In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
6. Productie en markt
6.4 Meer of minder productie?
Slide 1 - Tekstslide
6.4 Meer of minder productie?
Ik kan voorbeelden van productiekosten onderverdelen in vaste en variabele kosten.
Ik kan 3 factoren opsommen die de productiecapaciteit van een bedrijf bepalen.
Ik kan de arbeidsproductiviteit berekenen.
Ik kan 5 verschillende voorstellen doen om de arbeidsproductiviteit te verbeteren.
Slide 2 - Tekstslide
6.4 Meer of minder productie?
Soorten kosten
Er bestaan 2 soorten productiekosten:
Vaste kosten: Kosten die gelijk blijven, of je nu meer of minder produceert.
Variabele kosten: Kosten die mee veranderen als je meer of minder produceert.
Slide 3 - Tekstslide
vaste kosten koekjesfabriek?
Slide 4 - Woordweb
variabele kosten koekjesfabriek?
Slide 5 - Woordweb
Vaste en variabele kosten
Vaste kosten
huisvesting
rentekosten
personeelskosten vaste medewerkers
afschrijving
Variabele kosten
materialen zoals verf, hout
energie
personeel uitzendkracht
Slide 6 - Tekstslide
6.4 Meer of minder productie?
Arbeidsproductiviteit
De arbeidsproductiviteitis de hoeveelheid producten die een werknemer kan maken in een bepaalde tijd.
Hoe hoger de arbeidsproductiviteit, hoe lager de productiekosten.
Slide 7 - Tekstslide
6.4 Meer of minder productie?
Productiecapaciteit
De maximale productie die een bedrijf aankan, noemen we de productiecapaciteit:
word bepaald door:
Aantal mensen dat in het bedrijf werkt.
Aantal uren dat werknemers werken.
Hoeveelheid machines
Slide 8 - Tekstslide
Aan de slag:
Blz 172
Som 1 tot 5
Slide 9 - Tekstslide
6.4 Meer of minder productie?
Arbeidsproductiviteit
De arbeidsproductiviteit is de hoeveelheid producten die een werknemer kan maken in een bepaalde tijd.
Hoe hoger de arbeidsproductiviteit, hoe lager de productiekosten.
Slide 10 - Tekstslide
Een laptopfabriek produceert 110.000 laptops per week. De 22 werknemers werken 5 dagen per week. Een werkdag is 8 uur. Bereken het aantal laptops dat 1 werknemer per dag produceert.
Slide 11 - Open vraag
6.4 Meer of minder productie?
Arbeidsproductiviteit
De arbeidsproductiviteit kan je verhogen door:
nieuwe technologie
goede arbeidsverdeling
scholing
prestatieloon
betere arbeidsomstandigheden
Let op: niet juist is: werknemers meer uren laten werken. Dat verandert de arbeidsproductiviteit niet!!!
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Maatschappelijke opbrengsten
Maatschappelijke opbrengsten = alle voordelen die de samenleving heeft van een hogere productie bij bedrijven
Meer welvaart! (meer behoeften bevredigen)
Slide 14 - Tekstslide
Maatschappelijke kosten
Maatschappelijke kosten = alle nadelen die de samenleving heeft van een hogere productie bij bedrijven
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Weektaak
6.4 maken (morgen af) + rekenen af 1 tm 24 (blz 182 en 183)
Morgen oefentoets maken
Slide 17 - Tekstslide
Meer productie
Meer werkgelegenheid
Meer vraag
Meer productie....
De welvaart stijgt
Maatschappelijke opbrengsten (= voordelen die de samenleving van productie heeft)
6.4 Meer of minder productie? Leerdoel 5)
Slide 18 - Tekstslide
Negatieve gevolgen welvaart
Milieuschade
geluidshinder, stankoverlast, bodem- of luchtvervuiling