4H P4 les 1 Talent H4: de beschouwing

Waarom lees je?
Lezen verbetert:
  • de leesvaardigheid;
  • het begrip van taal; (woordenschat wordt vergroot)
  • de focus en aandacht;
  • het vermogen om je in gedachtegang van een ander in te leven (empathie)
  • de verbeelding;
het denkvermogen.
De lezende mens, Hisgen en Van der Weel
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Waarom lees je?
Lezen verbetert:
  • de leesvaardigheid;
  • het begrip van taal; (woordenschat wordt vergroot)
  • de focus en aandacht;
  • het vermogen om je in gedachtegang van een ander in te leven (empathie)
  • de verbeelding;
het denkvermogen.
De lezende mens, Hisgen en Van der Weel

Slide 1 - Tekstslide


De beschouwing
De beschouwing

Slide 2 - Tekstslide

Wat zou het woord beschouwen kunnen betekenen in begrippen als levensbeschouwing, kunstbeschouwing, nabeschouwing?

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je weet aan welke kenmerken een beschouwing voldoet.
  • Je hebt 'actief 'een tekst gelezen en er vragen over beantwoord.

Slide 4 - Tekstslide

Beschouwing
Een beschouwing is een tekst die de lezer aan het denken wil zetten over een bepaalde kwestie. Het onderwerp van een beschouwing is een probleem of kwestie. In een beschouwing wordt het onderwerp van verschillende kanten belicht. In een beschouwing laat je het oordeel aan de lezer over. De hoofdgedachte van een beschouwing is meestal een opsomming van oplossingen, voor- en nadelen of verklaringen.

Slide 5 - Tekstslide

Opbouw van de beschouwing


Inleiding
Middenstuk
Slot

Slide 6 - Tekstslide

Opbouw beschouwing (2)
Inleiding:       

- voorbeeld/anekdote
 - geschiedenis
 - actualiteit


Slide 7 - Tekstslide

Opbouw beschouwing (3)
Kern/Middenstuk:      
  
- voor- en nadelen structuur
- verleden/heden/toekomststructuur
- verklaringsstructuur
- probleem- oplossingenstructuur


Slide 8 - Tekstslide

Opbouw beschouwing (4)
Slot:      
- terugkomen op de hoofdvraag
- samenvatting of conclusie 
- cirkel rond (terugkomen op de inleiding)

Nooit: X is de oplossing voor probleem Y.
Wel mogelijk: X en Y zijn mogelijke oplossingen voor Z.





Slide 9 - Tekstslide

Talent, blz. 70:
'Wat bepaalt úw identiteit'

We kijken naar alles wat opvalt.

Nu beantwoord je vraag 1 in je schrift.

Slide 10 - Tekstslide

Tijdens het lezen:

  • Markeer je onbekende woorden;
  • Kernzinnen, let goed op voorkeursplaatsen: eerste / laatste zin van de alinea.
  • Namen van mensen die in de tekst worden opgevoerd. Dit zijn vaak deskundigen op een bepaald gebied. 

Slide 11 - Tekstslide

Aan de slag
Je maakt vraag 2, 3, 4, 5, 6a en 7 op blz. 72


Slide 12 - Tekstslide

In hoeverre heb je de leerdoelen (je weet de kenmerken van een beschouwende tekst en je kunt beoordelen of de tekst die je hebt gelezen hieraan voldoet) bereikt?
reflectie
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Slide 14 - Tekstslide