Oefenopgave water

Oefenopgave
Beantwoord de volgende vragen via lessonup. De bronnen en benodigde atlaskaarten zijn in de lessonup opgenomen. 
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 6

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Oefenopgave
Beantwoord de volgende vragen via lessonup. De bronnen en benodigde atlaskaarten zijn in de lessonup opgenomen. 

Slide 1 - Tekstslide

Bron 1

Slide 2 - Tekstslide

Atlas 43C

Slide 3 - Tekstslide

In de Neder-Rijn zijn stuwen aangelegd bij Driel, Amerongen en
Hagestein. Met de aanleg van deze stuwen werden twee doelen
nagestreefd, waarvan er één is af te leiden uit atlaskaart 43C.
2p 26 Geef aan welke twee doelen werden nagestreefd met de aanleg van deze
stuwen.

Slide 4 - Open vraag

Bron 1

Slide 5 - Tekstslide

De hoogwatergeul wordt vooral aangelegd om de afvoer te verbeteren.
1p 27 Geef aan waarom maatregelen bij de andere twee onderdelen van de
drietrapsstrategie vooral meer bovenstrooms worden genomen.

Slide 6 - Open vraag

Bron 1

Slide 7 - Tekstslide

Gebruik bron 1.
2p 28 Geef twee fysisch-geografische redenen waarom de hoogwatergeul juist
op de in bron 1 aangegeven locatie is aangelegd.

Slide 8 - Open vraag

Bron 1

Slide 9 - Tekstslide

Atlaskaart IJssel tussen Deventer en Zwolle

Slide 10 - Tekstslide

Gebruik bron 1 en de atlas.
Bij extreem hoge waterstanden stroomt rivierwater de hoogwatergeul in.
Dit heeft bij elk van de plaatsen Deventer, Veessen en Zwolle een ander
effect op de waterstand van de IJssel:
a vrijwel geen waterstandsdaling;
b ongeveer 15 centimeter waterstandsdaling;
c ongeveer 70 centimeter waterstandsdaling.
3p 29 Noteer de plaatsen Deventer, Veessen en Zwolle op je antwoordblad.
Geef voor elke plaats aan
 welk effect (a, b of c) er plaatsvindt als de hoogwatergeul in gebruik is;
 op welke wijze dit effect op de waterstand van de IJssel ontstaat. 
Gebruik bron 1 en de atlas.

Bij extreem hoge waterstanden stroomt rivierwater de hoogwatergeul in.
Dit heeft bij elk van de plaatsen Deventer, Veessen en Zwolle een ander
effect op de waterstand van de IJssel:

a vrijwel geen waterstandsdaling;
b ongeveer 15 centimeter waterstandsdaling;
c ongeveer 70 centimeter waterstandsdaling.

3p 29 Noteer de plaatsen Deventer, Veessen en Zwolle op je antwoordblad.
Geef voor elke plaats aan
 welk effect (a, b of c) er plaatsvindt als de hoogwatergeul in gebruik is;
 op welke wijze dit effect op de waterstand van de IJssel ontstaat. 

Beantwoord op de volgende dia!!!

Slide 11 - Tekstslide

Atlaskaart IJssel tussen Deventer en Zwolle

Slide 12 - Tekstslide


3p 29 Noteer de plaatsen Deventer, Veessen en Zwolle op je antwoordblad.
Geef voor elke plaats aan
 welk effect (a, b of c) er plaatsvindt als de hoogwatergeul in gebruik is;
 op welke wijze dit effect op de waterstand van de IJssel ontstaat.

Slide 13 - Open vraag