31 oktober 1E

WELKOM
3 Kader
Welkom bij Nederlands



Telefoon in je tas
Tekst
Op je tafel: leesboek,lesboek, schrift en  chromebook
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

WELKOM
3 Kader
Welkom bij Nederlands



Telefoon in je tas
Tekst
Op je tafel: leesboek,lesboek, schrift en  chromebook

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
timer
10:00

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag:
  • bespreken van de toets
  • nieuwe toets 
  • taal §1 moedertaal
  • korte pauze
  • uitleg spelling §1 hoofdletters en leestekens
  • huiswerk
  • einde les

Slide 3 - Tekstslide

Toets grammatica §1,3,5,7
bespreken van de toets
opgeven nieuwe toets

Slide 4 - Tekstslide

Taal § 1 moedertaal

Ik kan/weet het verschil tussen moedertaal, tweede taal en vreemde taal.

Slide 5 - Tekstslide

Korte pauze!
timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Spelling §1 hoofdletters en leestekens

Ik kan/weet
* hoofdletters in zinnen en punten, uitroeptekens en vraagtekens op de juiste manier gebruiken
* hoofdletters bij namen op de juiste manier gebruiken

Slide 7 - Tekstslide

Tekst

hallo allemaal welkom bij het onderdeel spelling hoofdletters en leestekens je leert wanneer je een hoofdletter moet plaatsen en wanneer je leestekens moet gebruiken zoals je ziet mist dit hele stuk hoofdletters en punten wat vind jij daarvan leest het makkelijk of leest het juist moeilijk leestekens en
hoofdletters zijn er voor om teksten makkelijker te kunnen lezen dus hoe het hier staat is natuurlijk helemaal fout maar hoe moet het dan wel wanneer plaats je een hoofdletter


Slide 8 - Tekstslide

Waarom is de tekst die je net gezien hebt fout?

Slide 9 - Woordweb

Waarom gebruiken we hoofdletters en leestekens?

Slide 10 - Woordweb

HOOFDLETTERS EN LEESTEKENS
  • Maken een tekst duidelijker en beter te lezen.
  • De lezer kan de tekst zo ook veel beter begrijpen.

Slide 11 - Tekstslide

LEESTEKENS

- punten

- vraagtekens

- uitroeptekens

- komma's

- dubbele punten

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

PUNT (1)

- Aan het einde van een zin


Vandaag heb ik een hockeywedstrijd.

Morgen ga ik logeren bij mijn vriendin.

Slide 14 - Tekstslide

PUNT (2)

- Na of in sommige afkortingen


d.m.v.  -  m.a.w.  -   i.i.g.

  dhr.  -  mevr.  -   mej.

max.   -  min.  - nr.

Slide 15 - Tekstslide

VRAAGTEKEN

- Na een vraag


Tot hoe laat ben jij vanmiddag op school?

'Neem jij mijn tas mee?' vroeg Martijn.

Slide 16 - Tekstslide

UITROEPTEKEN (1)

- Om aan te geven dat iemand luid roept


'Ik ben beneden!' klonk het vanuit de kelder.



Slide 17 - Tekstslide

UITROEPTEKEN (2)

- Om een bevel of waarschuwing aan te geven


Halt, of ik schiet!

Stop!

Kom hier!



Slide 18 - Tekstslide

KOMMA

- Maakt een zin overzichtelijker

- Staat op de plaats waar je bij hardop lezen even een rust neemt



Slide 19 - Tekstslide

KOMMA (1)

- Als pauzeteken in een zin


Onze hond eet erg veel, toch is hij niet dik.



Slide 20 - Tekstslide

KOMMA (2)

- Tussen de delen van een opsomming


Ik hou van verschillende smaken ijs: chocolade, vanille, bosvruchten en cookie&caramel.



Slide 21 - Tekstslide

KOMMA (3)

- Tussen twee persoonsvormen


Als je fietsband lek is, moet je ervoor zorgen dat het gemaakt wordt.



Samengestelde zin
Van twee zinnen is één zin gemaakt. Een zin heeft dan twee persoonsvormen (dit leer je in leerjaar 2).

Slide 22 - Tekstslide

DUBBELE PUNT (1)

- Voor een opsomming


Je hebt nodig: een ei, een klontje boter en een snufje zout.



Slide 23 - Tekstslide

DUBBELE PUNT (2)

- In plaats van want of immers (uitleg)


Ik ga niet mee naar de film: ik moet huiswerk maken.



Slide 24 - Tekstslide

DUBBELE PUNT (3)

- Voor een aankondiging


Ik heb een nieuwtje: ik ga verhuizen naar Breda.



Na een dubbele punt
Na een dubbele punt gebruik je normaal NOOIT een hoofdletter.

Slide 25 - Tekstslide

Even oefenen! 

Slide 26 - Tekstslide

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.

morgen begint de kermis

Slide 27 - Open vraag

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.
Levi wil je die bak met potloden aangeven

Slide 28 - Open vraag

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.

ik blijf vandaag thuis omdat ik schoolziek ben

Slide 29 - Open vraag

Schrijf over. Zet hoofdletters en leestekens waar dat moet.

mieke heeft veel dieren kippen schapen en honden

Slide 30 - Open vraag

Juist of onjuist:
Lotte zei: 'Wat een leuke jongen'.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 31 - Quizvraag

Juist of onjuist:
Mees riep: Kijk uit voor die fietser!
A
Juist
B
Onjuist

Slide 32 - Quizvraag

Juist of onjuist:
nederlandse
A
Juist
B
Onjuist

Slide 33 - Quizvraag

Juist of onjuist:
Mercedes
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quizvraag

Juist of onjuist:
Pieter Van Duinrade
A
Juist
B
Onjuist

Slide 35 - Quizvraag

Juist of onjuist:
Janneke de Boer
A
Juist
B
Onjuist

Slide 36 - Quizvraag

Slide 37 - Link

Aan het werk met: 
Hoofdstuk 6 spelling paragraaf 1 hoofdletters en leestekens

Maak 1 tm 5



Slide 38 - Tekstslide

Einde Les

Slide 39 - Tekstslide