10.2 Bloeddruk

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 10.2: Bloeddruk
Voorkennisvragen
Op het wisbordje:
1. Op welk moment was de bloeddruk in de slagaders het hoogst? Hoe noemen we deze druk?
2. Wat gebeurt er met de bloeddruk als de aders/slagaders vernauwen door artherosclerose?
3. Door welke prikkel sluit het foramen ovale na de geboorte?

1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
Paragraaf 10.2: Bloeddruk
Voorkennisvragen
Op het wisbordje:
1. Op welk moment was de bloeddruk in de slagaders het hoogst? Hoe noemen we deze druk?
2. Wat gebeurt er met de bloeddruk als de aders/slagaders vernauwen door artherosclerose?
3. Door welke prikkel sluit het foramen ovale na de geboorte?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Hartfasen
1. Bloed komt hart binnen via boezems.

2. Bloed stroomt naar de kamers.

3. Bloed wordt weggepompt door de kamer.

Linkerkant:
bloed van longader, bloed naar aorta

Rechterkant:
bloed van holle aders, bloed naar longslagader

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Neemt de doorsnede-oppervlak van de bloedvaten toe of af naarmate het bloed van het hart afstroomt?

Slide 9 - Open vraag

Neemt de stroomsnelheid van het bloed toe of af naarmate het bloed van het hart afstroomt?

Slide 10 - Open vraag

Neemt de bloeddruk van het bloed toe of af naarmate het bloed van het hart afstroomt?

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Lees 10.2 Bloeddruk (blz. 52 + 53)

Slide 14 - Tekstslide

Gevolgen van een hoge bloedruk
- Bovendruk 140 mmHg of hoger is.
- Onderdruk 90 mmHg of hoger is.

Langdurige hoge bloeddruk kan leiden tot  beschadigingen aan de wanden van de bloedvaten. O.a. cholesterol kan ophopen (artherosclerose) en de kans op een hartinfarct of beroerte neemt toe. 


Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag met leerdoelen:
Maken opdracht 14 t/m 20

Slide 16 - Tekstslide