Je zegt twee keer ongeveer hetzelfde met verschillende woorden en de woorden behoren tot verschillende
woordsoorten. Je gebruikt het om een
eigenschap van iets te benadrukken. Als je het gebruikt, moet je je goed afvragen of het een functie heeft.
Als stijlfiguur: Deze zomer hadden wij de parasol wel nodig tegen de hete tropenzon.
Als stijlfout: Vorige week heeft hij zijn werk weer hervat (weer weglaten).
De regenbuien kunnen nog ongeveer drie tot vier dagen aanhouden (ongeveer drie dagen of drie tot vier dagen)).
‘Boontje komt om zijn loontje’ is een vaste standaarduitdrukking van hem (vaste uitdrukking of een standaarduitdrukking).
Witte sneeuw. (Sneeuw is altijd wit, heeft dus geen functie.)