Gelijkvormige driehoeken aangeven met de juiste notatie.
Slide 4 - Tekstslide
Welke driehoek is gelijkvormig aan driehoek DEF?
A
BCA
B
ABC
C
CBA
D
BAC
Slide 5 - Quizvraag
Lengtes in een driehoek berekenen met gelijkvormigheid.
Slide 6 - Tekstslide
Opdracht:
Driehoek DEF is een vergroting van driehoek BCA.
Teken de tabel die hoort bij deze gelijkvormige driehoeken.
timer
1:30
Slide 7 - Tekstslide
Antwoord:
Driehoek DEF is een vergroting van driehoek BCA.
Teken de tabel die hoort bij deze gelijkvormige driehoeken.
Slide 8 - Tekstslide
Driehoek DEF is een vergroting van driehoek BCA. Bereken de lengte van EF en van DE. EF= DE=
timer
1:00
Slide 9 - Open vraag
Antwoord:
Slide 10 - Tekstslide
6.3 Oppervlakte en inhoud vergroten
Slide 11 - Tekstslide
Zet de juiste formules bij elkaar.
vergrotingsfactor =
oppervlakte vergroting =
inhoud vergroting =
lengte beeld: lengte origineel
opp. origineel x vergrotingsfactor2
inhoud origineel x vergrotingsfactor3
Slide 12 - Sleepvraag
De oppervlakte van een vergroting berekenen.
Slide 13 - Tekstslide
Wat is de oppervlakte van de grote dino?
A
1,47
B
2,80
C
2,58
D
1,99
Slide 14 - Quizvraag
Opp vergroting = vergrotingsfactor2 x opp origineel
Vergrotingsfactor = 2,8 : 1,9 = 1,47
Opp origineel = 0,92
Opp vergroting = 1,472 x 0,92 = 1,99 cm2
Slide 15 - Tekstslide
De inhoud van een vergroting berekenen.
Slide 16 - Tekstslide
De inhoud van de linkerdoos is 8 liter. Wat is de inhoud van de rechterdoos? 1. bereken eerst de vergrotingsfactor 2. gebruik daarna de formule om de inhoud te berekenen
Slide 17 - Open vraag
Vergrotingsfactor =
lengte beeld : lengte origineel =
54 : 36= 1,5
inhoud beeld =
1,5³ x 8liter =
3,275
= 27 liter
Slide 18 - Tekstslide
6.4 Schaal
Slide 19 - Tekstslide
Afstand in de werkelijkheid berekenen.
Op de kaart hieronder is het van Rijssen naar Hengelo 4,2 cm.
Hoeveel km is dat in werkelijkheid?
Slide 20 - Tekstslide
De afstand op een kaart is 5,5 cm. De schaal is 1:4000 Hoeveel meter is de afstand in werkelijkheid? Typ je berekening en je antwoord in.
timer
1:00
Slide 21 - Open vraag
De afstand op een kaart is 5,5 cm.
De schaal is 1:4000
Hoeveel meter is de afstand in werkelijkheid?
Antwoord:
1:4000 betekend dat het in de werkelijkheid 4000 x groter is.
Dus in het echt is het 5,5 x 4000 = 22000 cm
22000 cm = 220 meter
Slide 22 - Tekstslide
De schaal bepalen bij een schaallijn en een schaallijn tekenen.
Slide 23 - Tekstslide
Welke schaal hoort er bij deze schaallijn?
A
1:200
B
1:1200
C
1:20000
D
200:1200
Slide 24 - Quizvraag
Tekening maken op schaal.
Slide 25 - Tekstslide
A
0,23 cm
B
23 cm
C
75 cm
D
0,75 cm
Slide 26 - Quizvraag
Teken het bovenaanzicht van dit gebouw op schaal 1 : 1000
timer
1:00
Slide 27 - Tekstslide
Teken het bovenaanzicht van dit gebouw op schaal 1 : 1000