Woordrelaties synoniemen en tegenstellingen

Woordrelaties synoniemen en tegenstellingen ( antoniemen)
từ đồng nghĩa và trái nghĩa
مترادفات اور مترادفات
المترادفات والمتضادات
sinonimos y antonimos
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Woordrelaties synoniemen en tegenstellingen ( antoniemen)
từ đồng nghĩa và trái nghĩa
مترادفات اور مترادفات
المترادفات والمتضادات
sinonimos y antonimos

Slide 1 - Tekstslide

synoniem(en)
Een synoniem is een woord wat ongeveer hetzelfde betekent als een ander woord. Het is dus eigenlijk een ander woord, waarmee je hetzelfde zegt

docent- leraar
boos- kwaad
zoenen- kussen

Slide 2 - Tekstslide

Tegenstelling(en) ( antoniem(en)
Woorden die precies het tegenovergestelde ( het omgekeerde)  van elkaar betekenen.
jong- oud
dik- dun
open- dicht

Slide 3 - Tekstslide

Wat ga je leren?
Ik kan woordparen vormen van tegenstellingen en synoniemen.

Nieuwe woorden
Ik schrijf het woord, de vertaling, de betekenis, het synoniem, het antoniem en een voorbeeldzin in mijn woordenschrift.

Slide 4 - Tekstslide

Woordenschrift    https://mowb.muiswerken.nl
Woord    vertalen    Betekenis- antoniem- synoniem     Voorbeeldzin



  • De nieuwe woorden met betekenis regelmatig overlezen of echt uit je hoofd leren
  •  Kopie bladzijde 1

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het synoniem van 'actie'?
A
beweging
B
passiviteit
C
intuïtief begrijpen
D
verbergen

Slide 6 - Quizvraag

Wat is het antoniem van 'aantrekkelijk'?
A
installeren
B
actief
C
mooi
D
onaantrekkelijk

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het synoniem van 'aantal'?
A
geen
B
intuïtief begrijpen
C
hoeveelheid
D
vinden

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het synoniem van 'aanduiden'?
A
markeren
B
mooi
C
vinden
D
verbergen

Slide 9 - Quizvraag

Wat is een synoniem voor 'bericht'?
A
mededeling
B
stilte
C
geheim

Slide 10 - Quizvraag

Wat is een antoniem voor 'bereid'?
A
afkerig
B
onwillig
C
klaar

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een tegenstelling van 'beneden'?
A
boven
B
onder
C
tegen

Slide 12 - Quizvraag

Wat is een tegenstelling van 'belang'?
A
onverschilligheid
B
waarde
C
nut

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een synoniem voor 'bejaarden'?
A
senioren
B
ouderen
C
jongeren
D
kinderen

Slide 14 - Quizvraag

Wat is een synoniem van 'beest'?
A
dier
B
plant
C
object
D
mens

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een tegenstelling van 'bedrijvig'?
A
lui
B
energiek
C
actief
D
druk

Slide 16 - Quizvraag

Wat is een synoniem van 'bedenken'?
A
vergeten
B
negeren
C
afschrijven
D
verzinnen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een synoniem van 'baby'?
A
volwassene
B
zuigeling
C
kind
D
peuter

Slide 18 - Quizvraag

Wat is een tegenstelling van 'avond'?
A
nacht
B
schemering
C
ochtend
D
middag

Slide 19 - Quizvraag

Wat is een synoniem voor 'aspect'?
A
verandering
B
kenmerk
C
probleem
D
onbelangrijkheid

Slide 20 - Quizvraag

Wat betekent 'archiveren'?
A
verliezen
B
veranderen
C
verwijderen
D
opslag

Slide 21 - Quizvraag

Wat is een tegenstelling van 'architectuur'?
A
structuur
B
puinhoop
C
ontwerp
D
bouwkunde

Slide 22 - Quizvraag

Wat is een synoniem voor 'arbeider'?
A
werkgever
B
directeur
C
werknemer
D
architect

Slide 23 - Quizvraag

Wat is het antoniem van 'antwoorden'?
A
reageren
B
toelichten
C
vragen
D
bevestigen

Slide 24 - Quizvraag

Wat is het antoniem van 'alles'?
A
iedereen
B
sommige
C
veel
D
niks

Slide 25 - Quizvraag

Wat is het antoniem van 'specifiek'?
A
algemeen
B
bijzonder
C
exact
D
universeel

Slide 26 - Quizvraag

Wat is het antoniem van 'akkoord'?
A
overeenkomst
B
goedkeuren
C
oneens
D
instemmen

Slide 27 - Quizvraag

Wat is een synoniem van 'overeenkomst'?
A
portretteren
B
verbergen
C
individueel
D
afspraak

Slide 28 - Quizvraag

Wat is een synoniem van 'agent'?
A
afspraak
B
politiefunctionaris
C
ondergaan
D
crimineel

Slide 29 - Quizvraag

Wat is een tegenstelling van 'gezamenlijk'?
A
overeenkomst
B
agent
C
individueel
D
afzonderlijk

Slide 30 - Quizvraag

Wat is een synoniem van 'afschilderen'?
A
verbergen
B
portretteren
C
afspraak
D
verrassing

Slide 31 - Quizvraag

Wat is de tegenstelling van eindigen?
A
afgeven
B
beginnen
C
actief
D
bezigheid

Slide 32 - Quizvraag

Wat is een antoniem van afhankelijk?
A
aflopen
B
inactiviteit
C
ondergeschikt
D
zelfstandig

Slide 33 - Quizvraag

Wat is de tegenstelling van afgeven?
A
energiek
B
afhankelijk
C
afstaan
D
ontvangen

Slide 34 - Quizvraag

Wat is een synoniem van activiteit?
A
inactiviteit
B
aflopen
C
ontvangen
D
bezigheid

Slide 35 - Quizvraag

Wat is de tegenstelling van actief?
A
energiek
B
bezigheid
C
inactief
D
afhankelijk

Slide 36 - Quizvraag

Woordrelaties
Welke twee woorden vormen samen een tegenstelling of een synoniem?

Er is een relatie tussen de twee woorden.

Twee woorden is een woordpaar

Slide 37 - Tekstslide

Welke twee woorden vormen samen een relatie
A
antwoorden
B
iedereen
C
oneens
D
reageren

Slide 38 - Quizvraag

Welke twee woorden vormen samen een relatie?
A
architectuur
B
ondergaan
C
anderzijds
D
bouwkunde

Slide 39 - Quizvraag

Welke twee woorden vormen samen een relatie?
A
aspect
B
patient
C
arts
D
bedenken

Slide 40 - Quizvraag

Welke twee woorden vormen samen een relatie?
A
baby
B
afspraak
C
afzonderlijk
D
volwassene

Slide 41 - Quizvraag

Welke twee woorden vormen samen een relatie?
A
Niks
B
avond
C
politiefunctionaris
D
agent

Slide 42 - Quizvraag

Welke twee woorden vormen samen een relatie?
A
afgeven
B
onafhankelijk
C
zelfstandig
D
puinhoop

Slide 43 - Quizvraag

Werk in je woordenschrift
Staan de antoniem en synoniem bij het woord?


muiswerk.nl

Hoeveel nieuwe woorden staan in je woordenschrift?

Slide 44 - Tekstslide

8 minuten OEFENEN
https://www.hellotest.nl/cursusoverzicht/
gebruikersnaam & wachtwoord

Woordrelaties
Test 1  ( 8 minuten 40 vragen)

Slide 45 - Tekstslide