Lijdende & bedrijvende zin
Bedrijvende zin: actief, het onderwerp doet iets.
vb. De man koopt een auto. Jan organiseert een feest. Mijn buurman had de haag gesnoeid.
Lijdende zin: passief, het onderwerp verandert in lijdend vw.
Je kan een lijdende zin aan nog 2 dingen herkennen:
- een vorm van het hulpww worden
- een door-bepaling ( een zinsdeel dat met door begint en aangeeft wie de handeling verricht.)
vb. De auto wordt door de man gekocht. Het feest wordt georganiseerd door Jan. De haag wordt gesnoeid door mijn buurman.
Tip!: Kijk wie de handeling uitvoert, doet het onderwerp het zelf --> bedrijvend . Niet?-->lijdend.