Nederlands Perron 3 samenstellingen

Nederlands (week 16) 
Perron 3
Samenstellingen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands (week 16) 
Perron 3
Samenstellingen

Slide 1 - Tekstslide

Mijn huiswerk (opgave 1 t/m 5) heb ik af.
Ja, helemaal af. Ik had geen moeite met de vragen.
Ja, helemaal af, maar wel met moeite.
Nee, bijna af. Ik vond het lastig.
Huiswerk? Hadden we dat dan? Ik moet nog beginnen

Slide 2 - Poll

Wat zijn lidwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 3 - Quizvraag


Kies de juiste woordsoort.
Ik fiets nog snel even naar de winkel.
A
Bepaald lidwoord (blw)
B
Onbepaald lidwoord (olw)

Slide 4 - Quizvraag

Lidwoorden                                                 de, het, een
Hoort altijd bij een ZN dat erachter staat!

 
= Bepaald lidwoord
= blw
- de + het
Onbepaald lidwoord
= olw
- een
- als je het kunt uitspreken als 'n 
Er kan maar een iemand de winnaar zijn.
Is het een vogel of een vliegtuig?

Slide 5 - Tekstslide

ZELFSTANDIG NAAMWOORD




Mensen
docent, meisje, secretaresse, voetballer, bouwvakker, schoonheidsspecialist, bakker...
Dieren
Ezel, lieveheersbeestje, slang, tor, hond, muis, oxelot...
Planten/natuurverschijnselen
Zonnebloem, orkaan, regenbui, zonneschijn, eik, beukenboom...
Dingen/gevoel
Tafel, schrift, fiets, kaasschaaf, geluk, liefde, haat, honger...
(Eigen) namen
Robin, Karel, Mees, Praxis, Amsterdam, Eiffeltoren, Jansen...

Slide 6 - Tekstslide

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?
A
de, het , een
B
slimme, mooie, rode
C
fiets, boek, volleybal
D
lopen, werken, denken

Slide 7 - Quizvraag

Lesdoel deze week:
Aan het einde van de les kun je samenstellingen herkennen en correct schrijven.

Slide 8 - Tekstslide

Samenstellingen

Slide 9 - Tekstslide

boek
doos
boom
klink
bel
fiets
deur
schoenen
slag
lees

Slide 10 - Sleepvraag

Theorie samenstellingen
Een samenstelling is een combinatie van zelfstandige naamwoorden die samen een nieuw woord vormen. 

keuken + kast = de keukenkast,
courgette + soep = de courgettesoep
spel + regel = de spelregel


Slide 11 - Tekstslide

Huis/Thuiswerk
Perron 3 vanaf blz. 42 Opdracht 6, 7
Nieuwsbegrip tekst "Vliegen als een huis" maken de actief lezen les of de woordenschatles (keuze)

Slide 12 - Tekstslide

Evaluatie
Lesdoelen behaald?
Aan het einde van de les kun je samenstellingen herkennen en correct schrijven.
Hoe ging de les? Wat kan er anders?

Slide 13 - Tekstslide