2.2 en 2.3: Franse Revolutie

Franse Revolutie




Paragraaf 2.2 en 2.3
- Inloggen via LessonUp
- Schrift voor aantekeningen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Franse Revolutie




Paragraaf 2.2 en 2.3
- Inloggen via LessonUp
- Schrift voor aantekeningen

Slide 1 - Tekstslide

Lodewijk de 14e

Slide 2 - Tekstslide

Paleis Versailles

Slide 3 - Tekstslide

Lodewijk de 14e





  • Franse koning met absolute macht (absolutisme)
  • Dat betekent dat hij alles zelf mocht bepalen en andere groepen (standen) moesten naar hem luisteren!
  • De koning woonde in zijn paleis Versailles

Slide 4 - Tekstslide

Absolute macht =
A
Samen beslissen
B
Alleen beslissen

Slide 5 - Quizvraag

Standen is een ander woord voor
A
klassen
B
koningen
C
groepen mensen
D
paleis

Slide 6 - Quizvraag


Eerste stand: Geestelijkheid


Tweede stand: Adel


Derde stand: Boeren & Burgers


* Bidden tot God
* Geestelijken werken in de Kerk
* Vechten voor de koning
* Adel zijn rijke families
* Belasting betalen
* Burgers zijn inwoners van een stad

1%



3%


96%



Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

1ste stand
2e stand
3e stand
Adel
Boeren en burgers
Geestelijkheid

Slide 9 - Sleepvraag

Deze groep betaalt alle belastingen
Deze groep moet vechten voor de koning
Geestelijkheid
Adel
Boeren en burgers
Deze groep bid tot God

Slide 10 - Sleepvraag

Franse standen
Herken je de drie standen? 

Slide 11 - Tekstslide

Boze burgers in Frankrijk




  • Lodewijk XVI (16e) had geen geld meer en wil de belasting verhogen...
  • De boeren en burgers (3e stand) moeten nu nog meer belasting betalen!



Slide 12 - Tekstslide

Welke stand moet extra belasting betalen omdat Lodewijk XVI meer geld nodig had
A
1e stand (geestelijkheid)
B
2e stand (adel)
C
3e stand (boeren en burgers)

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Koning Lodewijk XVI zegt:
“Er moet meer belasting betaald worden om Frankrijk te redden van de ondergang. Ik vraag de 1ste en 2de stand om ook een beetje belasting te betalen.”

De 1ste en 2de stand reageren:
“Nee, dat doen wij niet. Wij hebben nog nooit belasting betaald.
Laat de 3e stand maar meer betalen.”

Reactie van de 3e stand
'Belachelijk, wij gaan onze eigen Nationale Vergadering beginnen!'

Slide 16 - Tekstslide

Eed op de kaatsbaan
“Wij gaan niet uit elkaar voordat Frankrijk een grondwet heeft. Ook aan alle privileges moet een einde komen. Weg met de standenmaatschappij! Wij willen vrijheid en gelijke rechten voor iedereen!”

Slide 17 - Tekstslide

De Franse Revolutie


  • De boeren en burgers zijn boos en komen in opstand 
  • Begin van de Franse Revolutie (14 juli 1789)
  • Door de Franse Revolutie wordt de koning afgezet en komt er een grondwet (iedereen moet zich hieraan houden, ook de koning). Hierin staat vrijheid en gelijkheid voor iedereen!
  • Uiteindelijk worden koning Lodewijk en zijn vrouw onthoofd.


Slide 18 - Tekstslide

Wat is een grondwet?
A
Wet gemaakt door de koning
B
Wet voor de boeren en burgers
C
Wet waar iedereen zich aan moet houden
D
Wet die de koning absolute macht geeft

Slide 19 - Quizvraag

Slide 20 - Video

Koning Lodewijk onthoofd
De Franse koning Lodewijk XVI (16e) werd op 21 januari 1793 onthoofd door de guillotine, een valbijl die een symbool werd van de Franse Revolutie

Slide 21 - Tekstslide

Wie kan de... 
...problemen oplossen?

Slide 22 - Tekstslide

Franse koning Lodewijk onthoofd
Lodewijk vraagt de 3e stand om meer belasting
Lodewijk is een koning met absolute macht
De Franse Revolutie begint
Er komt een grondwet en de Franse koning wordt afgezet
Napoleon neemt de macht over

Slide 23 - Sleepvraag

Slide 24 - Video