In de achttiende eeuw begon in Groot-Brittannië het proces van industrialisatie. Door mechanisatie veranderde het productieproces, waardoor ook de organisatie van de productie veranderde. Kleine werkplaatsen werden bijvoorbeeld vervangen door fabrieken.
Er ontstond met name traditionele industrie, zoals ijzer- en staalindustrie, scheepsbouw en textielindustrie. Natuurlijke factoren bepaalden de vestigingsplaats: de ijzer- en staalindustrie ontstond nabij steenkoolvelden en de scheepsbouw en textielindustrie nabij havens. Deze laatste tak was immers afhankelijk van de aanvoer van katoen uit Zuid-Azië.
Zo kwam het zwaartepunt van deze traditionele industrie vooral centraal in Groot-Brittannië te liggen. Hier ontstonden ook grote industriesteden, zoals Liverpool en Manchester