Week 2: les van 10 januari 2025

Aujourd'hui, c'est vendredi le 10 janvier
Bonne année


1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Aujourd'hui, c'est vendredi le 10 janvier
Bonne année


Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen week 2
  • Ik kan in het Frans zinnen ontkennend maken
  • Ik herhaal alles van chapitre 2
  • Ik weet wanneer het proefwerk Frans is.
  • Ik stel vragen als er dingen zijn die ik nog moet weten voor de toets.

Slide 2 - Tekstslide

Plan du jour
  • Lesuur 1: Herhalen grammatica chapitre 1 en extra oefenen. Klaar: voorbereiden PW chapitre 2
  • Lesuur 2: Start maken chapitre 3!

Slide 3 - Tekstslide

Toets Hoofdstuk 2
In de toetsweek op vrijdag 24 januari
Wat moet je kennen: A, B, C, D, E, F, G, H pagina 88, 89, 90 en 91
Frans -Nederlands en Nederlands- Frans

Slide 4 - Tekstslide

Hoe vervoeg je een ww op -ER?
Noem de twee regels.

Slide 5 - Open vraag

Je / J'
Tu
il / elle / on
Nous
Vous
ils / elles
e
es
e
ons
ez
ent

Slide 6 - Sleepvraag

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de stam van adorer?

Slide 8 - Open vraag

Wat is de stam van détester?

Slide 9 - Woordweb

Wat is de stam van terminer?

Slide 10 - Woordweb

terminer - tu ...
A
terminer
B
termine
C
termines
D
terminons

Slide 11 - Quizvraag

détester - nous ...
A
détestez
B
détestent
C
détestons
D
déteste

Slide 12 - Quizvraag

aimer - je ...
A
aimer
B
aimez
C
aimes
D
aime

Slide 13 - Quizvraag

commencer - elle ...
A
commençons
B
commences
C
commence
D
commencez

Slide 14 - Quizvraag

préférer - vous ...
A
préférez
B
préférons
C
préfèrent
D
préfère

Slide 15 - Quizvraag

vertaal:
hij is dol op
A
il adores
B
il adorons
C
il adorer
D
il adore

Slide 16 - Quizvraag

vertaal:
jij houdt van
A
tu aimes
B
tu aime
C
tu aimons
D
tu aimez

Slide 17 - Quizvraag

Ik ken de regel om regelmatige werkwoorden op -er te vervoegen.
😒🙁😐🙂😃

Slide 18 - Poll

Slide 19 - Tekstslide

Wat is de juiste ontkenning van de zin

"Je joue au foot"

A
Je joue pas au foot
B
Je n'joue pas au foot
C
Je ne joue pas au foot
D
Je ne joue au foot

Slide 20 - Quizvraag

Wat is de juiste ontkenning van de zin

"Je regarde la télé"
A
Je ne regarde pas la télé
B
Je regarde pas la télé
C
Je n'regarde pas la télé
D
Je ne regarde la télé

Slide 21 - Quizvraag

Wat is de juiste ontkenning van de zin

"Il habite à Amsterdam"
A
Il ne habite à Amsterdam
B
Il n'habite pas à Amsterdam
C
Il ne habite pas à Amsterdam
D
Il habite pas à Amsterdam

Slide 22 - Quizvraag

Wat is de juiste ontkenning van de zin

"Tu aimes le foot?"
A
Tu ne aimes pas le foot?
B
Tu aimes pas le foot?
C
Tu n'aimes le foot?
D
Tu n'aimes pas le foot?

Slide 23 - Quizvraag

WHHTUK
Wat: Stencil maken regelmatige werkwoorden -er
Hoe: Individueel
Hulp: Docent loopt rond om te helpen
Tijd: 10 -16 minuten
Uitkomst: Kijken we samen na
Klaar: Dan kun je de woorden en zinnen op pagina 88 -92 overschrijven ter voorbereiding op de toets

Slide 24 - Tekstslide

Programme

Page: 96
Regarder le film d'introduction et faire:
1b,2 et 3 page 96 et 97.
Puis: Faire ensemble 4 et 5 (écouter)
page 98,99

Faire 6, 7 et 8 page 100 et 101

Devoirs:
Lire 103
Faire 9, 10 , 11 et 12 

Chap 3: Les bonnes affaires 

Slide 25 - Tekstslide