V1A week 44

Wat gaan we doen
  • Herhalen TK 3 en 4
  • Proefje PK 2
  • TK 5 en 6 maken
  • Samenvatten TK 5 en 6
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat gaan we doen
  • Herhalen TK 3 en 4
  • Proefje PK 2
  • TK 5 en 6 maken
  • Samenvatten TK 5 en 6

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
Je kent de onderdelen van het oog, en oor
Je kent de weg van het geluid door het oor
Je weet wat Decibel en Herz is
Je weet wanneer je gehoorschade hebt

Slide 2 - Tekstslide

Buitenkant oog

Slide 3 - Tekstslide

Binnenkant oog

Slide 4 - Tekstslide

Het OOG: zet onderdelen op de juiste plaats
netvlies
gele vlek
oogzenuw
iris
Harde oogvlies
Glasachtig lichaam

Slide 5 - Sleepvraag

sleep de namen naar de juiste nummers 
onderdelen oog 



1
5
7
9
iris
blinde vlek
netvlies
vaatvlies
hoornvlies
gele vlek
pupil

Slide 6 - Sleepvraag

Proefje PK 2
Classroom, daar staat het proefje klaar.
iedereen levert het in
timer
15:00

Slide 7 - Tekstslide

Waaruit bestaat zonlicht?

Slide 8 - Tekstslide

Kleuren van de regenboog

Slide 9 - Tekstslide

Zonlicht op een zwart oppervlak
Alle kleuren worden opgenomen.
Het zwarte vlak wordt 
dus warm.
Bij een wit vlak worden 
alle kleuren gereflecteerd.
Het witte vlak blijft dus 
dezelfde temperatuur

Slide 10 - Tekstslide

Zonlicht op een groen oppervlak
Alleen groen kaatst terug 
en zie je dus.

Slide 11 - Tekstslide

Groene auto onder geel licht.
De groene auto weerkaatst
geen geel licht en ziet er 
dus zwart uit.

Slide 12 - Tekstslide

Eerst zelf aan de slag
Daarna klassikaal theorie


Maak theoriekaart 5 en 6
Klaar, maak een samenvatting van Theoriekaart 5 en 6

Laatste kwartier van de les --> bespreken met lessonup
timer
45:00

Slide 13 - Tekstslide

Onderdelen oor, zie word document

Slide 14 - Tekstslide

Zet het onderdeel van je oor bij het juiste nummer:
3
4
10
2
7
11
oorschelp
trommelvlies
slakkenhuis
gehoorbeentjes
gehoorzenuw
gehoorgang

Slide 15 - Sleepvraag

Je kunt bij de onderdelen van het oor de juiste functie zoeken
Oorsmeerkliertjes
Gehoorzenuw
Trommelvlies
Slakkenhuis
Zet geluidstrillingen om in impulsen (= elektrisch signaal)

Vervoert impulsen naar de hersenen

Geeft geluidstrillingen door aan gehoorbeentjes

Houden het trommelvlies soepel

Slide 16 - Sleepvraag

Welk deel van je oor vangt geluidstrillingen op en gaat trillen?
A
Trommelvlies
B
Gehoorgang
C
Slakkenhuis
D
Oorschelp

Slide 17 - Quizvraag

Slide 18 - Tekstslide

De frequentie is het aantal trillingen per minuut
A
Juist
B
Onjuist

Slide 19 - Quizvraag

TK 5, halverwege de pagina
 De trillingssnelheid (frequentie) wordt uitgedrukt in hertz (Hz). Dat betekent het aantal trillingen per seconde.

Slide 20 - Tekstslide

Dieren hebben hetzelfde gehoorbereik als mensen.
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Gehoorbereik
  • Mensen horen tussen de 20 en 20000 Hertz.
  • Het gehoorbereik verschil per diersoort.
  • Als je ouder wordt slijten de haartjes van de zintuigcellen.        Je hoort geen hoge tonen meer. 

Slide 22 - Tekstslide

Geluidssterkte is de grootheid
Wat is hiervan de eenheid?
A
Decibel
B
Geluidssterkte
C
Decibelmeter
D
Grootheid

Slide 23 - Quizvraag

Hoe hard geluid is wordt uitgedrukt in ...
A
Hertz
B
Frequentie
C
Decibel

Slide 24 - Quizvraag

Bij hoeveel decibel kun je gehoorschade krijgen?
A
9
B
50
C
80

Slide 25 - Quizvraag

Vanaf hoeveel decibel (dB) krijg je gehoorschade
A
20 dB
B
140 dB
C
80 dB
D
60 dB

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

Geluid meten
Geluid zijn trillingen in de lucht

De eenheid van geluidssterkte is Decibel (dB)

Boven de 80 dB is schadelijk voor je oren.

Slide 28 - Tekstslide

Wat kan je doen tegen gehoorschade?
A
oordoppen dragen
B
geluid niet te hard zetten
C
gehoorbescherming dragen
D
alles

Slide 29 - Quizvraag

Als je een piep in je oor hebt nadat je bij harde muziek hebt gestaan dan....
A
Is je trommelvlies gescheurd
B
Is je oorschelp beschadigd
C
Is een trilhaartje in je oren beschadigd
D
Denken je hersenen de de muziek er nog is.

Slide 30 - Quizvraag

Op welk moment hoor je geluid echt?
A
Als geluid het oor in gaat
B
Als het geluid tegen het trommelvlies aan komt
C
Als geluid in het slakkenhuis is gekomen
D
Als de impuls van de gehoorzenuw in de hersenen is aangekomen

Slide 31 - Quizvraag

Geluid bestaat
uit trillingen in de lucht.
A
waar
B
niet waar

Slide 32 - Quizvraag

Doelen behaald?
  • Je kent de onderdelen van het oog, en oor
  • Je kent de weg van het geluid door het oor
  • Je weet wat Decibel en Herz is
  • Je weet wanneer je gehoorschade hebt

Slide 33 - Tekstslide