- Omschrijving Hij werkt in de akkerbouw, een vorm van landbouw, waar hij graan en aardappels kweekt. - Een voorbeeld Tekengerei: Pennen, potloden, stiften
Slide 5 - Tekstslide
Het onderwerp van een tekst
Om het onderwerp te vinden, lees je oriënterend.
Dat betekent dat je alleen de: - Titel + tussenkopjes leest - De afbeeldingen bekijkt - Zoekt naar onderstreepte, schuingedrukte,dikgedrukte of GROTE woorden.
Je leest alleen de eerste alinea. Daarna stel je de vraag: Waar gaat deze tekst over?
Slide 6 - Tekstslide
De hoofdgedachte van een tekst
Het belangrijkste deel van een tekst kan je in een zin samenvatten. Die zin noem je de hoofdgedachte.
Om de hoofdgedachte te vinden moet je heel zorgvuldig lezen.
Je leest dan de gehele tekst.
Voer de volgende stappen uit: - Wat is het onderwerp van deze tekst? - Lees de tekst precies - Staat het misschien al in het begin/einde van de tekst? - Geef in een zin antwoord op de vraag: Wat is het belangrijkste dat wordt gezegd over het onderwerp?
Slide 7 - Tekstslide
Hoe vind je het onderwerp?
Slide 8 - Open vraag
Wat is de hoofdgedachte?
Slide 9 - Open vraag
Hoe vind je de betekenis van een onbekend woord?
Slide 10 - Open vraag
Aan de slag
Paragraaf 1: 4
Paragraaf 2: 5 Paragraaf 3: 6 en 7
Ben je klaar? Wat vind jij nog moeilijk aan de lesstof? Bedenk 2 vragen die je wil stellen tijdens de volgende les. Ben je daar ook mee klaar, verzin dan een leuke toetsvraag!
Slide 11 - Tekstslide
De volgende les
Heb je de volgende opdrachten af: Paragraaf 1: 4 Paragraaf 2: 5 Paragraaf 3: 6 en 7