Ik kan lidwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden benoemen.
Slide 3 - Tekstslide
woordsoorten - lidwoorden
de, het, een
bepaald lidwoord: de, het
onbepaald lidwoord: een
Slide 4 - Tekstslide
zelfstandig naamwoord
Zelfstandig naamwoord -> geeft een naam aan zelfstandige dingen
-namen van mensen, dieren en dingen: Daniël, Woezel, Volvo, Groningen
-woorden voor concrete zaken: chocola, huis, dier, verf, e-mail
-woorden voor abstracte zaken: angst, liefde, overwinning, verdriet, succes
Slide 5 - Tekstslide
bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord geeft extra informatie over het zelfstandig naamwoord. Er wordt dus informatie 'bijgevoegd'.
Zo herken je een bvnw:
-zegt iets over een zelfstandig naamwoord: de oude man, de dure auto
-kan worden verbogen: rood - rode, mooi - mooie
-staat soms voor het zelfstandig naamwoord: de rode auto
-staat soms achter het zelfstandig naamwoord: de auto is rood
Slide 6 - Tekstslide
werkwoorden
Zelfstandig werkwoord:
Er staat altijd maar één zelfstandig werkwoord in de zin, dit is ook gelijk het belangrijkste werkwoord: lopen, fietsen, lezen
Hulpwerkwoord:
Een hulpwerkwoord 'helpt' het zelfstandig werkwoord: Ik heb een boek gelezen
Slide 7 - Tekstslide
Opdracht
Grammatica 1 - les 1
Slide 8 - Tekstslide
Grammatica 1 - les 1
Ik kan lidwoorden, zelfstandige naamwoorden, bijvoeglijke naamwoorden, zelfstandige werkwoorden en hulpwerkwoorden benoemen.
Slide 9 - Tekstslide
De regels van drie
Doelen:
-Ik kan vertellen hoe ik een verhaal beleef.
-Ik kan mijn mening geven over een tekst.
-Ik kan uitleggen hoe de familierelaties en de
emotionele relaties binnen een verhaal zijn.
-Ik kan uitleggen wat de functie is van een
verhaal binnen een verhaal.
-Ik kan uitleggen wat de functie van weersbeschrijvingen kunnen zijn.
Slide 10 - Tekstslide
De regels van drie
Lezen H9 t/m H11
Slide 11 - Tekstslide
De regels van drie
Twan en Linde staan voor een dilemma. Wat is het dilemma?
In H8 t/m 11 staan veel weersbeschrijvingen. Waarom zou de schrijfster dit doen?
Slide 12 - Tekstslide
Het eind
Wat gebeurt er na het einde in het boek? Gaat opi de bergen in en blijft hij daar of lukt het Linde en Twan opi te vinden en mee terug naar huis te nemen, terug naar Nederland met oma en mama mee?
Beschrijf in minimaal 50 en maximaal 100 woorden hoe het verhaal volgens jullie afloopt.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.