Verbeterflex 12: KA13, KA14, KA15

Thema  macht
KA 13, 14, 15
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Thema  macht
KA 13, 14, 15

Slide 1 - Tekstslide

Opdracht:
Check je leerdoelen!
1. Schrijf de leerdoelen van deze week over in je schrift
2. schrijf onder ieder leerdoel in jouw eigen woorden de uitleg van deze leerdoelen op.
STEL VOORAL JE VRAGEN AAN MIJ! :)

Slide 2 - Tekstslide

Deze week: KA 17
De betekenis van de begrippen staatsvorming en centralisatie leren kennen en deze woorden leren toepassen.
Dingen kunnen opnoemen die je nodig hebt als land om te kunnen centraliseren

 Uit kunnen leggen waarom staatsvorming in de West-Europese landen verschillend verliep
Kunnen noemen welk land het sterkst centraliseerde en welk land het minste centraliseerde.
Een voorbeeld kunnen noemen van het eerste nationalisme dat in West-Europa ontstond. 

Slide 3 - Tekstslide

Deze week
De begrippen absolutisme en mercantilisme leren kennen.
Uit kunnen leggen wat Lodewijk XIV bedoelde met de uitspraak "L'état c'est moi"
Uit kunnen leggen waarom Lodewijk XIV een groot wantrouwen had had in de adel.
Op kunnen noemen welke doelen Lodewijk XIV voor ogen had en waarom hij dingen veranderde aan de economie, het leger, religie en het bestuur van het land

Slide 4 - Tekstslide

Voor de vakantie KA11
Kunnen beschrijven de veranderingen van de Romeinse tijd naar de vroege middeleeuwen: in de juiste volgorde: wegen, de steden, landbouw, handel. 
Het woord autarkisch in eigen woorden uit kunnen leggen.
Het woord hofstelsel en horigen kunnen uitleggen en gebruiken in een zin.
uit kunnen leggen waarom het hofstelsel ontstond.
De onderdelen van een hof kunnen benoemen en uit kunnen leggen waarom deze onderdelen er waren in een hof

Slide 5 - Tekstslide

Voor de vakantie KA12
Je moet kunnen uitleggen dat het feodale stelsel een politiek systeem is en het hofstelsel een economisch systeem is. 
De woorden leenheer, leenman en trouw kunnen gebruiken. 
De uitruil tussen leenheer en leenman kunnen beschrijven
Het  hiërarchisch-systeem dat in het feodale stelsel ontstond kunnen gebruiken.  (voorbeelden van adellijke titels voor leenmannen). 
Wat is de prijs voor de koning van dit systeem van besturen met leenmannen en achterleenmannen en achter-achterleenmannen. 
Het woord decentralisatie kunnen gebruiken. 

Slide 6 - Tekstslide

Voor de vakantie KA14
Oorzaken waarom steden rond het jaar 100 ineens weer wel konden gaan groeien.
Locaties waar steden gaan ontstaan en typerende manier waarop steden gebouwd werken en waarom dat zo was.
waarom horigen naar de steden trekken en tot welke gemeenschap zij daar gaan behoren
Uitruil tussen heer en stad
Waarom belasting betalen weer mogelijk werd en het ontstaan van andere onderdelen van de geldeconomie.

Kenmerken van een gilde: verplichtingen én solidariteit


Slide 7 - Tekstslide

Voor de vakantie KA15
Wat betekent het woord investituur
Wat betekenen de woorden bisschop en paus
wie heeft er de macht in de katholieke kerk

Waarom de investituurstrijd goed past bij het thema 'macht'
Waarom de keizer de bisschoppen graag aan wilde kunnen wijzen
Waarom de paus niet wilde dat de keizer bisschoppen aan kon wijzen
Het concordaat van Worms

Slide 8 - Tekstslide

Opdracht
We gaan een overzicht maken van alle stapjes in de groei van het Christendom in Europa.
1. pak een leeg vel in je schrift + potlood + geodriehoek
2. draai je schrift zo, dat het horizontaal ligt

Slide 9 - Tekstslide

Macht in Europa
KA 11














KA 12
KA 13
KA 14  
KA  15
KA 17

Slide 10 - Tekstslide

Macht in Europa
KA 23














KA 27
KA 28
KA 30  

Slide 11 - Tekstslide

Zelf aan het werk
Kiezen:
A: terugluisteren KA 15
B: alvast vooruit luisteren KA 17

Slide 12 - Tekstslide