In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Bekijk het fragment
vanaf 15:00
Slide 1 - Tekstslide
Spelers of toeschouwers die de scheidsrechter uitschelden of gewelddadig belagen? Dat gebeurt bij rugby niet, zegt de verslaggever in deze uitzending. Voordat hij "rugby" zegt, wacht hij even met spreken. Waarom? De journalist wacht omdat hij.......
A
adem moet halen om goed te kunnen voorlezen
B
wil laten merken dat hij dat zeer opvallend vindt
C
ons nog even niet wil vertellen om welke sport het gaat
Slide 2 - Quizvraag
"Dat is natuurlijk appels met peren vergelijken", zegt de verslaggeefster. Wat bedoelt zij daarmee?
Zij wil uitleggen dat...
A
je voetbal en rugby niet met elkaar kunt vergelijken
B
er veel meer voetballers zijn dan rugbyspelers
C
het bij rugby wel anders kan
Slide 3 - Quizvraag
Het fragment van het optreden van de scheidsrechter tijdens de wedstrijd is een voorbeeld. Wat maakt dit voorbeeld vooral duidelijk?
Het voorbeeld maakt duidelijk dat de rugby-scheidsrechter....
A
een microfoon draagt
B
de spelers niet kent
C
gezag heeft
Slide 4 - Quizvraag
De rugbyspelers wordt gevraagd hoe zij over voetbal denken. Drie spelers spreken zich daarover uit.
Welke uitspraak doen zij NIET?
A
weer of geen weer, rugby gaat altijd door
B
voetbal is een gewelddadige, gemene sport
C
rugby is in tegenstelling tot voetbal hard maar fair
Slide 5 - Quizvraag
Geweld als bij voetbal komt bij rugby niet voor. Dat zegt de voorzitter van de rugby-bond.
Welke verklaring geeft hij daarvoor?
A
van begin af aan wordt spelers en hun ouders geleerd hoe zich te gedragen
B
de rugby-bond probeert geweld in de sport te voorkomen
C
de scheidsrechter is bij rugby nog een man met gezag
Slide 6 - Quizvraag
Een van de spelers zegt dat voetbalgeweld niet alleen de schuld is van de spelers.
Wie vindt hij nog meer schuldig aan dit geweld?
A
de trainers
B
de scheidsrechter
C
de ouders
Slide 7 - Quizvraag
De voorzitter van de rugbybond ziet niet alleen voetbalgeweld in het stadion.
Hij komt de agressie van supporters ook tegen...
A
op facebook en twitter
B
in de directe omgeving van het stadion
C
tijdens de reis van supporters naar het stadion
Slide 8 - Quizvraag
Een van de rugbyspelers zegt dat hij niet moppert als de scheidsrechter mis zit.
Hij moppert dan niet, omdat hij:
A
een penalty tegen krijgt
B
weet dat de scheidsrechter altijd gelijk heeft
C
vindt dat “niet mopperen” nu juist het grote verschil is met voetbal
Slide 9 - Quizvraag
Bekijk het tweede fragment
Slide 10 - Tekstslide
In de aankondiging van deze uitzending noemt de verslaggever drie problemen.
Welk probleem wordt NIET door hem genoemd?
A
de herrie
B
de stankoverlast
C
de rommel die wordt achtergelaten
D
waar door wie mag worden gevaren
Slide 11 - Quizvraag
De gemeente probeert de overlast op het water te beperken. Wat is de eerste maatregel die zij heeft genomen?
Er is een verbod gekomen op....
A
dieselolie als brandstof
B
het varen zonder vergunning
C
geluidsinstallaties
Slide 12 - Quizvraag
In de grachten varen rondvaartboten en watertaxi’s.
Welk soort boten is daar de laatste jaren bij gekomen?
A
de waterfiets
B
de huursloep
C
de woonboot
Slide 13 - Quizvraag
Er varen zo'n 170 boten met een vergunning.
Het aantal boten zonder vergunning is bijna....
A
2 maal zo groot
B
5 maal zo groot
C
10 maal zo groot
Slide 14 - Quizvraag
Rolf Trijber zegt dat de rondvaartboten op een asociale manier varen. Welk voorbeeld daarvan tonen de beelden?
De kapiteins van rondvaartboten.....
A
stoppen voor niemand
B
duwen de andere boten weg
C
schreeuwen naar de eigenaars van de boten
Slide 15 - Quizvraag
Een gemeenteraadslid stelt nog een oplossing voor voor een van de problemen.
Hij wil...
A
om te beginnen in 1 gracht alleen maar elektrische boten toelaten
B
de rondvaartboten verplichten zich aan de vaarregels te houden
C
alle boten die zonder vergunning varen, verbieden in de grachten te varen
Slide 16 - Quizvraag
Bekijk het derde fragment
Slide 17 - Tekstslide
Huize Alexandra is.....
A
een behandelhuis
B
een jeugdgevangenis
C
een psychiatrische inrichting
Slide 18 - Quizvraag
Met hoeveel procent van alle meisjes gaat het niet goed?
A
10
B
50
C
90
Slide 19 - Quizvraag
Welk voorbeeld geeft zij NIET?
A
zij heeft drugs gebruikt
B
zij is van huis weggelopen
C
zij heeft een politieagent geslagen
Slide 20 - Quizvraag
Tijdens ruzies
(a) verliet Sarah schreeuwend en scheldend het huis.
(b) werd er met eieren door het huis gegooid.
A
1 is juist, 2 is onjuist
B
2 is juist, 1 is onjuist
C
1 en 2 zijn beide juist
D
1 en 2 zijn beide onjuist
Slide 21 - Quizvraag
De eerste keer dat Sarah in een isoleercel werd gezet, voelde zij zich...
A
woedend
B
machteloos
C
vol onbegrip
Slide 22 - Quizvraag
In de 5 à 6 jaar dat Sarah in huize Alexandra verbleef, heeft zij....
A
geen enkele behandeling gekregen
B
niet echt veel behandelingen gekregen
C
regelmatig behandelingen gekregen
D
voortdurend behandelingen gekregen
Slide 23 - Quizvraag
Huize Alexandra werd.....
A
alleen nog ingezet voor meisjes
B
een instelling voor de moeilijkste kinderen
C
in het vervolg beheerd door het ministerie van justitie