Paragraaf 1.9

Leerdoelen p 1.9
  • Je kunt uitleggen waarom GB een centrumland is
  • Je kunt vertellen hoe de economie van GB is veranderd van een industriele in een diensteneconomie.
  • Je weet waarom in GB de sociale en ruimtelijke verschillen toenemen
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 21 slides, met tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen p 1.9
  • Je kunt uitleggen waarom GB een centrumland is
  • Je kunt vertellen hoe de economie van GB is veranderd van een industriele in een diensteneconomie.
  • Je weet waarom in GB de sociale en ruimtelijke verschillen toenemen

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Opdrachten
Maak opdrachten 3 en 4

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 3
3 a Deze industrieën waren afhankelijk van natuurlijke factoren, zoals steenkoolvelden en havens. Die waren vooral centraal in Groot-Brittannië aanwezig.
b Door industrialisatie veranderde de organisatie van het productieproces. In plaats van kleine werkplaatsen ontstonden er grote fabrieken. De werkgelegenheid in deze fabrieken trok veel mensen aan, waardoor deze steden hard groeiden en grote industriesteden werden.

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht 4a
4 a Globalisering zorgde voor een toename van buitenlandse concurrentie. Doordat de Britse fabrieken verouderd waren en de lonen hoog lagen, kon Groot-Brittannië deze concurrentie niet aan en vanaf het begin van de jaren zestig kreeg de Britse industrie het heel moeilijk. Bedrijven in deze sector moesten krimpen of sluiten. Dit ging ten koste van veel banen. Het aandeel van de beroepsbevolking dat werkte in de industrie daalde daarom vanaf toen.

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht 4b, c
4b In China lagen de lonen lager dan in Groot-Brittannië. Een aantal Britse bedrijven verplaatste hun activiteiten daarom naar China. De werkloosheid in de Britse industrie nam toe, terwijl in China juist een groter percentage van de beroepsbevolking in de industrie ging werken.
c B

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Opdrachten
Maak opdrachten 6 en 7

Slide 16 - Tekstslide

Opdracht 6a, b
6 a De huishoudinkomens zijn gemiddeld het hoogst in het zuiden van Groot-Brittannië, terwijl ze in het midden juist relatief laag zijn. Het noorden van Groot-Brittannië zit hier tussenin.
b − Het midden van Groot-Brittannië was het centrum van de traditionele industrie. Door globalisering is de internationale concurrentie toegenomen. Hierdoor zijn veel ontslagen gevallen, waardoor de werkloosheid in dit gebied hoog is en het gemiddelde huishoudinkomen dus gedaald is.
− Bovendien zijn door internationale concurrentie de lonen gedaald van de mensen die wel werk hebben.

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 6c
6c Globalisering is een proces dat steeds sterker wordt. Handel en bedrijvigheid neemt over het algemeen toe. Hiervoor is ondersteuning nodig door de zakelijke dienstverlening, zoals banken of verzekeraars. Deze dienstverlening blijft dus groeien en winst maken, waardoor de mensen die hierin werken steeds welvarender worden.

Slide 18 - Tekstslide

Opdracht 6d
6d Door globalisering kunnen bedrijven zich gemakkelijker overal ter wereld vestigen. Ook voor bijvoorbeeld Amerikaanse of Aziatische bedrijven is Liverpool nu een optie, mits de voorwaarden voor deze bedrijven gunstig zijn.

Slide 19 - Tekstslide

Opdracht 7a

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht 7b
7b Voorbeelden van juiste antwoorden:
– Migranten beheersen de Engelse taal minder goed dan Britten.
– Migranten weten te weinig over de Britse gang van zaken in hun vakgebied (denk bijvoorbeeld aan rechters of accountants die de Britse wetten en regels niet voldoende kennen).
– Racisme, of te grote culturele verschillen.

Slide 21 - Tekstslide