In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
De Maas ontspringt in Frankrijk op een hoogte van 400 m boven NAP. De rivier vervolgt zijn weg via België en Nederland en mondt na 900 km in de Noordzee uit.
Bereken het verhang van de Maas.
Schrijf je berekening erbij.
Slide 2 - Open vraag
Hoe noemen we de bochten in een rivier?
Slide 3 - Open vraag
Slide 4 - Tekstslide
Wat is het verhang?
Slide 5 - Open vraag
Slide 6 - Video
Slide 7 - Tekstslide
Wat is het verval?
Slide 8 - Open vraag
Slide 9 - Tekstslide
In welk deel van de rivier is de erosie het grootst:
A
Benedenloop
B
Middenloop
C
Bovenloop
D
Bij de zee
Slide 10 - Quizvraag
Horst
Slenk
Horst
Slide 11 - Tekstslide
In welk deel van de rivier is het verhang het grootst?
A
A-B
B
B-C
C
C-D
Slide 12 - Quizvraag
De Bovenrijnse Laagvlakte
Slenk= Een langs een breukvlak omlaag gezakt deel van de aardkorst.
Horsten = Een langs een breukvlak omhoog gekomen deel van de aardkorst.
Slide 13 - Tekstslide
H2 Van de bergen naar de zee §3
Slide 14 - Tekstslide
Stroomt de rivier sneller bij A of B? Leg uit!
Slide 15 - Open vraag
Wat zie je aan de linkerkant op de foto?
A
meander
B
hoefijzermeer
C
strandwal
D
erosie
Slide 16 - Quizvraag
In de Bovenrijnse laagvlakte stroomt de Rijn langzamer en snijdt zich daarom minder in het landschap in.
In de Bovenrijnse Laagvlakte stroomt de Rijn langzamer en snijdt zich daarom minder in het landschap in.
Het dal is er breed en de rivier maakt ruime bochten.
Slide 17 - Tekstslide
Meanders worden gevormd in
A
bovenloop
B
middenloop
C
benedenloop
Slide 18 - Quizvraag
Het verval tussen B en D is:
A
2500m
B
1500m
C
1000m
D
250m
Slide 19 - Quizvraag
Welke stelling over een meander is waar?
A
in de buitenbocht is de stroomsnelheid lager
B
in de binnenbocht is minder erosie
C
in de binnenbocht is de stroomsnelheid hoger
D
in de buitenbocht is meer sedimentatie
Slide 20 - Quizvraag
De Bovenrijnse Laagvlakte
Vlakbij Basel is een gedeelte van de aardkorst naar beneden gezakt door een breuk.
Het lagere gedeelte heet een slenk. Het hogere gedeelte is een horst.
Slide 21 - Tekstslide
Sleep de vakken naar de juiste plaats - zet de naam van het gebied onderaan
Horst
Slenk
Vogezen
Horst
Zwarte woud
Slide 22 - Sleepvraag
wat is het verval tussen A en B?
Slide 23 - Open vraag
De benedenloop kenmerkt zich door een ... stroomsnelheid en de vorming van ... meanders
A
hoge, veel
B
lage, veel
C
hoge, weinig
D
lage, weinig
Slide 24 - Quizvraag
De Bovenrijnse Laagvlakte
Natuurlijke bochten in de rivier = meanders.
In de buitenbocht stroomt het water sneller dan in de binnenbocht.
In de buitenbocht wordt materiaal meegenomen, in de binnenbocht wordt het neergelegd.
hoefijzermeren.
Slide 25 - Tekstslide
hoe noem je zo'n aftakking van een meanderende rivier, die wordt afgesloten van de rivierloop
A
een meer
B
een halve maan
C
een hoefijzer
D
een c-tje
Slide 26 - Quizvraag
Slide 27 - Video
Retrieval relay race
Speler 1 Schrijf zoveel mogelijk op over het onderwerp Endogene processen
Speler 2
Vul speler één aan met zoveel mogelijk nieuwe informatie
Speler 4
Vul speler drie aan met zoveel mogelijk nieuwe informatie
Speler 3
Vul speler twee aan met zoveel mogelijk nieuwe informatie