Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Les 18 | Introductie PO + quiz
Welkom, H2R!
Les 18 | Introductie PO + quiz
1 / 30
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
In deze les zitten
30 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
45 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Welkom, H2R!
Les 18 | Introductie PO + quiz
Slide 1 - Tekstslide
Fijn dat jullie er zijn!
Pak je leesboek of je woordzoeker en ga rustig lezen/puzzelen :)
Slide 2 - Tekstslide
Fijn dat jullie er zijn!
Ga rustig zitten, pak je leesboek en ga in stilte lezen
Slide 3 - Tekstslide
Deze week
Maandag: woordenschat (H1 + H2)
Woensdag: woordenschat (H2)
Vrijdag: introductie PO
Slide 4 - Tekstslide
Na deze les ...
... weet je wat je moet doen voor de praktijkopdracht
Slide 5 - Tekstslide
Praktijkopdracht 1
Inleveren: vrijdag 5 november
Doel: je leert een interview houden en uitwerken
Thema: mijn held
Slide 6 - Tekstslide
Praktijkopdracht 1: checklist
Het artikel geeft antwoord op de 5w+h-vragen.
In de eerste alinea staat de naam van de geïnterviewde en waarom je die persoon hebt geïnterviewd.
Er zijn verschillende manieren gebruikt om op te schrijven wat de geïnterviewde heeft gezegd.
De tekst is verdeeld in vijf alinea’s (inleiding, drie deelonderwerpen, slot).
Elke alinea behandelt een deelonderwerp.
In het artikel staan een of meer tussenkopjes.
Er worden minstens vijf woorden gebruikt uit het onderdeel woordenschat van H. 1 (gemarkeerd)
Slide 7 - Tekstslide
Praktijkopdracht 1: wat lever je in?
– Het ingevulde stappenplan
– De interviewvragen
– Een ingevuld beoordelingsformulier van een klasgenoot
– Het artikel
Slide 8 - Tekstslide
Huiswerk maandag
Stap 1 van de praktijkopdracht: zoek een held.
Leren voor de SO woordenschat
Slide 9 - Tekstslide
Oefenen woordenschat
Log met je laptop in in LessonUp.
Slide 10 - Tekstslide
Wat betekent: 'in het heetst van de strijd'?
A
binnenste delen van het lichaam
B
zonder schade overleven, standhouden
C
krachtig handelen
D
middenin een ruzie
Slide 11 - Quizvraag
Wat betekent: 'eentonig'?
A
saai
B
vrolijk
C
geliefd, populair
D
gewoon
Slide 12 - Quizvraag
Wat betekent: 'de overhand hebben'?
A
ook al
B
tegenwerken
C
de meeste invloed hebben
D
doorslaggevend, belangrijk
Slide 13 - Quizvraag
Wat betekent: 'essentieel'?
A
saai
B
gewoon
C
vrolijk
D
doorslaggevend, belangrijk
Slide 14 - Quizvraag
Wat betekent: 'Spreken is zilver, zwijgen is goud'?
A
Iets zeggen en het dan ook onmiddellijk doen.
B
Het is soms goed om ergens niet over te praten.
C
Na een periode van tegenslag komt er een betere tijd.
D
Een leugen lijkt soms zijn doel te bereiken, maar komt toch altijd uit.
Slide 15 - Quizvraag
Wat betekent: 'gedurende'?
A
tijdens, in
B
gewoon
C
geen partij kiezend
D
maar net
Slide 16 - Quizvraag
Wat betekent: 'de beroerte'?
A
ergens vlak na komen
B
buiten bewustzijn
C
opkomen, ergens op lopen
D
onwel worden
Slide 17 - Quizvraag
Wat betekent: 'betreden'?
A
ergens vlak na komen
B
tegenwerken
C
opkomen, ergens op lopen
D
de meeste invloed hebben
Slide 18 - Quizvraag
Wat betekent: 'verstrikt'?
A
glansrijk
B
gevangen
C
vernietigd worden
D
zeker van zichzelf
Slide 19 - Quizvraag
Welke zin is figuurlijk?
A
Om de wasmachine te verplaatsen, moet je er een touw aan vastknopen.
B
De leraar legde iets uit over het naamwoordelijk gezegde, maar ik kon er geen touw aan vastknopen
Slide 20 - Quizvraag
Welke zin is figuurlijk?
A
Hans is een kei in wiskunde.
B
In het bos vond ik een kei.
Slide 21 - Quizvraag
Welke zin is figuurlijk?
A
We gaan dit weekend naar de haaien kijken in Sealife.
B
Het gaat slecht met de aarde, we gaan allemaal naar de haaien.
Slide 22 - Quizvraag
Welke zin is figuurlijk?
A
De goochelaar hield ons allemaal voor het lapje.
B
Mijn moeder gaat naar de markt voor een lapje stof.
Slide 23 - Quizvraag
Hoe weet je wat het woord 'gezamenlijk' betekent?
We hebben gezamenlijk gekookt, maar het toetje heb ik alleen gemaakt.
A
synoniem in de tekst
B
tegenstelling in de tekst
C
omschrijving in de tekst
D
voorbeeld in de tekst
Slide 24 - Quizvraag
Hoe weet je wat het woord 'aanbidder' betekent?
Myriam heeft een aanbidder. Dat is iemand die haar bewondert.
A
synoniem in de tekst
B
tegenstelling in de tekst
C
omschrijving in de tekst
D
voorbeeld in de tekst
Slide 25 - Quizvraag
Hoe weet je wat woord 'grootmoeder' betekent?
Ik heb nog maar één grootmoeder. Mijn andere oma is al overleden.
A
synoniem in de tekst
B
bekend woorddeel
C
omschrijving in de tekst
D
voorbeeld in de tekst
Slide 26 - Quizvraag
Hoe weet je wat het woord 'aanbidder' betekent?
Ik heb nog maar één grootmoeder. Mijn andere oma is al overleden.
A
synoniem in de tekst
B
bekend woorddeel
C
omschrijving in de tekst
D
voorbeeld in de tekst
Slide 27 - Quizvraag
Hoe weet je wat het woord 'grotendeels' betekent?
Het artikel in de krant was grotendeels verzonnen.
A
synoniem in de tekst
B
bekend woorddeel
C
omschrijving in de tekst
D
voorbeeld in de tekst
Slide 28 - Quizvraag
Hoe weet je wat het woord 'pluimvee' betekent?
Mijn oom houdt kippen, kalkoenen en ander pluimvee.
A
synoniem in de tekst
B
bekend woorddeel
C
omschrijving in de tekst
D
voorbeeld in de tekst
Slide 29 - Quizvraag
Hoe goed ben je voorbereid voor het SO van woensdag?
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 30 - Poll
Meer lessen zoals deze
Les 19 | PO-les 1
Oktober 2021
- Les met
13 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
woordenschat hoofdstuk 2
Januari 2022
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
TK2 Herhaling hfst. 1
Oktober 2022
- Les met
23 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Woordenschat H1: synoniemen
Oktober 2022
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo, havo
Leerjaar 2
De politie
Februari 2021
- Les met
28 slides
door
Kidsweek in de Klas
Taal
Woordenschat
+3
Basisschool
Groep 5,6
Kidsweek in de Klas
Hoofdzaken en bijzaken
Oktober 2022
- Les met
18 slides
Dutch
Secondary Education
TH2i - Woordenschat h2 10 mei - 1 lesuur
Mei 2023
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
Woordenschat oefenen woordraadstrategie en figuurlijk taalgebruik
April 2024
- Les met
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, mavo
Leerjaar 2