Tegenstellingen
1 / 17
Lesduur is: 15 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
groot
A
dik
B
licht
C
zwaar
D
klein
Slide 5 - Quizvraag
dun
A
dik
B
licht
C
zwaar
D
klein
Slide 6 - Quizvraag
licht
A
dik
B
licht
C
zwaar
D
klein
Slide 7 - Quizvraag
licht
A
donker
B
lelijk
C
zwaar
D
klein
Slide 8 - Quizvraag
mooi
A
dik
B
lelijk
C
zwaar
D
klein
Slide 9 - Quizvraag
lang
A
dik
B
lelijk
C
kort
D
klein
Slide 10 - Quizvraag
schoon
A
dik
B
lelijk
C
zwaar
D
vies
Slide 11 - Quizvraag
snel
A
vierkant
B
langzaam
C
zwaar
D
vies
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Write the opposite sentence:
de nacht is donker
de kat is lelijk
het potlood is kort
het huis is schoon
de slak is langzaam
Slide 14 - Open vraag
Write the opposite sentence:
de muis is klein
het boek is dun
de vrouw is sterk
Slide 15 - Open vraag
Noem nog vier tegenstellingen (in het Nederlands):
Slide 16 - Open vraag
Welke tegenstellingen passen (fit) goed bij reizen en vakantie?
