5.2 herhaling

De Middeleeuwen
De kerk en de geestelijken
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

De Middeleeuwen
De kerk en de geestelijken

Slide 1 - Tekstslide

Tijd van monniken en ridders (500 - 1000)
In het wit zie je een helm, zoals ridders die droegen. Op de achtergrond zie je een deel van een klooster. Ridderschap en de christelijke kerk horen bij de Tijd van monniken en ridders.
Feniks, Geschiedenis Werkplaats, Memo, Saga

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun je herkennen en uitleggen waarom de kerk en de geestelijken in de middeleeuwen een belangrijke rol speelden.

Slide 3 - Tekstslide

Zet de afbeeldingen op volgorde van oud (links) naar nieuw (rechts)

Slide 4 - Sleepvraag

Wie was de belangrijkste leenheer?
A
Keizer
B
Hertog
C
Ridder
D
Boer

Slide 5 - Quizvraag

Een leenman mocht geen achterleenman hebben
A
Juist
B
Niet juist

Slide 6 - Quizvraag

Hoe werd het christendom verspreid?

Door missionarissen

Slide 7 - Tekstslide

Missionarissen
Missionarissen zijn mensen die het christendom moeten verspreiden
Karel de Grote was christelijk. Bij elk volk wat hij veroverde stuurde hij missionarissen uit om dat gebied christelijk te maken
Soldaten gingen ook mee om de missionarissen te beschermen
Dit is een kerk. De eerste kerken in Nederland werden gemaakt van stenen van ruïnes van oude Romeinse gebouwen.
Eén van deze mannen is Bonifatius, een hele bekende missionaris die in Nederland veel mensen christelijk heeft gemaakt.

Slide 8 - Tekstslide

Missionarissen
Hoe pakken de missionarissen het aan?
Soldaten gingen ook mee om de missionarissen te beschermen
Dit is een kerk. De eerste kerken in Nederland werden gemaakt van stenen van ruïnes van oude Romeinse gebouwen.
Eén van deze mannen is Bonifatius, een hele bekende missionaris die in Nederland veel mensen christelijk heeft gemaakt.

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Germaanse tradities
De Germanen werden christelijk, maar dat betekent niet dat hun tradities verloren gingen.
Als je bijvoorbeeld kijkt naar de dagen van de week zijn veel daarvan afgeleid van Germaanse goden
woensdag --> Wodan (oppergod)
donderdag --> Donar (god van de donder)
vrijdag --> Freya (vruchtbaarheid en liefde)

Slide 12 - Tekstslide

Germaanse tradities
Ook feestdagen werden niet vergeten.
De missionarissen plaatsten de christelijke feestdagen op dagen waar de Germanen ook al feestdagen hadden.
Pasen = Lentefeest
Kerst = Midwinterfeest

Slide 13 - Tekstslide

Succesvol?
Best wel...
Maar eigenlijk pas toen Karel de Grote de gebieden veroverde

Slide 14 - Tekstslide

Vikingen
Uiteindelijk wordt heel Europa christelijk, ook de vikingen uit Scandinavië.
Door de invloed van het christendom stoppen de vikingen met het plunderen van Europese steden

Slide 15 - Tekstslide

Kerk
De mensen kwamen bij elkaar in de kerk.
De pastoor gaf elke zondag een preek waarin hij uitlegde hoe mensen moesten leven
Dit is de pastoor die aan de gelovigen een preek aan het vertellen is.

Veel geestelijken scheerden hun hoofd gedeeltelijk kaal. Dit liet zien dat ze zich onderwerpen aan god.

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de beste omschrijving
van het begrip ‘geestelijken’?
Kies het juiste antwoord.
A
mensen die in God geloven
B
mensen die iedere week naar de kerk gaan
C
mensen die in dienst zijn van de kerk
D
mensen die voor andere mensen bidden

Slide 17 - Quizvraag

Een vrouwelijke monnik
wordt een non genoemd.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 18 - Quizvraag

Monniken bidden zeventien
keer per dag
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Het verzorgen en genezen van zieken
was één van de taken van monniken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Monniken zijn geen geestelijken.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Door het harde leven gingen veel mensen
het christendom extra belangrijk vinden. Waarom was dat zo?
A
De mensen hoopten dat God hen zou beschermen tegen honger, ziekte en dood.
B
In de Bijbel staat hoe je betere medicijnen kunt maken en hoe je grotere oogsten kunt krijgen.
C
Als je christen was, mocht je in een klooster wonen. Daar was wel genoeg voedsel.
D
Als je arm, maar goed geleefd had, werd je na je dood erg rijk in de hemel.

Slide 22 - Quizvraag

Sleep de teksten naar de juiste plek in de afbeelding
Ik ben van adel
Ik ben een geestelijke
Ik betaal pacht
Eerste stand
Tweede stand
Derde stand

Slide 23 - Sleepvraag