26 mrt 21 - FIN419 - een artikel schrijven: inleiding + slot/betoog

4. Een artikel schrijven ... opfrissen?
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

4. Een artikel schrijven ... opfrissen?

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Wat zie je? 
Eend of konijn?
Door instructie ga je zien wat je 'moet' zien. 
Deze verbinding wordt ook gelegd met het lezen van een tekst: als jij schrijft wat je wilt dat de lezer leest, dan moet je daar heel duidelijke instructie voor geven. Dit doe je door een duidelijke kernzin en door een duidelijke signaalwoorden die een signaal bij de lezer geven! 
Wat komt in je op bij de volgende rijtjes?
  1. auto - 120 km/u - asfalt - één richting
  2. zon - zee - strand - cocktail - muziek 

  • Door deze aanwijzingen word je gestuurd naar een onderwerp/denkwijze: dat moet je ook doen tijdens het schrijven. --> lezer begrijpt je dan beter! 

Slide 3 - Tekstslide

1. waarschijnlijk snelweg
2. waarschijnlijk vakantie
Wat bedoelen we met het schrijven van een artikel?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is 'zakelijk schrijven'?

Slide 5 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Uiteenzetting = informeren
  • Je geeft uitleg over een onderwerp.
  • De inhoud bestaat uitsluitend uit feiten (verwijzen naar onderzoeken of naar meningen van anderen).
  • Je geeft je eigen mening NIET.
  • De hoofdgedachte is een feit.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een beschouwing?

Slide 7 - Woordweb

Denk aan je spreekexamen!
Beschouwing = informeren & mening geven
Je belicht een onderwerp van meerdere kanten om de lezer aan het denken te zetten.
  • Je wilt dat de lezer een mening gaat vormen.
  • Je kunt jouw mening wel benoemen, maar je wilt jouw mening absoluut niet opleggen.
  • Je probeert de lezer dus niet te overtuigen.

De inhoud bestaat uit feiten en meningen.
  • Je kunt verwijzen naar onderzoeken.
  • Je kunt ook meningen van anderen benoemen/citeren.
  • De hoofdgedachte is een samenvatting van het behandelde probleem.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een betoog?

Slide 9 - Woordweb

Denk aan je spreekexamen!
Betoog = overtuigen
Standpunt - mening van de schrijver
  • Je wilt dat de lezer na het lezen van jouw artikel het met jou eens is.
  • Dus je wilt de lezer overtuigen van jouw mening.

Argumenten - standpunt onderbouwen
  • Om de lezer te overtuigen onderbouw je jouw standpunt met argumenten.
  • Er zijn verschillende soorten argumenten.
  • Let op! Gebruik geen drogredenen (valse argumenten).

A - argument
U - uitleg
B - bijvoorbeeld




Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een weerlegging/ontkrachting in een betoog?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

De inleiding bestaat meestal uit één alinea
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat staat er in de inleiding?

Slide 13 - Woordweb

Extra:
aanleiding
lezer motiveren
info geven wat komen gaat

Een vraag is een goede manier om een inleiding te starten.
A
waar
B
niet waar

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Inleiding
  • beschrijving van het onderwerp 
  • vragenreeks 
  • situatieschets
  • voorbeeld

Signaalzin
In deze tekst gaat het over ... 
Slot
  • samenvatting
  • conclusie

Signaalwoorden
Kortom ... 
Dus ... 
Alles samenvattend ...
Met andere woorden ... 

Slide 15 - Tekstslide

Overschrijven bij tekening bloem.
Schrijf een inleiding van een betogend artikel over de invloed van sociale media op jongeren. ALTIJD ZAKELIJK SCHRIJVEN

Publiek: studenten
Doel: overtuigen van je standpunt

Slide 16 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf het slot van een betogend artikel over de invloed van sociale media op jongeren. ALTIJD ZAKELIJK SCHRIJVEN

Publiek: studenten
Doel: overtuigen van je standpunt

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

En zo zelf! 
  • Nederlandse vlag
  • niveau 4
  • leerjaar 2
  • onderwijsperiode 3/4
Inleveren 419 betoog
Vul het schema in over het onderwerp van je presentatie! 
We kunnen 'm ook samen maken? 
Eerst zal ik de vooruitblik en de andere opdrachten doornemen in de PPT. 

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies