TK2 Herhaling hfst. 1

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Welkom!

Telefoon NIET in telefoontas maar op de kop op tafel.

Leren van hfst. 1 voor de toets:

Woordenschat (+ woordenlijst in It's Learning)

Taalverzorging grammatica (pv, ow, wwg, lv en zinsdelen)

Taalverzorging formuleren (samengestelde zinnen en voegwoorden)

Taalverzorging spelling (pvtt en pvvt)

Herhalen hfst. 1 woordenschat

Woordbetekenissen zoeken:

• synoniem
• omschrijving
• voorbeeld
• tegenstelling
• bekend woorddeel

Opdracht

In de volgende slides kies je de strategie die je in de zin kunt gebruiken om achter een woordbetekenis te komen.

Bijvoorbeeld: Ik heb nog één grootmoeder. Ze is de beste oma van de wereld.

Welke woordstrategie gebruik je hier?

Mirjam heeft een aanbidder. Dat is iemand die haar bewondert. (aanbidder)

1. synoniem
2. omschrijving
3. bekend woorddeel
4. tegenstelling

Mijn oom houdt kippen, kalkoenen en ander pluimvee. (pluimvee)

1. Synoniem
2. Omschrijving
3. Tegenstelling
4. Voorbeeld

Stofzuigen vind ik een eentonig klusje. Liever help ik met afwisselende taken. (eentonig)

1. Synoniem
2. Omschrijving
3. Voorbeeld
4. Tegenstelling

De leerling provoceerde de leraar, en die houdt er niet van om uitgedaagd te worden. (provoceren)

1. Synoniem
2. Tegenstelling
3. Omschrijving
4. Voorbeeld

Grammatica

We kennen nu:

pv (tijdproef, vraagproef)

ow (wie of wat + pv)

wg (alle werkwoorden in de zin)

lv (wat of wie + wg + ow

Gister heb ik een mooi boek gekocht bij de boekenwinkel.
Wat is de pv?

1. heb
2. ik
3. een mooi boek
4. gekocht

Gister heb ik een mooi boek gekocht bij de boekenwinkel.
Wat is het ow?

1. heb
2. ik
3. een mooi boek
4. gekocht

Gister heb ik een mooi boek gekocht bij de boekenwinkel.
Wat is het lv?

1. heb
2. ik
3. een mooi boek
4. gekocht

Gisteravond speelden Peter en Jos na het eten een potje tennis.
Wat is de pv?

1. speelden
2. Peter en Jos
3. eten
4. tennis

Gisteravond speelden Peter en Jos na het eten een potje tennis.
Wat is het wwg?

1. speelden
2. speelden een potje tennis
3. na het eten
4. een potje tennis

Gisteravond speelden Peter en Jos na het eten een potje tennis.
Wat is het lv?

1. speelden
2. gisteravond
3. na het eten
4. een potje tennis

Samengestelde zinnen

Een samengestelde zin heeft  twee persoonsvormen. 

-> Gebruik de tijdproef!

In een samengestelde zin staat meestal een voegwoord:

en, maar, of, want, dus, omdat, terwijl, zodat, nadat, als, toen enz.

Maak twee zinnen van de volgende zin:
Iedereen werd wakker van het onweer, terwijl Olaf niets in de gaten had.

Wat is het voegwoord in de volgende zin?
Iedereen werd wakker van het onweer, terwijl Olaf niets in de gaten had.

Wat zijn de pv's in de volgende zin?
Iedereen werd wakker van het onweer, terwijl Olaf niets in de gaten had.

Maak twee zinnen van de volgende zin:
Ik zet de muziek harder, zodra mijn moeder de deur uit is.

Wat is het voegwoord in de volgende zin?
Ik zet de muziek harder, zodra mijn moeder de deur uit is.

Wat zijn de pv's in de volgende zin?
Ik zet de muziek harder, zodra mijn moeder de deur uit is.

Spelling (zie: blz. 243)

pv tt

pv vt

zwakke ww

sterke ww

Maak de opdracht werkwoordspelling. Kijk goed naar welke tijd je in moet vullen! Klaar? Steek je vinger op voor het nakijkblad.