1M herhalen 6.1

We gaan op herhaling
Paragraaf 6.1 
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

We gaan op herhaling
Paragraaf 6.1 

Slide 1 - Tekstslide

Paragraaf 1: De kerk scheurt!

Slide 2 - Tekstslide

Deze "toets" gaat over het tijdvak van ontdekkers en hervormers.
Wat zijn hervormers
A
Mensen die een land anders hebben ingedeeld.
B
Mensen die het leger hebben hervormd.
C
Mensen die het geloof hebben veranderd.
D
De Nederlandse opstandelingen.

Slide 3 - Quizvraag

Waar of niet waar? De brief met 95 stellingen die Luther op de kerkdeur spijkert is een aflaat
A
Waar.
B
Niet waar.

Slide 4 - Quizvraag

→Sleep de onderdelen naar de juiste plek
Protestant
Katholiek
Maarten Luther
De Paus
Aflaten
Bijbel in volkstaal
Bijbel in het Latijn
Geen luxe
'Kale' kerk
Beelden in de kerk

Slide 5 - Sleepvraag

Welke kerkelijke functie heeft de man op de afbeelding?
A
Een Paus.
B
Een Priester.
C
Een Heilige.
D
Een Monnik.

Slide 6 - Quizvraag

Waarom vond Maarthen Luther aflaten slecht?
A
Hij kreeg er zelf geen winst van.
B
Hij vond dat een plekje in de hemel niet gekocht kon worden.
C
Hij wist dat het geld was voor de St-Pieterskerk.
D
Hij vond het niet eerlijk tegenover arme mensen.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is er op deze afbeelding gaande?
A
Begin van de opstand.
B
Hagenpreek.
C
Beeldenstorm.
D
Publieke executie.

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een ketter?
A
Iemand die niet gelooft volgens de regels van de Paus.
B
Iemand die gelooft in Allah.
C
Iemand die gelooft in de katholieke kerk.
D
Iemand die niet gelooft in een God.

Slide 9 - Quizvraag

Het veranderen van een geloof noemen we ook wel?
A
Aanpassen.
B
Hervormen.
C
Veranderen.
D
Evolutie.

Slide 10 - Quizvraag

Wat is geen kritiek van Luther op de katholieke kerk?
A
De verkoop van aflaten.
B
De bijbel was niet te begrijpen.
C
Priesters gedroegen zich niet goed.
D
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 11 - Quizvraag

Noteer de letter van een zin die past bij de opvattingen van de protestanten.
(twee antwoorden kunnen goed zijn)

A
De paus is de leider van de kerk.
B
Geestelijken mogen trouwen.
C
Alleen God kan de mensen redden.
D
Het is onjuist om beelden te vereren.

Slide 12 - Quizvraag

Welk van de volgende beweringen is juist?
A
De inquisitie veroordeelden alleen maar Protestanten.
B
Willem van Oranje was een voorstander van de inquisitie.
C
De inquisitie veroordeelden Protestanten en katholieken.
D
De inquisitie veroordeelden alleen maar katholieken.

Slide 13 - Quizvraag

Dit is een .....
A
Protestantse kerk.
B
Katholieke kerk.

Slide 14 - Quizvraag

Een nieuwe tijd

De Renaissance

Slide 15 - Tekstslide

Wat betekend Renaissance?

Slide 16 - Open vraag

Renaissance
  • Betekent: wedergeboorte van de Griekse en Romeinse kunst en cultuur

  • Periode tussen ongeveer 1450-1600

  • Ontstaan in Italië

Slide 17 - Tekstslide

Waarom begon de Renaissance in Italië?

Slide 18 - Open vraag

Waarom in Italië? (1)
  • Veel overblijfselen uit de Romeinse tijd

  • Door handel: meer geld en contacten met andere culturen (Afrika, Midden-Oosten, Azië)

  • Genieten van luxe spullen

Slide 19 - Tekstslide

Waarom in Italië? (2)
  • Rijke Italianen willen kunst (van zichzelf)

  • Kunstenaars krijgen daarom veel geld

  • Kunst wordt daardoor steeds beter

Slide 20 - Tekstslide

Wat hoort bij de middeleeuwen?
A
Carpe Diem
B
Memento Mori
C
bonum mane
D
Luctor et emergo

Slide 21 - Quizvraag

Anders denken over het leven en de dood
  • Memento mori (Gedenk te sterven), wordt carpe diem (Pluk de dag)

  • Mensen gaan meer leven voor het leven nu, en niet voor het leven na de dood

  • God en geloof blijven heel erg belangrijk, maar het vertrouwen in de kerk wordt minder

Slide 22 - Tekstslide

Kenmerken van de Renaissance-kunst (1)
  • wedergeboorte van de Griekse- en Romeinse kunst/cultuur

  • realistisch

  • veel details

  • perspectief (weergeven van diepte)

Slide 23 - Tekstslide

Noem twee bekende kunstenaars

Slide 24 - Open vraag

Kenmerken van de Renaissance-kunst (2)

  • thema’s: Griekse/Romeinse mythen/sagen, maar ook Bijbelse verhalen

  • naakt

  • observeren, dan pas schilderen

Slide 25 - Tekstslide

Het orgineel:
rond 120 na Chr.
De kopie:
rond 1580 na Chr.

Slide 26 - Tekstslide





Sint-Pietersbasiliek, Rome

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide




Leonardo da Vinci



Homo universalis (Universele mens)

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

1

Slide 38 - Video

00:05-00:15

Slide 39 - Tekstslide

Anatomie
Kennis van het menselijk lichaam

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Naast kunst was Humanisme ook belangrijk in deze periode. Wat is dat?

Slide 42 - Open vraag

Wie was Nederlands bekendste humanist?
A
Willem van Oranje
B
Antoni van Leeuwenhoek
C
Eise Eisinga
D
Desiderius Erasmus

Slide 43 - Quizvraag