4.3 en 4.4

Planning
  1. Uitleg 
  2. Aan het werk
  3. Afsluiting
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning
  1. Uitleg 
  2. Aan het werk
  3. Afsluiting

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Afronden op een 2 decimalen betekent dat ik een antwoord met:
A
2 cijfers achter de komma krijg.
B
een geheel getal krijg.
C
4 cijfers achter de komma krijg.
D
een deelstreep krijg.

Slide 5 - Quizvraag

Rond af op twee decimalen:
4,5749
A
4,57
B
4,56
C
4,55
D
4,60

Slide 6 - Quizvraag

Afronden op hele getallen.
15,49 wordt
A
16
B
15
C
15,5
D
15,4

Slide 7 - Quizvraag

Aan je intelligentie kan je weinig veranderen
A
zeer mee oneens
B
oneens
C
eens
D
Zeer eens

Slide 8 - Quizvraag

afronden op 1 decimaal
4,8497
A
4
B
4,7
C
4,85
D
4,8

Slide 9 - Quizvraag

Afronden op duizendtallen.
76 449 wordt:
A
76000
B
76 400
C
76 500
D
77000

Slide 10 - Quizvraag

Rond 1,496953 af op twee decimalen. Welk antwoord is juist?
A
1,49
B
1,50
C
1,51
D
1,497

Slide 11 - Quizvraag

Afronden op een duizendtal
2651 ≈
A
2000
B
3000
C
2600
D
2700

Slide 12 - Quizvraag


3,6213
Afronden op 1 decimaal
A
3,6
B
3,60
C
3,61
D
3,62

Slide 13 - Quizvraag

afronden op helen 99,8
A
≈ 99
B
≈ 100

Slide 14 - Quizvraag

3,475 afronden op een decimaal =
A
3,47
B
3,48
C
3,4
D
3,5

Slide 15 - Quizvraag

afronden op 2 decimalen:
4,56734
A
4,56
B
4,6
C
4,567
D
4,57

Slide 16 - Quizvraag

afronden op 4 decimalen 7,52153
A
≈ 7,5215
B
= 7,5215
C
≈ 7,5216
D
≈ 7,5217

Slide 17 - Quizvraag

Afronden
Als ik een getal wil afronden op 2 decimalen kijk ik naar:
A
de tweede decimaal
B
de derde decimaal
C
de tweede en derde decimaal
D
de derde en vierde decimaal

Slide 18 - Quizvraag

Afronden op een honderdtal
76 449
A
76 000
B
76 400
C
76 500
D
77 000

Slide 19 - Quizvraag

Afronden op een tiental
783 ≈
A
700
B
780
C
790
D
800

Slide 20 - Quizvraag

Afronden op duizendtallen.
17800 wordt
A
17000
B
17900
C
18000
D
17500

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide