2.5: Europa, Azië en Afrika



2.5 - Europa, Azië 
en Afrika
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les



2.5 - Europa, Azië 
en Afrika

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe de verhouding was tussen Europa, Azië en Afrika.

Slide 2 - Tekstslide

Waarom was en is het Suezkanaal een enorm belangrijk economisch onderdeel voor Europa, Azië en Afrika

Slide 3 - Open vraag

Hoe zou het opkomend nationalisme in Europa ook de kolonies kunnen bereiken?
A
De Europeanen vonden het nationalisme zo belangrijk, dat ze het hun kolonies ook bijbrachten
B
Lokale mensen die Europa bezochten voor bijv. onderwijs, kwamen in aanraking met het nationalisme en namen dat mee terug
C
Door de Eerste Wereldoorlog, waar ook mensen vanuit de kolonies aan meevochten, werd het nationalisme versterkt
D
Via de telegraaf en stoomschepen verspreidden nationalistische ideeën zich sneller, ook naar de kolonies

Slide 4 - Quizvraag

Nationalisten in Brits-Indië weigerden onder leiding van Gandhi met de Britse regering te onderhandelen over onafhankelijkheid.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 5 - Quizvraag

Azië en Afrika
economisch
GB en Frankrijk
invloedssferen
koloniaal
nationalisme
protectoraat
modern imperialisme
superioriteitsgevoel

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Tekstslide

Europa en Oost-Azië
In de tijd van het moderne imperialisme (1870-1914) hadden Europeanen grote delen van Oost-Azië onderworpen.
De Europeanen bestuurden hun kolonies met behulp van de inheemse elite.
Jongemannen uit aanzienlijke families kregen een opleiding aan westerse universiteiten en hogescholen.

--> kregen les over democratie en nationalisme.
''nationalisme'' was voor 1914 alleen iets van hoogopgeleiden, maar onder het volk was er wel haat tegen de Europese overheersers.

Slide 8 - Tekstslide

Ghandi (Indie)
Gandhi kreg als leider van de congrespartij het gewone volk achter zich.
Hij gedroeg zich als een Hindoe-heilige, die weinig at en in een lendendoek rondreisde met een stok.

Slide 9 - Tekstslide

Ghandi (Indie)
Hij riep Indiers op niet samen te werken met de Britten, hen niet meer te gehoorzamen en geen katoen uit de Britse Industrie meer te kopen.

Hij riep op tot Non-coöperatie.
Dus niet samenwerken, maar wel zonder geweld.

Slide 10 - Tekstslide

Non-coöperatie
Door zelf kleding te maken  kan het monopolie van Groot-Brittannië worden gebroken ->
dus zijn ze niet meer afhankelijk. 

Slide 11 - Tekstslide

Verovering van Afrika
  • Tussen 1890 en 1900 veroverden de Europeanen bijna heel Afrika. 

  • Rwandese genocide 1994. (Duitsland en België)

  • Afrikaanse holocaust in Congo. (België)

  • Apartheid in Zuid-Afrika tot 1991. (Nederland en Engeland).

Slide 12 - Tekstslide

Mussolini en Abessinië 
  • Ethiopië (Abessinië) was één van de weinige landen dat nog niet gekoloniseerd was. 
  • Mussolini probeerde ook aanspraak te maken op Afrikaanse gebieden en probeerde dit land te veroveren. 
  • Na een nederlaag van het Italiaanse leger besluit Mussolini een gifgasaanval uit te voeren op het land.  
  • Keizer Haile Selassi verdreef met Britse hulp de Italianen. 

Slide 13 - Tekstslide

Zuid-Afrika
  • Een van de weinige Afrikaanse kolonies waar zich ook witte kolonies hadden gevestigd. 

  • Van oudsher een Nederlandse kolonie in de 17e eeuw vanwege de VOC. 

  • Europeanen werden aangetrokken door de aanwezigheid van goud en diamten.  

Slide 14 - Tekstslide

Britse overname van Zuid-Afrika
  • De Kaapkolonie komt vanaf 1806 in Britse handen.

  • Nederlandse kolonisten (Afrikaners) komen in oorlog met de Britten. Afrikaners verliezen deze Boerenoorlogen. 
  • 1902 worden de "Nederlandse" gebieden onderdeel van de Britse kolonie. 

  • 1910 Zuid-Afrika wordt een dominion, een zelfstandig deel van het Britse rijk. 

Slide 15 - Tekstslide

Apartheid in Zuid-Afrika (1)
  • Rassenscheiding (segregatie)

  • Bestaat in principe als sinds de komst van de eerste blanken: zij waren altijd in de minderheid en voelden zich bedreigd door de zwarte meerderheid.

  • De Britten houden dit beleid in stand na hun overheersing. 

  • Er worden veschillende wetten ingevoerd. 

Slide 16 - Tekstslide

Apartheid in Zuid-Afrika (2)
  • Wetten moeten voorkomen dat de zwarte bevolking zich gaat mengen in de leefwereld van de blanken.

  • Wet op verbod van gemengde huwelijken (1949)
  • Ontuchtwet (1950)

  • Betere banen waren voor de blanken (bij wet vastgesteld).

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Strijd tegen
 apartheid

  • Vanuit binnenland:
    Met en zonder geweld (ANC)
  • Vanuit buitenland:
    Economische en culturele
    boycot van Zuid-Afrika

Slide 19 - Tekstslide

Europa en het Midden-oosten
Saoedi-Arabië, Noord-Jemen

- onafhankelijk koninkrijk

Mandaat gebied: onder controle van Engeland / Frankrijk

zoals: Palestina, Jordanie, Irak, Libanon, Syrie.

Slide 20 - Tekstslide

De bevolking
Groot deel wil houden aan:
Hadith. 
--> overgeleverde uitspraken en handelingen van de profeet Mohammed.
Hieruit was de islamitische wet, de Sharia afgeleid.
volgens orthodoxe moslims was het zondig om je te laten regeren door niet moslims.


Slide 21 - Tekstslide

Leerdoelen
  • Je kunt uitleggen hoe de verhouding was tussen Europa, Azië en Afrika.

Slide 22 - Tekstslide