In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Talent mavo 2
Hoofdstuk 3.4
Grammatica
Les 2
Slide 1 - Tekstslide
Inhoud van de les
- Herhaling van meewerkend voorwerp
- Uitleg bijwoordelijke bepaling
- Opdrachten maken
Slide 2 - Tekstslide
Doelen
Aan het eind van de les ...
- kan je in een zin de bijwoordelijke bepaling vinden.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Video
Bijwoordelijke bepaling
Bijwoordelijke bepalingen (bwb) geven antwoord op vragen als
Wanneer?
Waarom?
Hoe?
Waar?
Waardoor?
Waarover?
Waarvoor?
Slide 5 - Tekstslide
Bijwoordelijke bepaling
De bijwoordelijke bepaling is het laatste zinsdeel dat je benoemt. Eerst benoem je pv, wg, o, lv en mv. Alle zinsdelen die dan nog overblijven noem je bijwoordelijke bepaling.
In sommige zinnen staat geen bijwoordelijke bepaling. In andere zinnen staan er soms meer. Een bijwoordelijke bepaling kan één woord of kunnen meer woorden zijn.
Slide 6 - Tekstslide
1
Onderstreep de pv en zet zinsdeelstrepen.
Op mijn stage | heb | ik | veel | geleerd.
2
Zoek het wg
wg wg
Op mijn stage | heb | ik | veel | geleerd.
3
Zoek het o
wg o wg
Op mijn stage | heb | ik | veel | geleerd.
4
Zoek het lv
wg o lv wg
Op mijn stage | heb | ik | veel | geleerd.
5
Zoek het mv
In deze zin staat geen mv
6
De zinsdelen die overblijven zijn bwb
bwb wg o lv wg
Op mijn stage | heb | ik | veel | geleerd.
Slide 7 - Tekstslide
Even oefenen
De docent gaf de leerling tijdens de online les een compliment.
Wat is de persoonsvorm?
Waar moeten de zinsdeelstrepen staan?
Slide 8 - Tekstslide
Even oefenen
De docent | gaf | de leerling | tijdens de online les | een compliment.
Slide 9 - Tekstslide
Wat is het gezegde?
De docent | gaf | de leerling | tijdens de online les | een compliment.
A
de docent
B
gaf
C
gaf een compliment
D
de docent gaf
Slide 10 - Quizvraag
Wat is het onderwerp?
De docent | gaf | de leerling | tijdens de online les | een compliment.
A
De docent
B
de leerling
C
tijdens de online les
D
een compliment
Slide 11 - Quizvraag
Wat is het lijdend voorwerp?
De docent | gaf | de leerling | tijdens de online les | een compliment.
A
De docent
B
de leerling
C
tijdens de online les
D
een compliment
Slide 12 - Quizvraag
Wat is het meewerkend voorwerp?
De docent | gaf | de leerling | tijdens de online les | een compliment.
A
De docent
B
de leerling
C
tijdens de online les
D
een compliment
Slide 13 - Quizvraag
Wat is de bijwoordelijke bepaling?
De docent | gaf | de leerling | tijdens de online les | een compliment.
A
De docent
B
de leerling
C
tijdens de online les
D
een compliment
Slide 14 - Quizvraag
Is het onderstreepte zinsdeel een bijwoordelijke bepaling of niet?
De vlogger kocht vorige week een nieuwe auto.
A
Wel een bijwoordelijke bepaling
B
Geen bijwoordelijke bepaling
Slide 15 - Quizvraag
Is het onderstreepte zinsdeel een bijwoordelijke bepaling of niet?
Deze auto wilde hij vorig jaar eigenlijk al kopen.