binnengehaald. ’s Nachts blijken er echter soldaten in te zitten en de stad wordt alsnog verslagen. Dan verschijnt een deus ex machina (ingreep vanuit hogere macht). Doel van dit element in het stuk: verheerlijken Republiek en versterking nationalisme.

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Slide 33 - Link

  • Een theaterstuk met als doel het publiek te amuseren en aan het lachen te maken.
  • Verschil klucht en blijspelen:
    - Blijspel (komedie) = de personages zijn beter uitgewerkt en de verhaallijn bevat meer structuur. Vaak verborgen boodschap (ter lering) ---> De Spaanse Brabander
    - Klucht = toneelstuk over alledaagse dingen met veel grappige situaties. Bedoeld om het publiek te laten lachen 
    --> Klucht van de Koe 
  • Klucht vaak ook na tragedie ivm verlichten toon van de avond (afsluiter)
  • Gerbrand Adriaenszoon Bredero:  
Klucht en Blijspel
Spaanschen Brabander en De klucht van de Koe

Slide 34 - Tekstslide

Spaanschen Brabander - Gerbrand Adriaenszoon Bredero
Robbeknol, een Amsterdamse volksjongen, gaat in dienst bij Jerolimo Rodrigo, die uit Antwerpen gevlucht is voor zijn schuldeisers. Jerolimo geeft zich in Amsterdam uit voor welgestelde jonker, maar Robbeknol heeft al snel door dat hij in feite geen cent te makken heeft.
Het belet de oplichter niet een tijdlang op kosten van naïeve lieden grote sier te maken. Wanneer Jerolimo’s Amsterdamse crediteurs hun geld finaal opeisen, verdwijnt Jerolimo met de noorderzon en staat Robbeknol weer op straat.

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Video

Spektakelstuk
  • Dramavorm met sterk accent op het spectaculaire van de handeling.
    - Inhoudelijk worden deze stukken bepaald door het spectaculaire: gruwelijkheden, rampen, sterke tegenstellingen 
    - Special effects: eraf vallen van een arm
    - Technische hulpmiddelen bieden een snelle decorwisseling en met kunst en vliegwerk kunnen de meest ingewikkelde vertoningen gerealiseerd worden. 
  • Deus ex machina --> ingreep van en hogere macht/godheid
  • Aran en Titus - Jan Vos

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Video

Pastorale (herdersspel)
  • De liefde voor het platteland en die steeds een idyllisch (vreedzaam en onschuldig), ongerept en vredig natuurkader oproept.
  • Verheerlijking vredig, oprechte en reine bestaan op het platteland.
    -  genoeg had van het onnatuurlijke en weelderige leven
  • Dramatische poëzie: bijna alle in dichtvorm
  • Keerzijde: De dichters (welgestelde burgers) kenden het leven op het platte land bijna niet 

Slide 39 - Tekstslide

Muziek en dans
  • Ter ondersteuning zang (o.a. rei) en benadrukking/toelichting van het verhaal.
  • Tussen bedrijven door of voor/na een opvoering  
  • Klein orkest ter begeleiding (viool, fluit trompet)
Kostuums
  • Herkennen karakters en onderscheid
    --> kostuum zo dicht mogelijk bij de mode van die tijd 
    --> zo nodig vereenvoudigde versie
    --> waar kon; extra verfraaid 
  • Afhakken ledematen bij spektakelstukken: nep ledematen  

Slide 40 - Tekstslide

In het kort...

Slide 41 - Tekstslide

Wat is jullie bijgebleven over theater?

Slide 42 - Tekstslide

Theater van de burgerlijke cultuur

Slide 43 - Woordweb