2.3 De Franse tijd in de Nederlanden

Hallo!


Niet vergeten;
- Telefoons zijn niet zichtbaar in de les. Doe ze in de telefoontas! 
- Wil je iets zeggen of vragen? Steek je hand omhoog.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hallo!


Niet vergeten;
- Telefoons zijn niet zichtbaar in de les. Doe ze in de telefoontas! 
- Wil je iets zeggen of vragen? Steek je hand omhoog.

Slide 1 - Tekstslide

Waar was het einde van Napoleon?
A
Nieuwpoort
B
Moskou
C
Parijs
D
Waterloo

Slide 2 - Quizvraag

Bataafse Revolutie? Wat is dat ook alweer?

Slide 3 - Woordweb

Slide 4 - Video

2.4
Slaven op de plantages
B2

Slide 5 - Tekstslide

Dagmenu
1. Introductie                       (5min)
2. Slaven op de plantages   (15min)
3. Opdrachten                     (15min)
4. Afsluiting                          (5min)

Slide 6 - Tekstslide

Tijd van Pruiken en Revoluties

Slide 7 - Tekstslide

De plantages
Waar? In de tropen            Antillen en Suriname

Wat? Katoen, cacao, suiker, koffie of tabak


Slide 8 - Tekstslide

Zwarte slaven
Waar kwamen de slaven ook alweer vandaan? 

Lange dagen, zeer streng, zware straffen

Sommige hadden het goed, vakmannen/huisslaven

Slide 9 - Tekstslide

Plantage = Groot landbouwbedrijf in de tropen, waar meestal één product wordt verbouwd.

Slide 10 - Tekstslide

Slavernij = Als een mens als iemands bezit wordt gezien, en gedwongen voor hem moet werken.

Slide 11 - Tekstslide

Opdrachten/Huiswerk
Maak: 2.5A en 2.5B, Slaven op de plantages
Volgende les: Deel 2 van deze paragraaf

Slide 12 - Tekstslide

Hallo!


Niet vergeten;
- Telefoons zijn niet zichtbaar in de les. Doe ze in de telefoontas! 
- Wil je iets zeggen of vragen? Steek je hand omhoog.

Slide 13 - Tekstslide

2.4
Slaven op de plantages
B2

Slide 14 - Tekstslide

Wat wordt er op de plantages verbouwd?
A
Katoen, cacao, suiker, koffie of tabak
B
Katoen, cacao, mais, graan of aardappelen
C
Bloemkool, peper, suiker, koffie of tabak
D
Melk, kaas, salami, chocoladepasta of noodels

Slide 15 - Quizvraag

Dagmenu
1. Introductie                       (5min)
2. Huiswerk nakijken           (5 min)
2. Slaven op de plantages  (10min)
3. Opdrachten                     (15min)
4. Afsluiting                          (5min)

Slide 16 - Tekstslide

Tijd van Pruiken en Revoluties

Slide 17 - Tekstslide

Handel in mensen
Afrikanen vs Afrikanen, Arabieren handelen, Europa gaat ook handelen

Europa kocht slaven met o.a. wapens. Hierdoor altijd genoeg slaven.

Elf miljoen slaven van Afrika naar Amerika, half miljoen door NL

Slide 18 - Tekstslide

Verbod op slavernij
Franse Revolutie            Gelijkheid voor alle mensen, dus ook voor slaven

Abolitionisten, voor het afschaffen, William Wilberforce, tegenstand, maar toch afschaffing in 1833 in Engeland

In 1863 pas in Nederland

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Àbolitionist = Iemand die in de achttiende en negentiende eeuw streed voor afschaffing van de slavernij.

Slide 21 - Tekstslide

Dit moet je onthouden!
In de achttiende eeuw handelden Europese landen in slaven, ook Nederland. Slaven werden met schepen van West- Afrika naar Amerika gebracht. Daar werkten ze op plantages in de Europese koloniën. Ze werden vaak slecht behandeld. Abolitionisten waren tegen de slavernij. Ze wisten steeds meer mensen te overtuigen. Daardoor werd in de negentiende eeuw de slavernij afgeschaft.

Slide 22 - Tekstslide

Wie heeft voor de afschaffing van Slavernij gezorgd?
A
Lodewijk Napoleon
B
William Wilberforce
C
Koning Willem 2
D
Koning Willem 5

Slide 23 - Quizvraag

Hoe en door wie werd er gehandeld in slaven?

Slide 24 - Open vraag

Opdrachten/Huiswerk
Lees: 
Maak:
2.5C
Volgende les: Oefentoets!

Slide 25 - Tekstslide