In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 70 min
Onderdelen in deze les
Leertekst 2 - Les 1
'Vreemd genoeg' doen wij deel 2 van leertekst 1 eerst!!!
Waarom wilden Middeleeuwse steden stadsrechten? Hoe werden deze steden bestuurd?
Ik wil iets met jullie bespreken, dus ik doe het kortere deel eerst.
Slide 1 - Tekstslide
Vorige les (met meneer Hienekamp)
Ik heb een paar dingen te zeggen.
Ik vond het een enorm fijne les!!! Dankjewel!
Daarom: beloning! Laten we dit volhouden!
Tops van HIE: duidelijke uitleg (LessonUp), leuke filmpjes, goede hulpmiddelen (puzzel en opdrachten).
Tips van HIE: meer afwisseling tussen de instructie (lang), meer vragen aan jullie stellen (begrijp je het?), jullie stellen met opzet 'domme' vragen?
Ik werd heel blij van hoe de les ging, dat hebben jullie misschien wel gemerkt. Zo kan ik leuk lesgeven!
Slide 2 - Tekstslide
Ben je het hiermee eens?
A
Ja
B
Nee
Slide 3 - Quizvraag
Tip en top (over de lessen).
Slide 4 - Open vraag
Herhalen leertekst 1
Ga allemaal staan.
Ik stel een aantal vragen over leertekst 1. Je moet kiezen tussen twee antwoorden. Je kan steeds je hand wel of niet opsteken om voor een antwoord te kiezen.
Foute antwoord? Dan ga je op je stoel zitten.
Degene die het langste blijft staan, krijgt 0,5 punt cadeau bij de toets! Lees de vragen heel goed!
Elke week een winnaar!
Slide 5 - Tekstslide
Rond het jaar 1000 was er een klimaatverandering. Het werd warmer en vochtiger. Dit was goed voor de landbouw.
Hand omhoog = waar
Hand omlaag = niet waar
Niet waar.
Het werd warmer en droger.
Slide 6 - Tekstslide
Omdat de horigen boeren gingen ontginnen, mochten zij stoppen met herendiensten.
Hand omhoog = waar
Hand omlaag = niet waar
Waar.
Dit was een soort beloning voor het ontginnen.
Slide 7 - Tekstslide
Het drieslagstelsel, halsjuk, keerploeg waren uitvindingen die hebben gezorgd voor bevolkingsgroei.
Hand omhoog = waar
Hand omlaag = niet waar
Waar.
Al deze vernieuwingen hebben gezorgd voor meer landbouwopbrengst. Hierdoor werden de mensen gezonder en waren zij vruchtbaarder.
Slide 8 - Tekstslide
Bakker, boer, smid en timmerman zijn allemaal voorbeelden van ambachten.
Hand omhoog = waar
Hand omlaag = niet waar
Niet waar.
Boer is geen ambacht.
Slide 9 - Tekstslide
Domeinen groeiden uit tot steden.
Hand omhoog = waar
Hand omlaag = niet waar
Niet waar.
Steden ontstonden langs rivieren en andere knooppunten. Soms bij oude Romeinse steden. De domeinen bleven nog bestaan onder de heer.
Slide 10 - Tekstslide
Vragen voor de strijders
Nog met zoveel over? Dan moeten we het moeilijker maken!
Er kan maar 1 iemand 0,5 extra krijgen voor leertekst 1.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Video
Ambachten
Door grote landbouwopbrengst > specialisatie in een ambacht.
Ambacht = vak waarbij je iets met de hand maakt.
Kleermaker, bakker, smid, etc.
Ze hoefden niet meer op het domein te wonen. Veel ambachtslieden gaan op 1 plek wonen > stad.