Examentraining open vragen

Examentraining open vragen
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4-6

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Examentraining open vragen

Slide 1 - Tekstslide

Ronde 1
Maak 1 opdracht van de examenopdrachten achter in je boek. (let op! 1 opdracht is 1 titel, dus meerdere vragen)

Geef een zo volledig mogelijk antwoord, alsof het je eindexamen is.

Slide 2 - Tekstslide

Stappenplan/methode examenvragen

Slide 3 - Tekstslide

1. Wat is de vraagstructuur?
Instructiewerkwoord + onderwerp + verplicht gegevensgebruik of noteringsvoorwaarde


Uitleggen + oorzaak dat snoekkroketten lichter verteerbaar zijn dan kippen-, rund- en varkenskroketten + mbv gegevens uit de tabel


Slide 4 - Tekstslide

2. Wat is de antwoordstructuur?
Instructiewerkwoord als zelfstandig naamwoord + onderwerp + verplicht gegevensgebruik of noteringsvoorwaarde


Uitleg + oorzaak dat snoekkroketten lichter verteerbaar zijn dan kippen-, rund- en varkenskroketten + mbv gegevens uit de tabel


Slide 5 - Tekstslide

3. Naar welk verband wordt gevraagd?

Slide 6 - Tekstslide

3. Naar welk verband wordt gevraagd?

Moet je een oorzaak/ gevolg uitleggen? Moet je een conclusie trekken uit de gegevens? Om dit te achterhalen kun je gebruik maken van de signaalwoorden uit de vraag.

Slide 7 - Tekstslide

4. Over welk hoofdonderwerp in de Biologie gaat deze vraag?

Bedenk bij welk hoofdonderwerp deze vraag hoor. Dit kan je op het juiste spoor zetten voor te gebruiken BINAS tabellen of begrippen in het antwoord.


Voeding en vertering

Slide 8 - Tekstslide

5. Welke gegevens uit de vraag kan ik gebruiken?

Lees de informatie uit de context gericht door om relevante gegevens te vinden die je nodig hebt voor het antwoord.
Arceer eventueel.

Slide 9 - Tekstslide

6. Welke gegevens/ kennis moet ik zelf toevoegen?

Bedenk welke kennis je nog moet toevoegen om het antwoord compleet te maken. Bedenk ook welke biologische begrippen waarschijnlijk in het antwoord moeten voorkomen. 


Enzymen, koolhydraten, eiwitten, vetten, organen


Slide 10 - Tekstslide

7. Maak de antwoordstarter
Herhaal de vraag + neem het signaalwoord dat past bij het verband in de vraag + voeg het hulpmiddel toe.


Snoekkroketten zijn lichter verteerbaar dan kippen-, rund- en varkensvleeskroketten omdat in de tabel staat dat 

Slide 11 - Tekstslide

8. Maak het antwoord compleet
Voeg informatie uit de context en eigen informatie (kennis/ BINAS) toe om het antwoord compleet te maken.


Slide 12 - Tekstslide

9. Controle
Lees de vraag nog een keer goed door en kijk nog een keer kritisch naar je antwoord. Beantwoord je de vraag? Zo niet: pas aan.


Slide 13 - Tekstslide

10. Beoordeling
Geef je antwoord + vraag twee tafels naar voren. 
Kijk het gekregen antwoord na, hoe zou jij dit beoordelen? 

Geef de opdracht weer terug.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Grafieken tekenen
Op de X-as komt dan de zoutconcentratie (je stopt namelijk de watervlo in vooraf bepaalde zoutconcentraties), op de Y-as komt de hartslagfrequentie (deze wil je onderzoeken/ meten).
Samengevat:
X-as: wat je weet (onafhankelijke variabele)
Y-as: wat je meet (afhankelijke variabele)

LET OP: zorg dat je de assen ook benoemt, inclusief grootheid (zoals tijd) en eenheid (zoals minuten). Zorg ook voor een mooie schaalverdeling. Teken de meetpunten én de grafieklijn, meestal een vloeiende lijn waar je geen liniaal voor gebruikt! Laat de lijn alleen door het 0,0 punt (de oorsprong) gaan als dat logisch is en uit de gegevens blijkt! Zorg voor een legenda.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide