T5 B6 HV

B6 DNA-technieken
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 142 t/m 147
timer
3:00
Kennen/Kunnen
  • Je kunt enkele DNA-technieken in de biotechnologie beschrijven.
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

B6 DNA-technieken
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 142 t/m 147
timer
3:00
Kennen/Kunnen
  • Je kunt enkele DNA-technieken in de biotechnologie beschrijven.

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhalen
  • Biotechnologie wat is het?
  • Toepassingen van biotechnologie
  • Tijd voor hw
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerkrad
Sluit je vast aan bij de les
Beloning
Straf
Huiswerk was: 1 t/m 10 blz. 135-141

Slide 3 - Tekstslide

Niet alle organismen fossiliseren even snel. Van welk van de onderstaande dieren zijn waarschijnlij de minste fossielen ontstaan?
A
Slang
B
Vis
C
Octopus
D
Kreeft

Slide 4 - Quizvraag

Wat is GEEN rudiment bij mensen?
A
Kippenvel
B
Verstandskiezen
C
Navel
D
Blinde darm

Slide 5 - Quizvraag

Wat klopt over genen en allelen?
A
een gen zit in het DNA een allel op een chromosoom
B
een gen is een eigenschap een allel is een variant van de eigenschap
C
allel en gen zijn synoniemen van elkaar
D
een allel is een eigenschap een gen is een variant van de eigenschap

Slide 6 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van een gen

Slide 7 - Open vraag

Bij katten komen de vachtkleuren zwart en rood voor. Zwart is een sterker allel dan rood.
Wat geldt voor het genotype van een zwarte kat?
A
Altijd homozygoot
B
Altijd heterozygoot
C
Homozygoot of heterozygoot

Slide 8 - Quizvraag

Bij katten komen de vachtkleuren zwart en rood voor. Zwart is een sterker allel dan rood.
Wat geldt voor het genotype van een rode kat?
A
Altijd homozygoot
B
Altijd heterozygoot
C
Homozygoot of heterozygoot

Slide 9 - Quizvraag

Biotechnologie

Slide 10 - Woordweb

Biotechnologie
Verzamelnaam voor technieken waarbij de mens organismen gebruikt om producten te maken.

Slide 11 - Tekstslide

Recombinant-DNA-technieken
  • Veel biotechnologie zonder aanpassing van DNA
  • wel DNA aangepast = recombinant-DNA-techniek
  • DNA kan afkomstig zijn van een ander organisme
  • Voorbeeld: Bacterien maken Insuline door het gen in hun DNA te stoppen.
  • Aanpassen van DNA van organisme = genetische modificatie
  • Organisme met aangepast DNA = transgeen

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Slide 14 - Tekstslide

Genetische modificatie
Moeten we nooit gebruiken
Moeten we alleen voor heel specifieke dingen gebruiken
Is voor dieren en planten prima, maar niet bij mensen
Moeten we proberen zo goed mogelijk voor alles te gebruiken

Slide 15 - Poll

DNA onderzoek
Kunnen we beter voorzichtig mee zijn
Is vooral handig voor het oplossen van misdaden
Is vooral handig voor het onderzoek naar ziektes
Is de sleutel tot het oplossen van allerlei problemen

Slide 16 - Poll

Slide 17 - Tekstslide

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 142 t/m 147
  • Maken Opdr. 1 t/m 9 blz. 147-153

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zs = Werken in stilte
  • Geen vinger opsteken
  • Aan het werk
  • Stil en stoor niemand
  • Blijf op je plek
timer
6:00

Slide 18 - Tekstslide

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 142 t/m 147
  • Maken Opdr. 1 t/m 9 blz. 147-153

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
  • Geen vinger opsteken
  • De docent komt langs
  • Aan het werk
  • Fluister alleen met de persoon naast je
  • Blijf op je plek

Slide 19 - Tekstslide

Opruimdienst
Vandaag zijn dit
  • Alle tafels recht
  • Stoelen aangeschoven
  • Grond vrij van afval
  • Tafels leeg

Slide 20 - Tekstslide