Situatie 1:
Jouw klasgenoot zit in de leerlingraad.
Hij praat negatief over de klas en komt vaak te laat.
Geef feedback
de ander reageert op de feedback
Situatie 2
Jouw klasgenoot hield een presentatie over Nederland.
Veel negatieve uitdrukkingen over Nederland
Geef feedback
de ander reageert op de feedback