W19 GS 1H & 1HM 5.2

De Middeleeuwen
De kerk en de geestelijken
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare school

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De Middeleeuwen
De kerk en de geestelijken

Slide 1 - Tekstslide

Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen waarom de kerk en de geestelijken in de middeleeuwen een belangrijke rol speelden.

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet jij eigenlijk
van de kerk?

Slide 4 - Woordweb

Zet de afbeeldingen op volgorde van oud (links) naar nieuw (rechts)

Slide 5 - Sleepvraag

Wie was de belangrijkste leenheer?
A
Keizer
B
Hertog
C
Ridder
D
Boer

Slide 6 - Quizvraag

Een leenman mocht geen achterleenman hebben
A
Juist
B
Niet juist

Slide 7 - Quizvraag

Missionarissen
Missionarissen zijn mensen die het christendom moeten verspreiden
Karel de Grote was christelijk. Bij elk volk wat hij veroverde stuurde hij missionarissen om dat gebied christelijk te maken
Soldaten gingen ook mee om de missionarissen te beschermen
Dit is een kerk. De eerste kerken in Nederland werden gemaakt van stenen van ruïnes van oude Romeinse gebouwen.
Eén van deze mannen is Bonifatius, een hele bekende missionaris die in Nederland veel mensen christelijk heeft gemaakt.

Slide 8 - Tekstslide

Vikingen
Uiteindelijk wordt heel Europa christelijk, ook de vikingen uit Scandinavië.
Door de invloed van het christendom stoppen de vikingen met het plunderen van Europese steden

Slide 9 - Tekstslide

Germaanse tradities
De Germanen werden christelijk, maar dat betekent niet dat hun traditites verloren gingen.
Als je bijvoorbeeld kijkt naar de dagen van de week zijn veel daarvan afgeleid van Germaanse goden

Slide 10 - Tekstslide

Germaanse tradities
Ook feestdagen werden niet vergeten.
De missionarissen plaatsten de christelijke feestdagen op dagen waar de Germanen ook al feestdagen hadden.
Pasen = Lentefeest
Kerst = Midwinterfeest

Slide 11 - Tekstslide

Drie standen
De eerste stand:
De geestelijken. Zij zorgden voor alles wat met geloof te maken had.
De tweede stand:
De adel. Zij bestuurden het land, verzorgden de rechtspraak en verdedigden het land als er oorlog was. 
De derde stand:
De rest van de bevolking. Zij zorgden voor het voedsel.
In de Middeleeuwse standenmaatschappij hadden de eerste en de tweede stand alle rechten, en de derde stand vrijwel alle plichten (zoals het betalen van belasting).

Aan deze verdeling werd niet getwijfeld: God heeft het zo gewild.
Klik op de afbeelding

!
Samenleving in de middeleeuwen

Slide 12 - Tekstslide

Kerk
De mensen kwamen bij elkaar in de kerk.
De pastoor gaf elke zondag een preek waarin hij uitlegde hoe mensen moesten leven
Dit is de pastoor die aan de gelovigen een preek aan het vertellen is.

Veel geestelijken scheerden hun hoofd gedeeltelijk kaal. Dit liet zien dat ze zich onderwerpen aan god.

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de beste omschrijving
van het begrip ‘geestelijken’?
Kies het juiste antwoord.
A
mensen die in God geloven
B
mensen die iedere week naar de kerk gaan
C
mensen die in dienst zijn van de kerk
D
mensen die voor andere mensen bidden

Slide 14 - Quizvraag

Een vrouwelijke monnik
wordt een non genoemd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 15 - Quizvraag

Monniken bidden zeventien
keer per dag
A
Waar
B
Niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Het verzorgen en genezen van zieken
was één van de taken van monniken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 17 - Quizvraag

Monniken zijn geen geestelijken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Door het harde leven gingen veel mensen
het christendom extra belangrijk vinden. Waarom was dat zo?
A
De mensen hoopten dat God hen zou beschermen tegen honger, ziekte en dood.
B
In de Bijbel staat hoe je betere medicijnen kunt maken en hoe je grotere oogsten kunt krijgen.
C
Als je christen was, mocht je in een klooster wonen. Daar was wel genoeg voedsel.
D
Als je arm, maar goed geleefd had, werd je na je dood erg rijk in de hemel.

Slide 19 - Quizvraag

Sleep de teksten naar de juiste plek in de afbeelding
Ik ben van adel
Ik ben een geestelijke
Ik betaal pacht
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand

Slide 20 - Sleepvraag

Begrippen uit deze les

  • paus
  • bisschoppen
  • monniken
  • nonnen
  • geestelijken
  • missionaris
  • standenmaatschappij

Slide 21 - Tekstslide

Personen uit deze les

  • Bonifatius

Slide 22 - Tekstslide

Jaartallen uit deze les


  • 754: Bonifatius wordt vermoord in Dokkum

Slide 23 - Tekstslide

Schrijf 3 dingen op die je
deze les hebt geleerd

Slide 24 - Open vraag

Stel 1 vraag over iets dat je deze les
nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 25 - Open vraag