D1B 7-6-2022







Aardrijkskunde D1B






7-6-2022
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmboLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les







Aardrijkskunde D1B






7-6-2022

Slide 1 - Tekstslide

Wat heb je nog onthouden
van de vorige les?

Slide 2 - Woordweb

Oriëntatie
  • Huiswerk afgerond?
  • Leerdoelen
       - Je weet waarom de weersverwachting belangrijk is en hoe het weer in                Nederland kan verschillen
       - Je begrijpt waardoor de verschillen in het weer in Nederland ontstaan
       - Je kunt op een kaart de verschillen in weer aangeven

Slide 3 - Tekstslide

Lesplanning
  • Uitleg §3.5 TL | §3.6 HV (20 min)
       - Weer en klimaat
       - Meteorologen, weerselementen en weersverschillen
       - Leven in een zeeklimaat
       - Smog
  • Maken  §3.5 TL | §3.6 HV (25 min)
       Opdracht 1 t/m 6 (let op: 3 niet)

Slide 4 - Tekstslide




Uitleg §3.5/§3.6

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat komt er altijd terug
in een weerbericht?

Slide 7 - Woordweb

Slide 8 - Tekstslide

Maak een weerbericht voor vandaag

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Link

Welke instrumenten
worden gebruikt om het
weer te bepalen?

Slide 11 - Woordweb

In welk deel van Nederland is het in de zomer meestal warmer?
A
westen
B
oosten

Slide 12 - Quizvraag

Waar in Nederland waait het meestal het hardst?
A
aan de kust
B
in het binnenland

Slide 13 - Quizvraag

Wat is je de afgelopen tijd opgevallen aan het weer in Nederland?

Slide 14 - Open vraag

Wat zijn voordelen en nadelen van het gematigd zeeklimaat?

Slide 15 - Woordweb

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Link

Hoe kon je in het filmpje zien dat er sprake was van smog?

Slide 19 - Open vraag

Bij welk weer is de smog in het filmpje ontstaan?
A
veel zon
B
veel bewolking
C
weinig wind
D
veel wind

Slide 20 - Quizvraag

Welke maatregelen worden genomen om smog te voorkomen?

Slide 21 - Open vraag

Soorten steden
  • Megasteden: minimaal 10 miljoen inwoners; vooral in arme landen
  • Wereldsteden: belangrijke rol voor de economie, politiek of cultuur wereldwijd; vooral in rijke landen
  • Hoofdsteden: meestal de plek waar de regering zit
  • Primate cities: 1e stad is veel groter dan 2e stad van het land; 1e stad minimaal 2x zoveel inwoners als 2e stad 
Aan het werk
Wat?
Lezen §3.5 TL | §3.6 HV
Maken §3.5 TL | §3.6 HV: opdracht 1 t/m 6
Waar?
Werkboek of digitaal lesmateriaal
Hoe?
25 minuten; zelfstandig of samenwerken
Vragen? Overleg met klasgenoten of docent
Klaar?
Filmpje weer en klimaat Nederland

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Video

Afsluiting

Slide 25 - Tekstslide

Toetsweek
  • Proefwerk H3

Slide 26 - Tekstslide

Wat heb je vandaag
geleerd?

Slide 27 - Woordweb