2223_H1_Formatieve toets WGS hst 2 en 3

Havo 1 Formatieve toets WGS hst 2 en 3
1 / 34
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Havo 1 Formatieve toets WGS hst 2 en 3

Slide 1 - Tekstslide

aantrekkelijk
gevarieerd
hectisch
nuttigen
de remedie
op de kop tikken
zich ontpoppen als
het vermaak
wagen
roerloos
te pakken krijgen; voordelig kopen
plezier
heel erg druk en rommelig
durven
verleidelijk; aanlokkelijk
geneesmiddel; oplossing
blijken te zijn
onafwisselend
versierend
zonder te bewegen

Slide 2 - Sleepvraag

Wat is het synoniem van niet kwalificeren?
A
onkwalificeren
B
diskwalificeren

Slide 3 - Quizvraag

Wat is synoniem van geen interesse?
A
oninteresse
B
interesseloos
C
desinteresse

Slide 4 - Quizvraag

Welk woord is het synoniem van verkeerd gebruik?
A
ongebruik
B
gebruikeloos
C
misbruik

Slide 5 - Quizvraag

Welk woord is niet goed? Dus geen goed synoniem.
A
onjuist
B
incorrect
C
mismanagement
D
desemotioneel

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de tegenstelling van stop?

Slide 7 - Open vraag

Slide 8 - Tekstslide

Wat is het woordsoort?
Op EEN school in Zuidbroek mag je geen piercings in.

Slide 9 - Open vraag

Wat is het woordsoort?
Op een school in ZUIDBROEK mag je geen piercings in.

Slide 10 - Open vraag

Wat is het woordsoort?
Op een school in Zuidbroek MAG je geen piercings in.

Slide 11 - Open vraag

Wat is géén kenmerk van een zelfstandig naamwoord?
A
je kunt er meestal een lidwoord voor zetten
B
je kunt er meestal meervoud van maken
C
je kunt er vaak een verkleinwoord van maken
D
je kunt er meestal een voorstelling van maken

Slide 12 - Quizvraag

Wat voor soort lidwoorden zijn de en het?
A
bepaalde lidwoorden
B
onbepaalde lidwoorden

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het infinitief van het werkwoord 'is'?
A
ben
B
zijn
C
waren
D
bent

Slide 14 - Quizvraag

Wat is het infinitief van het werkwoord 'had'?
A
heb
B
hadden
C
hebben
D
heeft

Slide 15 - Quizvraag

Soms staat mijn vader tijdens lunchtijd in de file te wachten.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 16 - Open vraag

Van de honger eet hij dan alle snoepjes op.
Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Slide 17 - Open vraag

Soms staat mijn vader tijdens lunchtijd in de file te wachten.
Wat is het onderwerp?

Slide 18 - Open vraag

Van de honger eet hij dan alle snoepjes op.
Wat is het onderwerp?

Slide 19 - Open vraag

In welke zin staan de zinsdeelstrepen goed?
A
Aan| het eind |van het seizoen |hebben de trainers |een sportief uitje georganiseerd |voor ons hele team.|
B
Aan het eind van het seizoen | hebben |de trainers |een sportief uitje | georganiseerd |voor ons hele team.|

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de persoonsvorm?

Aan het eind van het seizoen hebben de trainers een sportief uitje georganiseerd voor ons hele team.

Slide 21 - Open vraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde?

Aan het eind van het seizoen hebben de trainers een sportief uitje georganiseerd voor ons hele team.

Slide 22 - Open vraag

Wat is het onderwerp?

Aan het eind van het seizoen hebben de trainers een sportief uitje georganiseerd voor ons hele team.

Slide 23 - Open vraag

Wat is lijdend voorwerp?

Aan het eind van het seizoen hebben de trainers een sportief uitje georganiseerd voor ons hele team.

Slide 24 - Open vraag

Slide 25 - Tekstslide

Wat is het meervoud?
In __ [garage] zie ik vaak oude batterijen liggen.

Slide 26 - Open vraag

Wat is het meervoud?
In schuren zie ik vaak oude ___ [accu] liggen.

Slide 27 - Open vraag

Wat is de verleden tijd?
Vorig maand [a.] [houden] een raar nieuwsbericht de Belgen bezig.

Slide 28 - Open vraag

Wat is de verleden tijd?
De roos (verspreiden) een heerlijke geur.

Slide 29 - Open vraag

Hoeveel meervoudsvormen heeft het woord 'jubileum'?
A
1
B
2

Slide 30 - Quizvraag

Wat zijn de twee meervoudsvormen van jubileum?

Slide 31 - Open vraag

Wat is het meervoud van criticus?

Slide 32 - Open vraag

Welk dicteewoord is fout geschreven?
A
akkoord
B
lokatie
C
politicus
D
vakantie

Slide 33 - Quizvraag

Wat voor cijfer denk je voor het PTD Nederlands te halen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 34 - Poll