Praktijklessen microscopie 1mh

starttaak 'microscopie'
Pak uit je tas:
- boek
- potlood
- gum

Tas onder het bord aub.

timer
5:00
1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo g, t, mavoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 51 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

starttaak 'microscopie'
Pak uit je tas:
- boek
- potlood
- gum

Tas onder het bord aub.

timer
5:00

Slide 1 - Tekstslide

Werken met de microscoop
Je kan de onderdelen van de microscoop benoemen.

Je kunt (volgens de vaste stappen) met een microscoop werken.

Je kent de tekenregels en kunt ze toepassen. 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Stappenplan microscoop 


Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

blz. 150 - 151 Bvj

Slide 11 - Tekstslide

1. Scherpstellen bij de kleinste vergroting, blz 150
  1. Zet de microscoop voor je met het statief naar je toe.
  2. Controleer of het diafragma op de grootste opening staat.
  3. Controleer of je het kleinste objectief (4×) gebruikt.
  4. Stel de microscoop scherp op het preparaat. Gebruik hierbij blz 145 (afb 6). Zie je niets? Kijk dan op blz 146 (afb. 8).
  5. Zoek een duidelijk gedeelte van het voorwerp door het preparaat te verschuiven.
  6. Maak een schematische tekening van het voorwerp.

Slide 12 - Tekstslide

  1. Op blz. 146 (afb. 7) zie je wat je verder moet doen om scherp te stellen bij een grotere vergroting. Je moet dit doen als je van een vergroting van 40×naar 100× gaat. Je moet dit opnieuw doen als je van een vergroting van 100× naar 400× gaat.
  2. Bekijk een deel van het voorwerp bij een vergroting van 400×.
  3. Ruim de microscoop op. Draai met de revolver eerst het kleinste objectief onder. Draai daarna de tafel omlaag en neem het preparaat weg. Houd de microscoop altijd aan het statief vast en ondersteun de microscoop met je andere hand.
2. Scherpstellen bij een grotere vergroting, blz 151

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

starttaak 'microscopie'
Pak uit je tas:
- potlood
- gum
- liniaal / geo

Tas onder het bord aub.

timer
5:00

Slide 15 - Tekstslide

waterpest
Waterpest en ui

Slide 16 - Tekstslide

Werken met de microscoop
Je weet hoe je een preparaat moet maken. 

Je kunt de microscoop scherpstellen bij een grotere vergroting

Je kent de tekenregels voor cellen en kunt deze toepassen. 

Slide 17 - Tekstslide

Natuurgetrouwe tekening
Schematische tekening

Slide 18 - Tekstslide

Tekenregels:
- Gebruik een scherp HB-potlood (geen stift/pen/kleurpotlood)
- Maak een net kader (met liniaal)
- Benoem het object (titel), soort tekening, de vergroting, je naam en je klas.
-Gebruik de ruimte op het blad (teken groot)
- Niet schetsen, inkleuren
- gesloten vormen
- Geef onderdelen aan met horizontale lijnen (liniaal)

Slide 19 - Tekstslide

Let op
Als je 1 cel moet tekenen: 

Teken van de aangrenzende cellen wel een klein deel van hun wand. Zo dus ...

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Tekentechniek: goed en fout

Slide 22 - Tekstslide

Tekentechniek: goed en fout

Slide 23 - Tekstslide

Deze delen benoem je op een tekening van een plantaardige cel als je ze ziet/ze er zijn.

Slide 24 - Tekstslide

Volg de tekenregels op, dus maak een kader met op de juiste plaatsen de beschrijvingen van de tekening.

Slide 25 - Tekstslide

40-100-400 x vergroten
Dit wil je graag zien als je 400 x hebt vergroot.

Je kiest bij 40 x al een duidelijke mooie cel met nogal wat bladgroenkorrels.

Je weet dat je bij 400 x op verschillende lagen kunt scherpstellen.

Kies de laag die duidelijk is, DAN kun je gaan tekenen

Slide 26 - Tekstslide

Scherpstellen 40 - 100 - 400 x
40 x  (rood)
Breng de aanwijsnaald bij een mooie duidelijke plantaardige cel
100 x (geel)
De punt van de aanwijsnaald bij de duidelijke plantaardige cel
400 x (blauw)
Je ziet scherp: De plantaardige cel met alle celkenmerken
                                De celkern zie je meestal niet


Stel scherp, draai aan de grote stelschroef
Stel scherp, draai aan de kleine stelschroef
Stel scherp, draai aan de kleine stelschroef

Slide 27 - Tekstslide

Werkwijze preparaat waterpest
Je maakt het preparaat op je eigen tafel / je bureau.
  • 1 druppel water op het objectglas
  • blad van waterpest plant losmaken van stengel met een pincet

  • het object (het blad) in de druppel leggen (niet dubbelgevouwen, want een object moet altijd 1 cellaag dik zijn)
  • dekglaasje voorzichtig erop laten zakken
  • evt. teveel aan vocht weg halen (met filtreerpapiertje)
Pas als je preparaat klaar is leg je deze op de tafel van de microscoop.




    Slide 28 - Tekstslide

    Slide 29 - Video

    Schuif het dekglaasje over het objectglas naar de druppel.
    Als het water wordt geraakt, laat je het dekglaasje rustig 'vallen'

    Zie je een zwarte ring? Dit is een luchtbelletje.

    Slide 30 - Tekstslide

     Het dekglaasje

    - Pas op: Het dekglaasje is heel dun, breekt snel en is dan  scherp
       
    - Let goed op dat je maar 1 dekglaasje op je object legt!

    - Het dekglaasje gaat bij het glasafval, lever dus apart in!

    Slide 31 - Tekstslide


    • teken de gekozen cel groot (ongeveer 10 cm: vorm in verhouding)
    • teken strakke lijnen (niet schetsen)
    • teken wat je ziet (gum zo weinig mogelijk)
    • gebruik een hb-potlood, druk niet te hard / niet te zacht/ niet te dik
    • teken met gesloten lijnen
    • niet inkleuren wat je getekend hebt
    • Noteer boven de tekening: titel, soort tekening, vergroting, naam, klas , datum
                        Maak een schematische tekening van 1 cel

    Teken naast de gekozen cel alleen een deel van de wanden
    van de aangrenzende cellen ('beginnetjes'!)
    Benoem de onderdelen. Trek horizontale lijnen opzij met een lineaal 
    Benoem: Celwand, celmembraan, bladgroenkorrel, cytoplasma (en soms: celkern).

    Slide 32 - Tekstslide

    Opruimen - inleveren 
    1. kleinste objectief ervoor (draai aan de revolver)
    2. Tafel naar beneden (draai aan de grote stelschroef)
    3. Preparaat verwijderen 
    4. Lampje uit
    5. Dekglaasje inleveren voor glasbak
    6. Objectglas en andere materialen schoonvegen en inleveren (in bakje)
    7. Microscoop opruimen 
           Draag de microscoop midden voor je lichaam, vasthouden aan de voet en het statief 

      9. Werkplek is schoon
    10. Gemaakte werk inleveren bij de docent.

    Slide 33 - Tekstslide

    Slide 34 - Tekstslide

    Slide 35 - Tekstslide

    uienvlies
    timer
    5:00
    Pak je spullen, tas onder bord.

    Slide 36 - Tekstslide

    Slide 37 - Tekstslide

    Werken met de microscoop
    Je weet hoe je een preparaat moet maken. 

    Je kunt de microscoop scherpstellen bij een grotere vergroting

    Je kent de tekenregels voor cellen en kunt deze toepassen. 

    Slide 38 - Tekstslide

    Werkwijze preparaat ui vliesje
    - Een ui bestaat uit rokken: verdikte bladeren. 
    - Géén bladgroenkorrels.

    Aan de binnenkant van een rok zit een dun velletje: 
    --> weefsel van één cellaag dik

    Slide 39 - Tekstslide

    Slide 40 - Video

    Werkwijze preparaat ui vliesje
    Je maakt het preparaat op je eigen tafel / je bureau.
    • 1 druppel jodium op het objectglas
    • dun vliesje (opperhuid) van de ui losmaken

    • het object (het vliesje) in de druppel jodium leggen (niet dubbelgevouwen)
    • dekglaasje er op (zorg dat er geen luchtbellen ontstaan)
    • evt. teveel aan vocht weg halen (filtreerpapiertje)




      Slide 41 - Tekstslide

      Hoe zat het ook al weer met biologisch tekenen?

      Slide 42 - Tekstslide

      Slide 43 - Tekstslide

      Kies 3 cellen uit. Bekijk deze goed!
      Teken deze 3 cellen zo precies mogelijk na.

      Eerst de celmembranen. Teken de cellen vlak naast 
      elkaar. Dan de beginnetjes van de omliggende 
      cellen. Nu heb je een celwand getekend.
      Bekijk bij 100X
      Maak een schematische tekening van 3 cellen van een uienvliesje

      Benoem: Celwand, celmembraan, cytoplasma, celkern

      Slide 44 - Tekstslide

      Opruimen 
      1. kleinste objectief ervoor (draai aan de revolver)
      2. Tafel naar beneden (draai aan de grote stelschroef)
      3. Preparaat verwijderen 
      4. Lampje uit
      5. snoer netjes oprollen.
      preparaat geheel in zwart bakje
      stukjes ui in prullenbak
      Klaar? Zitten!

      Slide 45 - Tekstslide

      Slide 46 - Tekstslide

      Opruimen - inleveren 
      1. kleinste objectief ervoor (draai aan de revolver)
      2. Tafel naar beneden (draai aan de grote stelschroef)
      3. Preparaat verwijderen 
      4. Lampje uit
      5. Dekglaasje inleveren voor glasbak
      6. Objectglas en andere materialen schoonvegen en inleveren (in bakje)
      7. Microscoop opruimen 
             Draag de microscoop midden voor je lichaam, vasthouden aan de voet en het statief 

        9. Werkplek is schoon
      10. Gemaakte werk inleveren bij de docent.

      Slide 47 - Tekstslide

      Vandaag is het oefenen, maar volgende week is het voor een beoordeling.

      Hoe vindt de beoordeling plaats?

      Slide 48 - Tekstslide

      Slide 49 - Tekstslide

      Beoordeling omgang microscoop
      Je begint met 6 punten bij dit onderdeel. Voor iedere keer dat het niet goed gaat, je een ingreep nodig hebt en/of hulp nodig hebt, krijg je een minpunt. 
      Je mag 1x hulp vragen en/of krijgen zonder dat het je punten kost.

      Kenmerken beoordeling: 
      Je houdt de microscoop goed vast bij verplaatsen en werkt zorgvuldig met de materialen.
      Je kan de microscoop goed scherpstellen op de gevraagde vergroting.
      Je plaatst het preparaat op de juiste manier op de microscoop.
      Je ruimt de microscoop op de juiste manier op (of laat hem op de juiste manier achter).

      Slide 50 - Tekstslide

      Benoem de onderdelen

      Slide 51 - Tekstslide