bezittelijk voornaamwoord + aanwijzend voornaamwoord

Neem van je textboek (BRON C+H) 

van hoofdstuk 3
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Neem van je textboek (BRON C+H) 

van hoofdstuk 3

Slide 1 - Tekstslide

Vul het bezittelijk voornaamwoord in

Ce sont (mijn) chaussures
A
mon
B
ma
C
leurs
D
mes

Slide 2 - Quizvraag

Vul het bezittelijk voornaamwoord in

Il est (mijn) frère
A
mon
B
ma
C
il
D
mes

Slide 3 - Quizvraag

Paul est ( jouw) ami
A
ta
B
ton
C
mes
D
tes

Slide 4 - Quizvraag

Diemo est dans (zijn) hôtel
A
sa
B
son
C
notre
D
ses

Slide 5 - Quizvraag

La classe n'a pas fait (hun) devoirs
A
leurs
B
leur
C
nos
D
notre

Slide 6 - Quizvraag

Vul het juiste aanwijzend voornaamwoord in
(die) garçon est sympa!

Slide 7 - Open vraag

Vul het aanwijzend voornaamwoord in

(dat) fille est mignonne!

Slide 8 - Open vraag

Vul alleen het aanwijzendvoornaamwoord in
(die) garçons sont sympas!

Slide 9 - Open vraag

vul het juiste aanwijzendvoornaamwoord in

(dat) idée est génial!

Slide 10 - Open vraag