Ontdek de kracht van communities, subculturen en tribes
Ontdek de kracht van communities, subculturen en tribes
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Ontdek de kracht van communities, subculturen en tribes
Slide 1 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Leerdoelen
Aan het einde van deze les kun je uitleggen wat communities, subculturen en tribes zijn, hun kenmerken benoemen en de relatie leggen met de pyramide van Maslow.
Slide 2 - Tekstslide
Vertel de leerlingen wat ze aan het eind van de les zullen leren.
Wat weet je al over communities, subculturen, tribes en de pyramide van Maslow?
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Communities
Communities zijn groepen mensen die een gemeenschappelijk doel of interesse hebben. Voorbeelden zijn sportteams, fanclubs en online forums.
Slide 4 - Tekstslide
Definieer communities en geef voorbeelden.
Soorten communities
Practice = beroep zoals huisartsen
Purpose = doel
Circumstande = situatie zoals diabetes
Place = locatie zoals TaTa Steel
Slide 5 - Tekstslide
Deze slide heeft geen instructies
Subculturen
Subculturen zijn groepen mensen binnen een samenleving die een eigen set normen, waarden en gewoonten hebben. Voorbeelden zijn punkers, skaters en goths.
Tribes zijn groepen mensen die zich verbonden voelen door een gedeelde identiteit, waarden en cultuur. Voorbeelden zijn Native American-stammen en motorrijdersgroepen.
Slide 8 - Tekstslide
Definieer tribes en geef voorbeelden.
Pyramide van Maslow
De pyramide van Maslow is een model dat de menselijke behoeften hiërarchisch weergeeft. De basisbehoeften moeten eerst vervuld worden voordat er aandacht kan zijn voor hogere behoeften. De behoeften zijn: fysiologisch, veiligheid, liefde/belonging, waardering en zelfverwerkelijking.
Slide 9 - Tekstslide
Leg de pyramide van Maslow uit en bespreek de verschillende behoeften.
Communities en Maslow
Communities kunnen helpen bij het vervullen van behoeften uit de pyramide van Maslow, zoals liefde/belonging en waardering. Bijvoorbeeld: een sportteam kan zorgen voor sociale verbondenheid en erkenning.
Slide 10 - Tekstslide
Bespreek de relatie tussen communities en de pyramide van Maslow.
Subculturen en Maslow
Subculturen kunnen ook bijdragen aan de vervulling van behoeften uit de pyramide van Maslow, zoals zelfverwerkelijking en waardering. Bijvoorbeeld: een skater kan zichzelf uiten en creatief zijn.
Slide 11 - Tekstslide
Bespreek de relatie tussen subculturen en de pyramide van Maslow.
Tribes en Maslow
Tribes zijn vaak gebaseerd op gedeelde waarden en cultuur, wat kan bijdragen aan de vervulling van hogere behoeften uit de pyramide van Maslow, zoals zelfverwerkelijking. Bijvoorbeeld: een Native American-stam kan zorgen voor een gevoel van verbondenheid met de natuur.
Slide 12 - Tekstslide
Bespreek de relatie tussen tribes en de pyramide van Maslow.
Opdracht 1
Kies een community, subcultuur of tribe en bespreek welke behoeften uit de pyramide van Maslow deze kan vervullen.
Slide 13 - Tekstslide
Laat de leerlingen in groepjes werken en hun bevindingen presenteren.
Opdracht 2
Maak een mindmap van een community, subcultuur of tribe en geef aan welke waarden, normen en gewoonten hierbij horen.
Slide 14 - Tekstslide
Laat de leerlingen individueel werken en bespreek de uitkomsten in de klas.
Samenvatting
Communities, subculturen en tribes zijn groepen mensen die een gemeenschappelijk doel, interesse, normen, waarden en cultuur hebben. Deze groepen kunnen bijdragen aan de vervulling van behoeften uit de pyramide van Maslow.
Slide 15 - Tekstslide
Vat de les kort samen.
Vragen
Zijn er nog vragen?
Slide 16 - Tekstslide
Geef de leerlingen de kans om vragen te stellen en beantwoord deze.
Einde les
Bedankt voor jullie aandacht!
Slide 17 - Tekstslide
Sluit de les af.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.
Slide 18 - Open vraag
De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.
Slide 19 - Open vraag
De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.
Slide 20 - Open vraag
De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.