H5 Nederland Handelsland 5.3 Nederland en de EU (Pincode 7e editie)

Welkom! 
H5 Nederland en het buitenland

5.3 Nederland en de EU
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Welkom! 
H5 Nederland en het buitenland

5.3 Nederland en de EU

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gaan we vandaag doen?

           
  • Herhalen theorie 5.2 Hoe wordt er gehandeld?
  • Theorie 5.3 Nederland en de EU
  • Tussentijds zelfstandig aan het werk

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5.3 Nederland en de EU
Leerdoelen:

Aan het einde van deze les kun je

  • uitleggen wat de EU is.
  • uitleggen hoe de EU zorgt voor een zo eerlijk mogelijke concurrentie binnen de EU. 
  • de kenmerken van de interne markt noemen. 
  • uitleggen wat de EMU is 
  • de voordelen van de euro voor de handel noemen.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De Europese Unie
Nederland is lid van de Europese Unie (EU).

De Europese Unie = is een groep van Europese landen                                                                                    die vooral op economisch gebied samenwerken.

  • De regeringen van de EU-landen maken samen                                                                                 economische wetten en regels.
  • Doel van de EU: bedrijven uit EU-landen moeten                                                                                                eerlijk met elkaar kunnen concurreren.





Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Iedereen dezelfde spelregels
De EU wil regels, wetten en tarieven in alle EU-landen gelijktrekken.

  • Dezelfde consumentenrechten voor alle EU-burgers.
  • Dezelfde milieu- en veiligheidseisen aan producten.
  • Dezelfde accijns- en btw-tarieven in iedere EU-lidstaat.

Het gelijktrekken is lastig: alle 27 lidstaten moeten het met elkaar eens zijn.


Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zonder binnengrenzen
Belangrijk doel van de EU: samenwerking op economisch gebied tussen lidstaten.

Daarvoor heeft de EU een interne markt (gemeenschappelijke markt) met:

  • vrij verkeer van goederen en diensten                                                                                                                                        vrijhandel: geen belemmeringen bij in- en uitvoer van producten
  • vrij verkeer van personen                                                                                                                                                                  je mag werken, wonen en studeren in een ander EU-land
  • vrij verkeer van kapitaal                                                                                                                                                                      je mag sparen en beleggen in elk ander EU-land


Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gezamenlijke munt
Landen van de eurozone vormen de EMU (= Economische en Monetaire Unie) met de euro als gezamenlijke munt.


Voordelen gezamenlijke munt:
  • prijzen makkelijk vergelijken,
  • geen omwisselkosten voor vreemde valuta binnen EMU.

Toetreden tot eurozone? Financiële eisen aan:
  • staatsschuld
  • begrotingstekort.


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstandig aan het werk 
timer
20:00
Opdracht: 
Maak nu zelfstandig opgave 2 t/m 4 + 6 t/m 12 op blz 146 t/m 149. Je mag overleggen. Schrijf de volledige antwoorden in je boek, inclusief formule bij een berekening!
Hulp nodig? In deze volgorde: 
1. Boek
2. Klasgenoot
3. Docent
(de eerste 2 minuten help ik niet)
Je krijgt 20 minuten de tijd
Klaar? 
Probeer opdracht 5 nog te maken. 
Daarna help je een klasgenoot,

Slide 8 - Tekstslide

Sponsopdracht: 1b en c
Opgave 3 blz 146:

a Bedenk een eis die de EU aan de telefoon kan stellen om deze CE-goedkeuring te geven.

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 3 blz 146:

a Bedenk een eis die de EU aan de telefoon kan stellen om deze CE-goedkeuring te geven

Slide 10 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 3 blz 147:

b Noem een reden waarom producten van buiten
de EU ook aan dit soort eisen moeten voldoen.

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 4 blz 147:

Noem drie manieren hoe de EU de regels voor de EU lidstaten zoveel mogelijk gelijk kan trekken

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 6 blz 148:

Vul in: In de EU is sprake van een .............. markt (gemeenschappelijke markt).

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 6 blz 148:

Er is vrij verkeer van ............ en ............ van ............ en van ............

Slide 14 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 7 blz 148:

a Een Nederlandse mbo-student loopt stage in België.
A
goederen en diensten
B
personen
C
kapitaal

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 7 blz 148:

b Je koopt een zonnebril bij een Franse webwinkel.
A
goederen en diensten
B
personen
C
kapitaal

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 7 blz 148:

c Je mag zonder paspoortcontrole de grens oversteken.
A
goederen en diensten
B
personen
C
kapitaal

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 7 blz 148:

d Je opent een spaarrekening in Duitsland.
A
goederen en diensten
B
personen
C
kapitaal

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 8 blz 148:

In welk geval kan het Nederlandse bedrijf zonder problemen de sinaasappels invoeren? Leg uit waarom.

Slide 19 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 9 blz 148:

a Schrijf het nationaal inkomen voluit

Slide 20 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 9 blz 148:

b Bereken hoeveel euro Nederland per jaar moet bijdragen aan de EU.

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 10 blz 149:

a Noem vier lidstaten van de Economische en Monetaire Unie.

Slide 22 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 10 blz 149:

b Hoe wordt de groep EMU-landen ook wel
genoemd?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 11 blz 149

a Als een land geen euro heeft, zijn de prijzen moeilijker met onze prijzen te vergelijken.
A
juist
B
onuist

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 11 blz 149

b Alle EU-landen zijn lid van de EMU.
A
juist
B
onuist

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 11 blz 149

c Binnen de eurozone heb je te maken met kosten voor het omwisselen van de euro.
A
juist
B
onuist

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Opgave 12 blz 148:

Noem twee belangrijke eisen als een EU-land lid wil worden van de EMU.

Slide 27 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

5.3 Afsluiten
Leerdoelen:

Je kunt nu:

  • uitleggen wat de EU is.√
  • uitleggen hoe de EU zorgt voor een zo eerlijk mogelijke concurrentie binnen de EU. √
  • de kenmerken van de interne markt noemen. √
  • uitleggen wat de EMU is √
  • de voordelen van de euro voor de handel noemen.




Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies